Audiocollectief Schik, verslingerd aan podcasts: ‘Eén moord en dan klaar. Kunnen we dat afspreken?’

© JORRE JANSSENS
Kristof Dalle Journalist

Sinds Spotify mee de kar trekt en covid-19 onze voet op het rempedaal dwingt, boomt podcast als nooit tevoren. Siona Houthuys, Nele Eeckhout en Mirke Kist houden als Schik al jarenlang de Vlaams-Nederlandse audio-eer hoog. En nu werkelijk iedereen zich aan podcastmysteries waagt, veranderen de makers van Bob en El Tarangu het geweer van schouder. ‘Ik vraag me eindelijk niet meer af of het wel iets wordt met podcast.’

Het is even wennen.

Nu de drie vrouwenstemmen waar ik de afgelopen dagen keuken, tuin en bed mee heb gedeeld voor mijn neus geïncarneerd zijn, heb ik nog steeds de neiging om achterover te leunen en gewoon te luisteren. De audioromancières hebben hun vertrouwde voice-overdictie ingeruild voor iets lokalere varianten van het Nederlands, maar het zijn zonder twijfel dezelfde stemmen die me net urenlang de bekroonde podcasts Bob en El Tarangu in het oor hebben geblazen.

In het intieme Bob (2017) proberen Siona Houthuys, Nele Eeckhout en Mirke Kist in zes afleveringen via zijwegjes langs archivarissen en hersendokters uit te vissen wat er aan is van het vreemde relaas van de 85-jarige Elisa. Wanneer de dementie haar herinneringen brutaal door elkaar gaat husselen, als een uitgelaten kind in een stapel herfstbladeren, komt ze plots (en voor het eerst) met het verhaal van haar vergeten jeugdliefde Bob. In El Tarangu (2019) lost het trio het mysterie op omtrent José Manuel Fuente, de wielrenner die jaren na zijn vermeende dood een bord mosselen ging eten met bergkoning Lucien Van Impe, een man zo hoffelijk dat hij tussen hors-d’oeuvres en digestief stomweg vergat aan te stippen dat zijn tafelgenoot volgens alle bronnen al lang onder de grond diende te liggen. Bob werd ondertussen meer dan anderhalf miljoen keer gedownload, El Tarangu cirkelt rond de negenhonderdduizend.

Er zijn bedrijven die ergens lezen ‘dat podcast nu een dingetje is’, even gaan googelen en bij ons uitkomen. “Bob? Wij willen ook een Bob!” Zo werkt het niet.

Nele Eeckhout

Bob was de eerste creatie van het audiocollectief na hun afstuderen aan het Antwerpse Conservatorium in 2016. Een periode waarin het woord podcast nog zoveel uitleg nodig had dat ze zich tijdens hun zoektocht gemakshalve presenteerden als ‘radiomakers’. Dat spaarde aardig wat tijd uit. Ondertussen lijkt de podcastmarkt stilaan volwassen, of minstens een late puber, want het woord werd al bedacht in 2004. ‘De toegankelijkheid was lang een probleem’, zegt Houthuys. ‘Het was een gedoe. Veel meer opties dan aanmodderen met brakke apps of het onhandige iTunes had je niet.’ Ondertussen zet ook Spotify hoog in op podcast: het streamingplatform wil ‘audio’ zijn, niet louter ‘muziek’. Vorig jaar kocht het bijvoorbeeld de Amerikaanse studio Gimlet Media – die onder meer de populaire Heavyweight-podcast maakt – en eerder dit jaar sloot het een exclusiviteitsdeal met Joe Rogan (The Joe Rogan Experience) voor honderd miljoen dollar. ‘Was ik jaloers op Rogan? Zeker wel’, lacht Kist. ‘Maar dergelijke deals maken wel dat ik me vandaag, in tegenstelling tot een paar jaar terug, niet meer afvraag of het eindelijk echt iets wordt met podcast of het gewoon een hip woord voor de geschiedenisboeken zal blijken.’

***

‘Kwans, pas op!’

We zitten in het appartement van Nele, boven een Gentse brocantezaak. Er worden glazen appelsap, thee, koffie, water, verse slagroom, gedroogde abrikozen en koekjes aangedragen en op de trap kruist Mirke de gastvrouw en haar dienblad gevaarlijk dicht.

‘Kwans?’

‘Een verbastering van – rare – kwast, als ik het me goed herinner’, zegt Nele. ‘Siona is Muis. En ik ben als 31-jarige net de ‘Neeltje’ ontgroeid.’

Toen ze nog samen woordkunst studeerden, werden Kwans, Muis en Neel de Schikgodinnen genoemd – vandaar de naam, ja. Of K3, de gemakkelijkheidsoplossing voor iedereen die meer dan twee samentroepende vrouwen in het wild spot.

‘De Drie Geitjes ook’, vult Mirke aan. ‘Of Kwik, Kwek en Kwak. Vreselijk irritant was dat. Zeker wanneer docenten het deden, of mensen met wie we vandaag nog moeten samenwerken.’

‘Ondertussen neemt men ons gelukkig ernstig, ‘ zegt Nele, ‘maar de eerste jaren van Schik herinnerden we onszelf er voor elke meeting aan dat we zeker niet te uitgelaten mochten lachen. Want jonge vrouwen die lachen, dat zijn al snel “gibberende grietjes”.’

Toen jullie aan het Conservatorium studeerden, was podcast hooguit een nicheverhaal. Hoe werden jullie plannen er ontvangen?

Mirke Kist: Met matig enthousiasme. ‘Blijven jullie maar bij je leest. Radio, allemaal goed en wel, maar p-p-p-podcast?’

Nele Eeckhout: Men bekeek ons alsof we het over een soort ruimteschip hadden. Ondertussen is de opleiding geëvolueerd, maar het dichtste dat in woordkunst in de buurt kwam van wat wij wilden maken, was radiodocumentaire. ‘En dat is wel leuk, maar geld kun je er niet mee verdienen.’

Siona Houthuys: Tegelijk is het wel dankzij leraressen als (radiomaker en audiokunstenares, nvdr.) Katharina Smets en het brede pakket aan ingelepelde vaardigheden in woordkunst dat we vandaag staan waar we staan. Je leert er vooral een verhaal op te bouwen, of dat nu op een podium is, in tekst of met geluid.

(vlnr.) SIONA HOUTHUYS, MIRKE KIST en NELE EECKHOUT.
(vlnr.) SIONA HOUTHUYS, MIRKE KIST en NELE EECKHOUT.

Het is puur anekdotisch bewijs, maar het tikt ondertussen aardig aan: wie uit de woordkunstopleiding komt, moet blijkbaar steevast door een mild pedante fase. Ter illustratie: alumni als Linde Merckpoel en Michèle Cuvelier hebben bij StuBru gesolliciteerd met een uurtje radio dat zo highbrow was dat zelfs Klara er – na een lange, plechtstatige pauze – vriendelijk voor zou passen. Herkenbaar?

Kist:(lacht) Wij waren daar snel van af, en vonden elkaar daar ook in. Geen van ons wilde op een podium kruipen, naast een kerel die zwaarmoedige gitaarmuziek speelde, om gedichten vol pathos te brengen.

Eeckhout: Siona en ik hebben ook eerst taal- en letterkunde gestudeerd: dat idee van ‘je moet alles gelezen hebben en vooral doen alsof je dat gisteren al gedaan had’ konden we daar al uitzweten.

Hoe liep jouw parcours, Mirke?

Kist: Voor ik op mijn twintigste in Antwerpen verzeilde, woonde en werkte ik in Amsterdam. Ik wilde actrice worden, zoals de helft van alle twintigjarige vrouwen. Maar na de zoveelste auditie met honderden andere kandidaten wilde ik toch gaan studeren. Iemand had me woordkunst ingefluisterd. Geen idee wat dat precies was, ik wist alleen dat Bart Moeyaert er lesgaf, en van hem was ik als veertienjarige al fan. Zoals de helft van alle veertienjarige meisjes.

Vlak voor jullie afstudeerden, debuteerden jullie bij het Nederlandse VPRO met Roes, een vierdelige reeks over de roes in al zijn facetten. Valt dat voor jullie nog te beluisteren zonder ineen te krimpen bij elke beginnersfout?

Kist: Ik kan het niet, nee. Wanneer ik daarin bijvoorbeeld het woord ‘kampvuur’ uitspreek, hoor je knetterende geluidjes op de achtergrond. (krimpt ineen) Gelukkig zijn we het anders gaan doen bij Bob.

