Paul Baeten
‘De cultuur die de meeste stille slachtoffers maakt, is de bedrijfscultuur’
P.B. Gronda, auteur van onder meer Wanderland, Straus Park en Onder vrienden, stelt zich vragen bij de bedrijfscultuur.
Zonder sterk te overdrijven kunnen we stellen dat de Hollandse cultuur misschien niet de rijkste is op het culinaire vlak. Geef ze papiersnippers met genoeg ketchup en ze zeggen nog: zoow, lekker!
Van bijvoorbeeld de Amerikaanse cultuur kun je ook veel zeggen. Laten we dat maar niet doen voor een incel met een oorlogswapen de boel overhoop komt schieten.
Ik weet nog hoe we een incel noemden in mijn tijd: ‘Ene zonder lief.’ Was niks mis mee. Werd wel mee gelachen, als het te lang duurde. Lachen, zolang het niet pesten wordt, kan helpen. Echt waar. Mijn klasgenote Eva zag me in het derde middelbaar ooit uit de gymles komen met mijn sweater om mijn middel geknoopt en vroeg: ‘Was ’t plezant op de jazzdance?’
En dat was genoeg! Dat was genoeg.
Extreem weinig mensen zijn gemaakt om als een schakel in een bedrijf te werken.
Dan moet je gewoon dankbaar zijn en het advies nemen voor wat het waard is. Dat is deel van de jongerencultuur, waar op zich ongetwijfeld ook weer heel wat slechts over te vertellen is. Net zoals over de Italiaanse cultuur met haar boertigheid in het verkeer, de Franse cultuur met heel haar Franse cultuur en de hooligancultuur met dat bier gooien en dat geroep.
De cultuur die de meeste stille slachtoffers maakt, lijkt me echter niet zozeer aan een of andere natie, sport of leeftijd verbonden te zijn. Het is – ik klik even op deze slide en… Ja… Sorry, deze morgen lukte het nog. Luk, doe jij het licht even uit? Hier hebben we hem al: de bedrijfscultuur! Ja. Licht mag weer aan. Dat het licht weer aan mag, Luk!
Een van mijn beste studentenjobs ooit was die van kantoorhulpje bij een lokale tak van een Amerikaanse groep, op een industriepark langs een hoofdstedelijke steenweg. Hoewel ik het geluk had voor een erg fijne, niet-psychopathische baas te werken – al dan niet per ongeluk een vrouw – wist ik dat ik nooit geluk zou vinden in een job waar hiërarchie, structuur en processen zo belangrijk zijn.
Zo’n gemiddeld bedrijf doet me nog het meeste denken aan een cultus. Als je eenmaal in het bedrijf zit, word je geacht niet alleen een soldaat maar ook een believer te zijn. Er is ‘de baas’, een soort goeroe ofwel – vaak – een dictator, en er zijn heersende gewoonten en gebruiken. Daar moet je echt in mee, anders hoor je er niet bij. Je hebt mensen die helemaal volgens de kerk denken, en die groeien. En er zijn mensen die in een soort cynisme vervallen want de opgeklopte kost niet meer vreten, en die worden door een beslissing van iemand op hr of door een burn-out uit het systeem gehaald.
Extreem weinig mensen zijn gemaakt om als een schakel in een bedrijf te werken. Het is ook allemaal maar een onnozele afspraak. Iemand verdient 200 euro meer, en die is dan je baas. Als je die titel hebt, mag je kiezen tussen die auto’s. Op dinsdag mag iedereen een gewoon T-shirt aan, want dinsdag doen wij van nv Killmenow lekker gek.
Met zovele duizenden mensen in onze samenleving die uitgeblust of depressief weken of maanden thuis moeten bekomen van iets wat gewoon hun job was, lijkt mij de eerste cultuur die we moeten aanpakken die van onze organisaties te zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier