De nonkel Willy in Rik Verheye: ‘Nonkels is geen politieke reeks’

Tobias Cobbaert

Terwijl Rik Verheye zich weer in het kostuum van de West-Vlaamse kunstgrasverkoper 
Willy Persyn hijst voor het tweede seizoen van Nonkels, is hij aan de andere kant van het land voorzitter van de voetbalploeg Sporting Hasselt. Een gesprek met een ondernemer, op en naast het scherm.

In een hotel in Knokke hebben we afgesproken met iemand die bekend­staat om zijn Vlaamse kleur­rijke ­figuren én die voorzitter van een voetbalploeg is. Nee, we hebben het niet over Balthazar Boma. In plaats daarvan schuift Rik Verheye aan tafel. Sinds enkele maanden is de West-Vlaming immers niet alleen de acteur die gestalte gaf aan onder meer Jay Vleugels uit Callboys, maar ook ­eigenaar van Sporting Hasselt. Samen met sportondernemer Sam Kerkhofs kocht hij die ploeg over, een avontuur dat u wekelijks op GoPlay kunt volgen in De Spor en waarover in mei een uitgebreide docureeks komt. Maar eerst verschijnt Verheye weer op televisie als kunstgrasverkoper Willy Persyn in seizoen twee van Nonkels, de succesvolle comedyreeks waarin het leven van de familie Persyn overhoop wordt gegooid door de plotse aankomst van de Kameroense Innocent.

Rik Verheye: Het eerste seizoen van Nonkels was vrij laagdrempelig. Iedereen kent wel een tante Carine of een nonkel Pol. Door dat soort figuren voorop te stellen, werd het een heel herkenbare reeks. Eentje die jong en oud aanspreekt. Onlangs nog werd ik in het Kruidvat aangesproken door een jong manneke dat me ­herkende als nonkel Willy. Bon, dat is geen ­compliment. (lacht) Maar die laagdrempeligheid is de belangrijkste reden voor het succes van de serie. Wanneer je een dramareeks maakt, moet elke scène een verhalende functie hebben. Bij ons is dat ook zo, maar de belangrijkste drijfveer is dat er in elke scène gelachen moet worden. Volgens mij is dat ook de enige juiste manier om zo’n verhaal te vertellen dat toch ook maatschappelijk relevant is. Want de nieuwkomer die in België terechtkomt is natuurlijk een actueel onderwerp. Zo kan ook de meerwaarde­zoeker iets ­vinden in Nonkels. We maken geen ­Succession, maar er zit toch genoeg diepte in.

© Anneke D’Hollander

Brengt het tweede seizoen meer van hetzelfde?

Verheye: Never change a winning team. De mensen willen de Persyntjes opnieuw zien. We moeten geen rare bochten maken, maar voort­borduren op wat er al was. De dramatische motor is wel enigszins veranderd. Innocent zit nu vast in een schijn­huwelijk met nonkel Pol en blijft in België. Daarom zijn we gaan kijken wat nieuwkomers daar eigenlijk allemaal voor moeten doen. Dat is absurd, hoor. Heb je al eens zo’n inburgeringscursus gezien? Probeer jij maar eens het ­juridische of politieke stelsel van ons land uit te leggen. Verder is het overkoepelende thema in dit seizoen de huwelijksperikelen van de drie nonkels. Bij Innocent en Pol zorgt het schijnhuwelijk voor wrevel, maar ook de andere nonkels komen voor relatieproblemen te staan.

Nonkels is heel goed bekeken, maar hier en daar klonken ook kritische stemmen. Sommige recensenten vonden de humor verouderd, soms zelfs racistisch.

Verheye: Nochtans zijn we heel hard bezig geweest met wat ik ‘de woke­politie’ noem: we hebben het script laten nalezen door mensen in de ­entourage van Woestijnvis en ­hebben hun gevraagd wat volgens hen wel en niet kan. Er is een groot verschil ­tussen een personage dat ­racistische uitspraken doet en wat een acteur daar zelf over denkt. Daar gaat ­acteren toch net over? Over je verplaatsen in iemand die misschien heel anders naar de wereld kijkt?