Houthuys:En toch moeten we daar trots op zijn. We waren zoekend op het vlak van stijl en klankkleur, en dat was een hilarisch experiment, maar ik zie in Vlaanderen nog steeds geen vergelijkbare experimenten opduiken.

Eeckhout:Ik mis de tijd dat niemand ons kende en er nul verwachtingen waren. Ondertussen is Bob zowat de gouden standaard geworden voor Nederlandstalige verhalende podcasts. We kunnen vandaag niets meer maken, of zelfs maar een subsidiedossier indienen, zonder daartegen afgewogen te worden. Het is wel zo dat wij die lat daar destijds hebben gelegd. Bob is van ons. (lacht) En we willen onszelf niet eeuwig herhalen, maar net podcast in al zijn vormen onderzoeken.

Kist:Iedereen wil vandaag een mysterie oplossen. Het liefst een moord. In zes afleveringen of minder. Maar zo’n mysterie werkt ook zeer beperkend: na zes afleveringen zijn wij ook klaar. Terwijl de fantastische en zeer inspirerende podcast Invisibilia van Lulu Miller, Alix Spiegel en Hanna Rosin de seizoenen kan opstapelen.

Als mensen me vertellen dat ze naar Bob geluisterd hebben terwijl ze met dit of dat bezig waren, dan vind ik dat altijd een beetje jammer.

Siona Houthuys

Wat maakt Invisibilia, een Engelstalige podcast over psychologie, precies zo inspirerend?

Eeckhout: Het is niet zomaar een podcast over psychologie. De tagline is inderdaad ‘The invisible forces that shape human behaviour’, maar Miller, Spiegel en Rosin zijn vooral sterke verhalenvertellers die het geheel met hun teksten ook naar een ander niveau tillen. Dat, en ze interviewen heel straf.

Kist: ‘Make it a better date’, adviseert Miller. Zoek een manier waarop je leven in je scènes kunt blazen, en ga niet in een luchtledige studio zitten, want in de studio is niemand zichzelf. Dat proberen wij ook toe te passen. En wat de vorm betreft: het gaat om drie vrouwen die elkaar afwisselen en soms ook samen stukken inspreken. Dat was voor ons destijds het bewijs dat het dus wel kon, wars van de commentaar van sommige recensenten, die vonden dat we voor Bob beter één host hadden gekozen. Maar hoe? We doen letterlijk alles samen.

Wat is podcast voor jullie? Of beter: rekenen jullie pakweg de afleveringen van Interne keuken die Radio 1 na uitzending met een podcaststickertje erop online pleurt ook tot jullie medium?

Houthuys: Alles wat digitale audio is en overal te downloaden valt, is podcast. Podcast is louter het kanaal, zoals televisie dat ook is.

Kist: Je houdt niet van ’televisie’ of ’theater’, maar van een bepaald genre. Net zo goed heb je comedypodcasts, chatcasts en verhalende podcasts zoals de onze. Of helemaal correct: een non-fictie-, narratieve podcast. Het voordeel van tv-kanalen is dat ze als filter werken – niet iedereen kan zomaar wat uitzenden – terwijl podcast een heel democratisch medium is. Alleen werkt dat wildgroei in de hand. Van producties waar wij een jaar aan hebben gewerkt tot krakende opnames waarin jij even je gedachten op een rij zet op het toilet.

Ik denk dat ik daar vriendelijk voor zal passen. Het heeft ook wel iets om de laatste man zonder podcast te zijn. Ik probeer nog eens: in de lockdown heeft echt wel iedereen met late podcastplannen die nu ook wel uitgevoerd. Is dat een goede zaak?

Kist:(lacht) Wie daar zin in heeft, kan ik alleen maar aanmoedigen.

Houthuys: Níét aanmoedigen, Mirk. Eigenlijk raden we het los af.

Kist: Oké, maar iedereen die wil…

Houthuys:Mirk?

Kist: Ik begin opnieuw. Vraag je op zijn minst eerst even af wat je ervan verwacht. Is het louter een hobbyproject? Prima, maar verwacht dan niet dat je automatisch een publiek en een inkomen krijgt omdat je het online hebt gegooid. In onze workshops komen nogal wat chatcastideeën voorbij waarvan we denken: waarom zou iemand hiernaar luisteren? Je moet wel iets te vertellen hebben.

