‘Arnout Hauben en zijn ploeg haken altijd weer pijn en schoonheid aan elkaar’

© VRT 2019
Tine Hens
Tine Hens Journaliste voor Knack

Het reisprogramma Rond de Noordzee van Arnout Hauben wist onze tv-recensente te ontroeren: ‘Serendipiteit is hét grote talent van Hauben.’

Hoe vaak kun je als tv-maker hetzelfde doen zonder dat je kijkers van verveling in slaap sukkelen? Waarom die vraag? Dat heeft alles te maken met het intussen drie afleveringen oude nieuwe programma van Arnout Hauben, dat bijzonder sterk lijkt op het vorige programma van Arnout Hauben maar er toch net voldoende van verschilt. Dat zijn zaken waarvan ik vrolijk word.

Als de tv-wereld en pakweg de verpakkingsindustrie één ding gemeen hebben, dan is het dat ze beide nogal allergisch reageren op het idee van recyclage. Tv-makers vinden het een aanfluiting voor hun oneindige creatieve brein. Vernieuwing heet de grondstof van vooruitgang en succes te zijn. Hauben is er het levende bewijs van dat hergebruik een even sterk keurmerk kan zijn.

Arnout Hauben en zijn ploeg haken altijd weer pijn en schoonheid aan elkaar.

Laat ik het eens hebben over dat wonder Arnout Hauben. Dat begint bij zijn voeten. Niet dat ik een fetisjist ben, maar het overkomt me weleens dat ik aan de voeten van Hauben denk.

Wat hebben die voeten al wat afgewandeld. Of nee, ploeteren is een beter woord. Vorig jaar ploeterden ze door ijs en sneeuw, maar ze ploeterden ook al door loopgraven, en in Rond de Noordzee ploeteren ze vooral door zand op stranden langs de kustlijn van de zee die ooit de horizon van zijn leven vormde.

‘Als kind,’ vertelt Hauben iedere keer weer in de begingeneriek, ‘was ik er zeker van. De wereld eindigde op het strand waar ik zandkastelen bouwde.’ Vele lessen aardrijkskunde later weet Hauben dat de kustlijn van de Noordzee zich niet beperkt tot de 67 kilometer die wij volbouwden, maar dat die zich west- en noordwaarts over wel vijfduizend kilometer uitstrekt. Het zijn die kilometers en die kuststroken die Hauben dit keer bezoekt. Met een rugzak op de rug en – dat is nieuw – een drone in de lucht.

Ondertussen zijn Hauben, zijn geluids- en cameraman en de drone in Grimsby aanbeland. Ooit was dit de grootste en zelfs rijkste vissershaven van een deel van de wereld. Ondertussen zijn de meeste rolluiken van de winkels in Grimsby naar beneden en staat de stad op nummer één in een ranglijst die volgens mij enkel in Groot-Brittannië bestaat: die van de verschrikkelijkste plekken van het land. Ook dat is een uithangbord. En een magneet voor een bepaald type toeristen. De sterkte van Grimsby zijn niet langer de kabeljauwen uit IJsland, wel drugs en geweld. Tenminste, dat is wat een moeder van drie bij wijze van promotie over haar geboortestad vertelt.

Hauben heeft niet alleen bijzondere voeten, hij heeft ook een blik die bijna altijd verwondering uitstraalt.

Hauben heeft niet alleen bijzondere voeten, hij heeft ook een blik die bijna altijd verwondering uitstraalt, zelfs na de vijfendertigste take van de geheel toevallige ontmoeting met pakweg een oude visser in het visserscafé Freemans Arms. Serendipiteit is hét grote talent van Hauben. Of het nu waar is of niet, niets lijkt gepland, alles gebeurt gewoon.

Oud-visser Michael vertelt over de gloriedagen van de visserij. Toen ze als ‘driedagsmiljonairs’ met zakken vol geld het nachtleven van Grimsby indoken. ‘We waren de popsterren van Grimsby.’ Maar hij voegt er ook aan toe dat hij van zijn tien vrienden er acht verloor. Op zee.

Ik weet niet hoe Hauben en zijn ploeg het doen, maar altijd weer haken ze schoonheid en pijn aan elkaar. Ik geef er nog eentje mee. Bij de snelst eroderende kliffen van Europa laat hij twee strandjutters mijmerend verklaren: ‘Mensen kennen de getijden niet meer’. Ik vind dat pure poëzie, zonder dat iemand geforceerd gedichten debiteert op een sofa. Het is de mooiste poëzie die er bestaat. Die van het hier en nu. Hauben weet die te grijpen. Met of zonder drone.

Rond de Noordzee

Dinsdag 26/2, 20.40, Eén

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content