‘Met sommige recensies had ik het moeilijk. Je legt een boek toch ook niet na twee hoofdstukken weg?’

Met sommige recensies heb ik het moeilijk gehad. Wanneer je De vliegeraar van Khaled Hosseini leest, ga je toch ook niet na twee hoofd­stukken het boek wegleggen en ­beslissen wat je ervan vindt? Ik had ­indruk dat ­sommige recensenten met één oog ander­halve aflevering van Nonkels hadden bekeken en dan hun mening klaar hadden. Ik vond het heel ­frappant dat er een ­bepaalde ­recensent nadat de hele reeks was uitgezonden naar mij toekwam om zich te verontschuldigen. Wanneer hij de ontknoping zag, snapte hij veel beter wat we wilden zeggen. Toen heeft hij aan zijn publicatie gevraagd om een nieuwe recensie te schrijven en er een paar extra sterren bij te plakken. Maar om eerlijk te zijn: zo’n negatieve recensie, dat steekt voor vijf minuten. De mensen hebben wel gekeken, en het volk heeft altijd ­gelijk.

In hoeverre is Nonkels een uitvergroting van de Vlaamse dorpsmentaliteit?

Verheye: Ik zou graag antwoorden dat het erg uitvergroot is, maar dan zou ik liegen. In de grootsteden hangt een multiculturele sfeer die ­algemeen aanvaard is, maar twee kilo­meter ­buiten Antwerpen of Gent vind je wat ­Vlaanderen nog steeds voor ­negentig procent is. Natuurlijk ­maken we ­comedy en maken we ­gebruik van overdreven maniërisme, maar ik kom elke week honderd ­nonkel ­Willy’s ­tegen in het voetbal. Ik vind het ­belangrijk om dat te tonen. Tegenwoordig wordt fictie zo veel inclusiviteit op­gelegd, zonder dat dat benoemd of uitgelegd wordt. Maar er leeft nu eenmaal nog steeds een latent racisme ­onder de mensen. Ook bij jongeren merk je dat denk­patroon. Dat is daarom niet per se rechts gedachte­goed, maar wel een bepaalde angst voor verandering. Die mentaliteit ­hebben we niet zo hard moeten uit­vergroten.

Is Nonkels een kritiek op die Vlaamse mentaliteit, of eerder een liefkozend portret van onze kleine kantjes?

Verheye: Er zit een vorm van zelf­relativering in. Ik wil het geen ode aan de bekrompenheid noemen, maar een soort aai van onze kleinmenselijkheid en de schoonheid die daar soms in zit. Uiteindelijk hebben de ­personages van Nonkels een goede inborst. Daarom is de komst van ­Innocent zo ­interessant. Plots ontstaat er een soort verdeeldheid onder de ­Persyntjes die er nooit eerder is geweest. Er ontstaan nieuwe verhoudingen en die onhandig­heid zorgt voor humor. Als maker herken je jezelf soms in het clichédenken van de personages.

‘Ik zou graag zeggen dat de Vlaamse dorpsmentaliteit in Nonkels erg uitvergroot is, maar dan zou ik liegen.’

Maar het is geen politieke reeks. We hebben bijvoorbeeld een ­bewust eliminatie­spel gespeeld om te ­beslissen waar Innocent vandaan zou komen. Een moslimland wilden we ­vermijden, want dan kwamen er ­meteen veel stereo­typen rond terrorisme bij kijken. We wilden iets bedenken dat minder beladen was, maar dat de metafoor nog steeds in stand hield. Zonder bewust links of rechts te kiezen.

Herken je jezelf in nonkel Willy, jouw personage?

Verheye: Wanneer je een personage speelt, wordt het altijd een deel van jezelf. Na een tijdje ga je je afvragen wie er eerst was: de Rik Verheye in nonkel Willy, of omgekeerd? Maar in eerste instantie is nonkel Willy op een andere manier ontstaan. Ik ben met Jelle De Beule alle Facebook­pagina’s van strandbars in ­Knokke afgegaan. Pagina’s vol foto’s met watermerken van beach bars waar allemaal dandy’s rondlopen, weet je wel? Ik wilde het cliché van de kleine, West-Vlaamse zelf­standige na­bootsen. Daarnaast heb ik ook de maniertjes van de Parisien over­genomen. Gasten die zichzelf heel graag horen spreken en nooit ­stiltes laten vallen, omdat je dan ­ruimte laat voor anderen in het gesprek. Nonkel Willy is een blaffer die altijd aan het woord wil zijn. Dat gezegd zijnde, denk ik dat er een beetje zo’n West-Vlaamse ondernemer in mij zit. Willy is mij niet compleet vreemd.