Eeckhout: En dan zijn er nog de bedrijven die ergens gelezen hebben ‘dat podcast nu een dingetje is’, even gaan googelen en bij ons uitkomen. ‘ Bob? Wij willen ook een Bob!’ Zo werkt het niet. Vaak weten ze ook amper wat podcast is, ze weten vooral dat het zo goed als niets mag kosten.

Kun je op dit moment in ons taalgebied van podcast leven? Het voelt wat als een piramidespel: iemand bekwaamt zich, scoort een hit, merkt dat er iets schort met het verdienmodel, en gaat dan uit noodzaak andere podcasters opleiden met workshops en postgraduaten. En daarna herhaalt die cyclus zich gewoon weer.

Kist: Wij kunnen ervan leven, ja. Maar een groot deel van onze inkomsten komt inderdaad voort uit workshops. (denkt na) Je ziet de podcastworkshops als paddenstoelen uit de grond schieten. Iedereen mag zich nu eenmaal een expert noemen. Allemaal goed en wel, maar ik weet niet of die wildgroei de kwaliteit in de hand werkt. Het geeft velen ook het idee dat ze hooguit een korte workshop nodig hebben en dan vertrokken zijn. Ik snap die gedachte niet. Je gaat toch ook niet uit het niets een langspeelfilm regisseren?

Een coronapodcast? We schakelen niet zo snel. We willen tijdloze podcasts maken.

Mirke Kist

Verhalende podcasts lijken binnen ons taalgebied vooral een Nederlands dingetje.

Kist: Het is geen toeval dat wij ons geld vooral uit Nederland halen. Podcast staat er al heel wat verder. Je hebt er non-fictiereeksen als De laatste dans van Frans Pollux en De plantage van onze voorouders van Maartje Duijn, maar net zo goed heel populaire chatcasts als De krokante leesmap, die de weekbladen bespreekt. Mja, ik snap het ook niet helemaal. (lacht)

Hoe consumeren we jullie verhalen bij uitstek? De gemiddelde chatcast zoals Welcome to the AA van Alex Agnew kun je beluisteren terwijl je met iets anders in de weer bent, maar dat lukt me niet bij die van jullie. Het verhaal van Elisa is me daar ook te intiem voor.

Eeckhout:Herkenbaar. Dat heb ik nu ook met Making an Opera van Stef Visjager: dat luistert wel makkelijk weg, maar ik wil me er ten volle op concentreren.

Houthuys:Als mensen me vertellen dat ze naar Bob geluisterd hebben terwijl ze met dit of dat bezig waren, dan vind ik dat altijd een beetje jammer. Bob is als een goed boek: zet je neer, schenk een glas wijn uit en geniet van ons verhaal, verdorie!

Met Bob wonnen jullie in 2017 ook een Tegel, een Nederlandse journalistieke prijs. Maar zien jullie wat jullie maken als journalistiek?

Eeckhout: Nee, maar wel bedankt voor die Tegel! (lacht)

Houthuys: We mochten uiteindelijk met de publieksprijs naar huis, niet die van de jury. Die vond – terecht – dat we geen zuivere journalistiek bedreven. Zo maken we psychologische omwegen en speculeren we graag, terwijl we eigenlijk al weten dat we zo’n hypothese in de volgende aflevering zullen moeten ontkrachten. Wij hangen niet vast aan de codes die journalisten moeten volgen. Het is non-fictie, maar we halen wel de hele literaire trukendoos boven.

Eeckhout: Bij Bob en El Tarangu was de vorm dezelfde: drie vrouwen op zoektocht. Toen we voor die laatste uit Asturië terugkeerden, wisten we eigenlijk dat we de rest van ons verhaal in Benidorm moesten halen. Een beetje journalist springt dan meteen op een binnenlandse vlucht en gaat dat uitzoeken. Wij zijn thuis de eerste drie afleveringen gaan maken om onze naïviteit te vrijwaren.

Houthuys: Wij moeten net zo onwetend als de luisteraar zijn. Als je vooraf over alle informatie beschikt, kun je niet meer terug. Terwijl daar net de kracht van onze podcasts zit: wij stellen ons de vragen die de luisteraar zich op dat moment ook stelt.

Veel podcasts moeten het hebben van wat The Guardian Big Niche noemt: groot genoeg om bestaansrecht te claimen, maar tegelijk moet het aanvoelen alsof het ieders geheimpje is, een ontdekking die je met anderen wilt delen.

Kist: (knikt) Dat communitygevoel is belangrijk. Een intiem medium zoals podcast weekt ook veel reacties los, merk ik. Mensen voelen zich heel snel geraakt of aangesproken. Zo kregen we na El Tarangu een hoop mailtjes van luisteraars die ook met een fantast of een pathologische leugenaar te maken hadden gekregen.

Klopt het dat Siona ‘de verhalenmagneet’ van jullie drieën is?

Eeckhout: Echt wel. Het vervelende standaardantwoord is dat verhalen gewoon op ons pad komen, en dat is ook zo. Alleen kan dat enkel maar gebeuren als je nieuwsgierig en oprecht geïnteresseerd bent en ontvankelijk in de wereld staat. Op dat vlak is Siona een natuurtalent. Ze stelt meer vragen dan ze zelf praat, en sinds ik haar ken, probeer ik dat ook vaker te doen: niet krampachtig de ether vullen als een gesprek stokt, maar gewoon vragen stellen. Wat je terugkrijgt, is zoveel boeiender. En het schept rust, want je moet de boel zelf niet vollullen.

Kist: Sinds Bob krijgen we vaak mails met potentiële verhalen binnen. Dan denk ik al snel dat het niet dik genoeg is, maar Siona zal dan toch nog even verder graven. Je moet soms in dingen durven te geloven, terwijl ik meteen beren op de weg zie. Als Nele en ik bijvoorbeeld met onze schoonouders moeten praten, dan kanaliseren we even onze innerlijke Siona.

Houthuys:(droog) Blijkbaar stel ik nogal veel vragen.

Audiocollectief Schik, verslingerd aan podcasts: 'Eén moord en dan klaar. Kunnen we dat afspreken?'
© JORRE JANSSENS

Op basis van de podcastgesprekken zou ik inderdaad durven te stellen dat ‘ik ga het gewoon vragen’ jouw favoriete vijf woorden zijn. Hoe heikel het thema ook is.

Houthuys: Ik ben gewoon benieuwd hoe andermans leven loopt, tot in de stomste details. Zeker als er wat gedronken wordt. Giet drie cava’s in mij en ik vraag wildvreemden naar foto’s van hun broers en zussen. Dan wordt mijn mensenliefde alleen maar groter.

Iedereen heeft minstens één uur aan boeiende verhalen in zich. Je moet het er gewoon weten uit te peuteren.

Eekchout:(knikt) Ik sta er altijd van versteld hoe graag mensen vertellen als je er gewoon naar vraagt. Eigenlijk is dat best ook een treurige vaststelling.

Komen er jullie ook sterke verhalen aanwaaien die jullie helaas moeten laten liggen omdat ze zich minder lenen voor audio?

Houthuys: Er worden ons nogal wat moordzaken gestuurd, onder grote geheimhouding. Maar moord, daar beginnen we niet aan. Wij doen niet aan true crime. Of kom, één keer misschien. Maar dan louter als excuus om in de psychologie achter de moordenaar te duiken. Oké, één moord en dan klaar, kunnen we dat afspreken?

Kist: Ik vind het wel best heftig dat elke podcaster vandaag denkt moordzaken te kunnen oplossen waar de politie al jaren de tanden op stukbijt.

Jullie krijgen constant cold cases in de bus?

Houthuys: Niet constant, wel opmerkelijk vaak. Luisteraars met een verdacht overlijden in de familie die ons vragen om dat uit te zoeken, bijvoorbeeld.

Kist: Ik snap dat de familie met vragen worstelt, maar cynisch genoeg moeten wij zo’n zaak ook als verteller bekijken. Er moet vlees aan zitten, en louter een verdacht overlijden is nooit voldoende. En als het even kan: ook graag een moord in een fijne setting. Een afrekening in het milieu van de hondentrimsalons, bijvoorbeeld. (lachje)

Eeckhout: Dan is er nog mijn lievelingsmail: ‘Beste Schik, ik denk dat ik een Van Gogh gevonden heb op zolder. Maar ik wacht nog even om dat te onderzoeken tot jullie hier zijn.’