○○○

Dat ondernemerschap kan Verheye tegenwoordig kwijt in zijn andere passie: voetbal. Al van kinds af aan is de acteur gefascineerd door de ­volkse aspecten van de sport. ‘Ik zou een heel goede steward zijn, die met zijn rug naar het veld staat en naar de ­reacties van het publiek kijkt. Het ­theatrale ­aspect van voetbal ­fascineert me mate­loos. Bovendien is voetbal een van de weinige sporten waarin ­alle ­sociale klassen samenkomen. In ­iedereen wordt dezelfde bestialiteit naar boven gehaald.’

Als liefhebber naar een voetbalmatch gaan is één ding, zelf een ploeg overnemen nog iets heel anders.

Verheye: Ik wilde al lang een programma over voetbal maken. Geen ­documentaire in de stijl van Pano, maar iets anders. Ik volg het voetbal­nieuws op de voet en had al een tijdje een rare tendens opgemerkt. Veel clubs ­worden overgekocht door buitenlandse ­investeerders. Op de ­hoogste ­niveaus is dat niet nieuw, maar ook op de ­lagere niveaus gebeurt het steeds vaker. Heel raar, want amateur­voetbal hoort rond plezier te draaien, en nu worden ook die ploegen geld­machines voor investeerders. ­Concreet ­betekent dat bijvoorbeeld dat er goedkope voetballers uit Oost-Europa in ­Belgische ­ploegen gedropt worden om ze hier op te leiden, en dan hopelijk voor veel meer geld opnieuw door te ver­kopen. Dat is een spijtige ­tendens. Als je bijvoorbeeld vijf ­Bulgaren bij Eendracht Aalst laat spelen, dan zijn er vijf ­jonge ­gasten uit Aalst die die kans niet ­krijgen. Voetbal­ploegen ­verliezen zo hun lokale ­verankering en hun ­identiteit. Daarom dacht ik: wat als ik er nu eens middenin ga staan en zelf een ploeg opkoop? Ik heb Sam ­Kerkhofs opgebeld, die ik eigenlijk niet zo goed ­kende maar met wie ik al een paar keer in podcasts had gezeten. Hij bleek toevallig met het­zelfde idee te spelen, en een paar ­maanden later ­hadden we ­Sporting Hasselt overgekocht. En nu ga jij ­vragen: waarom Hasselt?

Leg maar uit.

Verheye: Het onromantische antwoord is: vraag en aanbod. Het hele bestuur van Sporting Hasselt had ontslag genomen, waardoor wij een ­goede onderhandelings­positie ­hadden. Als West-Vlaming is dat geografisch gezien natuurlijk een moeilijke ­keuze en mijn haat-liefdeverhouding met de Kennedytunnel is een pak groter geworden. (lacht) Maar Hasselt is een heel gastvrije plek en de enige provincie­hoofdstad ­zonder ploeg op hoog niveau. Er is veel ­goesting en ambitie om die leegte op te vullen, dus in die zin was het ideaal.

© Anneke D’Hollander

Je bent nu zelf ook een West-Vlaamse zaakvoerder, net als nonkel Willy. Zijn er dingen die je van hem kan leren?