Ik zou kijken naar de tv-spin-off van Schik.

Eeckhout:(dramatisch) ‘Een moord? Een verloren gewaand meesterwerk? Schik komt eraan!’

Houthuys: Net zo goed krijgen we heel lieve, goedbedoelde mailtjes van mensen die een boekje hebben geschreven over een of andere fietstrip en vragen of wij dat in een zesdelige podcast willen gieten. Ik hoop wel dat er een dezer toch weer een geweldige case in onze mailbox zit. Ik wil echt opnieuw een verhaal vertellen.

Toch gooien jullie het binnenkort over een andere boeg, weg van de doodgewaande wielrenners en fantasmen van een oude vrouw. Jullie volgende project wordt een samenwerking met documaakster Sofie Peeters over de anticonceptiepil. Dat lijkt, voor Schik althans, zeer rechttoe rechtaan.

Houthuys: Na El Tarangu waren we even klaar met mysteries. Zo’n project weegt ook zwaar: in de laatste dagen van Bob zijn we net niet krankzinnig geworden.

Eeckhout: Je neemt ook telkens een enorm risico door in te tekenen op een verhaal waarvan je vooraf niet weet of je aan het eind wel iets in handen zal hebben. Hoe loopt dat af? Zal dat vet genoeg zijn? Dat is geweldig spannend, maar ook gekmakend.

Wat moet De pil precies worden?

Eeckhout: In de media verschijnen zo goed als uitsluitend stukken voor of tegen. Wij hopen iets af te leveren dat heel intelligent het midden houdt. Nuance wordt de grootste uitdaging. ‘Om de zoveel tijd is ze daar weer, de kritiek van witte, hoogopgeleide meiden die tegen hormonen zijn’, las ik bijvoorbeeld tijdens de research. Lap, wij zijn drie witte, hoogopgeleide meiden.

Die tegen hormonen zijn?

Eeckhout: Niet per se, maar we moeten toch ook niet dankbaar en kritiekloos op onze knieën gaan zitten? Uiteraard zijn er voordelen verbonden aan de pil. Vandaag worden die voordelen echter gebruikt om de nadelen plat te slaan.

Kist: Het is toch niet omdat de pil zestig jaar geleden de beste manier was dat we vandaag op zijn minst niet even om het hoekje mogen kijken? Wat weten we vandaag? Wat zijn de alternatieven?

Houthuys: Voor alle duidelijkheid: het is niet de bedoeling om een feministisch document te maken waarin we vier afleveringen lang roepen ‘dat het nu tijd is voor een mannenpil’.

Met de pil raak je per definitie aan feminisme.

Eeckhout: Op een manier zal dat bij ons niet anders zijn, maar onze stijl is nooit die van twee voeten vooruit geweest. Je kunt mensen ook op een zachte manier aan het denken zetten, zoals we met Bob en onderwerpen zoals dementie gedaan hebben. Wij mijden de zware thema’s nooit, maar we maken wel een omweg via de verhalen.

Houthuys: Een bepaald fonds vroeg zich af waarom deze reeks gemaakt moest worden. ‘En waarom nu?’ Dat kun je je over elk van onze podcasts afvragen. ‘Een podcast over dementie? Waarom nu?’ Omdat we ons zo in onze onderwerpen verdiepen, zijn we trage makers. We blijven dus zo ver mogelijk weg van de actualiteit. Zelfs als we morgen zouden beslissen om een podcast over Black Lives Matter te maken, dan zou die pas ten vroegste in de zomer van 2021 klaar zijn.

Kist: Virus Verhalen, een narratieve coronapodcast, won onlangs De Zilveren Reismicrofoon in Nederland. Wij zouden er niet eens aan denken. Wij schakelen niet zo snel. Wij willen ook tijdloze podcasts maken. Bob kan nog gemakkelijk honderd jaar mee.

Audiocollectief Schik

Opgericht in 2015 door Mirke Kist (1991), Siona Houthuys (1989) en Nele Eeckhout (1988).

Doen hun ding als podcasters.

Bekend van de verhalende podcasts Bob (2017), Laura H. (2018) en El Tarangu (2019).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content