Verheye: Ik denk alleszins dat nonkel Willy een goede voorzitter zou zijn. Bij andere clubs kom ik veel gelijk­aardige types tegen. (lacht) Volgens mij zou Willy dit advies geven: kijk gewoon naar jezelf, en de rest is niet belangrijk. Waarschijnlijk zijn de showbizz­wereld en de voetbal­wereld vrij vergelijk­baar, maar omdat ik in showbizz ­altijd met mijn vrienden samenwerk, voelt het anders. In de voetbalwereld heerst er veel jaloezie en achterbaksheid. Sam en ik worden echt gehaat. Ook al ­hebben we het amateur­voetbal ge­reanimeerd. Het Laatste Nieuws ­publiceert tegen­woordig livestreams over amateurvoetbal en Sporza gaat ze daarin volgen. Ik ben ­bescheiden ­genoeg om te zeggen dat wij daar verantwoordelijk voor zijn. Maar dat wordt ons niet altijd in dank af­genomen. Toen Sporting Hasselt tegen Berchem speelde, was er in de tribune een spandoek te zien met ‘­Berchem z’n traditie, Verheye z’n likes’. Men verwijt ons wel eens dat we de ploeg ­gebruiken om een programma te ­maken. Maar eigenlijk is het net omgekeerd: we gebruiken het programma om de ploeg meer visibiliteit te geven.

‘Sam Kerkhofs en ik hebben het amateurvoetbal gereanimeerd. Maar dat wordt ons niet altijd in dank afgenomen.’

Diezelfde match zat er zo’n 3500 man in de tribune. Op een woensdag­avond waren al die Berchem­­supporters naar het verre Hasselt afgezakt, wat op ons niveau gestoord is. Dat ik als bekende voorzitter dan de hoogste boom ben die veel wind vangt, laat ik niet aan mijn hart komen. Die Berchem­supporters uit het Antwerpen hebben een bloedhekel aan Club Brugge, de ploeg waar ik uitgesproken fan van ben. ‘Rik Verheye is een Brugse boer, Rik Verheye is een mediahoer’, scanderen ze massaal. Ik vind dat gewoon geestig.

Ik merk bij mijn vrienden – toegegeven, vooral linkse twintigers uit grootsteden – dat er wat neergekeken wordt op alles dat ‘volks’ is. Jij lijkt die identiteit met je liefde voor voetbal en je Vlaamse typetjes net te omarmen.

Verheye: Vlaamse cultuur is voor mij een brede waaier. Daar horen de mensen die jij beschrijft bij, maar evengoed de dandy’s uit de businesswereld of de boeren op het platteland. Ik vind het leuk om door al die verschillende klassen te cruisen en de kleine kantjes op een plezierige manier te benoemen. Uiteindelijk is dat waar we vandaan komen en daarop neerkijken vind ik ook maar hautain. Er bestaat een soort links snobisme dat net zozeer bekrompen is.

Ik mag dus opschrijven: Rik Verheye vindt de Vlaamse volkscultuur top?

Verheye: Er zijn natuurlijk bepaalde aspecten waar ik niet mee akkoord ga. Maar tegelijk moet je alles in zijn context zien. Ik vind het bijvoorbeeld heel raar wanneer programmamakers zich verontschuldigen voor wat ze vijftien jaar geleden hebben gemaakt. Kijk naar de makers van Little ­Britain. Wanneer je je zo krampachtig gaat excuseren en je distantiëren van je werk, dan ga ik bijna geloven dat het echt met racistische, seksistische bedoelingen is gemaakt. Mijn manier om me te excuseren zou zijn: sorry, ik zou het nu niet meer zo maken, maar toen was de tijdsgeest helemaal anders. Niet per se je verontschuldigen, dus, maar wel meegaan met je tijd.

Hoe denk je dat we over vijftien jaar naar Nonkels kijken?

Verheye: In ufo’s. (lacht) Nee, ik hoop dat we gaan denken ‘amai, de mensen waren toen nogal bekrompen’, maar ik vrees dat het nog steeds relevant zal zijn. Wat raar is om te zeggen over je eigen reeks. Het is een dubbeltje op zijn kant.

© Anneke D’Hollander

Nonkels

Nu op Streamz en vanaf 18.04 op Play4.

Rik Verheye

Geboren in 1986 in Knokke.

Studeert aan het Herman Teirlinck Instituut.

Vertolkt Jay Vleugels in Callboys en Willy Persyn in Nonkels.

Is een trouwe supporter van Club Brugge en sinds vorig jaar voorzitter van Sporting Hasselt​.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content