Acteur en klusser Titus De Voogdt: ‘Mijn gezicht leent zich blijkbaar voor rotzakjes. Fine by me’

© Jef Boes
Kristof Dalle Journalist

Na de opnames van Beau Séjour 2, dat zondag aan zijn laatste aflevering toe is, wou Titus De Voogdt zich nog eens een jaar op theater toeleggen. Daar besliste die Spaanse griep van de Aldi helaas anders over. Gelukkig is zijn materiaalkoffer goedgevuld. ‘Ik heb de wereld het afgelopen jaar wat buitengesloten. Dat klinkt misschien egoïstisch en geprivilegieerd, maar het is van moetens.’

‘Ik doe niet aan Zoom en aanverwanten’, grinnikt Titus De Voogdt. ‘Ik ben wat computerschuw en heb niet eens een laptop. Mijn agent stelt mijn facturen op en mailen kan ik ook met mijn iPhone.’

Dus zitten we vandaag in zijn stadstuin in Sint-Amandsberg. Netjes tegenover elkaar aan het verandaraam, want daar heeft zo’n virus naar verluidt niet van terug. Terwijl zijn kat onze onbewaakte blikjes bier soldaat probeert te maken, gooit Titus De Voogdt nog wat hout op de buitenstoof, restanten van zijn jongste verbouwing en de plichtsbewuste plaatsing van plintjes. Ook de stoof laste hij in 2020 zelf in elkaar. Als prototype. Ondertussen bricoleerde hij er al een tiental bijeen voor vrienden.

In het afgelopen jaar heeft De Voogdt tergend veel tijd over gehad. Een jaar waarin hij alles op theater wou zetten, om een maand later de hele agenda van Studio Orka geharpoeneerd te zien door corona. Aan spelen kwam hij sindsdien amper toe. De ontknoping van het tweede seizoen van Beau Séjour en het antwoord op de vraag hoe Maurice Teirlinck (Gene Bervoets) aan zijn einde kwam, werd nog voor de crisis ingeblikt.

Gene Bervoets kwam niet meer bij toen ik hem vertelde dat ik nog nooit een man had gekust. “Meen je dat nu, Titus? Dat gebeurt toch al eens?

‘Elke maand verleg je weer de mentale grens. ‘Volgende maand spelen? Nee. Oké, nog even doorbijten dan.’ Ik was het wachten beu, dus pak ik mijn hele huis maar aan. In plaats van bananenbrood te bakken en puzzels te leggen, ben ik nu mijn zolder aan het afwerken. (denkt na) Iemand heeft me er onlangs op gewezen dat ik echt álles zelf wil doen. Of dat nu een pizzaoven bouwen is, messen smeden of mijn boot repareren.’

Omdat je niet graag afhankelijk bent van anderen?

Titus De Voogdt: Omdat ik ondertussen heb geleerd dat mijn slaagkansen behoorlijk hoog liggen. Uiteindelijk dan toch, na het nodige gevloek. Er zijn maar weinig dingen die ik niet kan met mijn handen. Mijn grootvader, een boer, had dat ook: er was niks dat hij niet kon bouwen of repareren, en als hij echt niet wist hoe, dan zocht hij het wel uit. De wetenschap dat ik desnoods ook op een andere manier mijn geld kan verdienen heeft iets geruststellends. En die praktische vraagstukken leiden me ook af. Ik hou ervan om op die manier mijn hersenen te pijnigen, en ik word er helemaal zen van.

Diende de Leona, jouw vissersboot in de haven van Nieuwpoort, daar niet voor?

De Voogdt: Ook dat was een vraagstuk. Zo heb ik moeten uitzoeken hoe je navigeert op zee, hoe je een dieselmotor repareert, wat je moet doen als er water binnenkomt bij de schroefas… Heerlijk. In de eerste lockdown heb ik ongehoord veel tijd op zee doorgebracht – gewoon wat vissen en varen voor de kust. Maar ondertussen is het weer even geleden. Die boot is mijn vluchtroute, weg van de drukte, weg van het werk. Maar momenteel is er maar weinig om van te vluchten.

Klopt het dat jouw vislijn stilaan een verlengde van jouw lichaam is geworden? Die gaat overal mee.

De Voogdt: Al-tijd. Ook op reis of als ik in het buitenland moet draaien. Die hengel brengt me op de meest wonderlijke plaatsen. Als ik een dag vrij heb op een set, zoek ik het dichtstbijzijnde water op. En dan neem ik Koen De Bouw of Peter Van Den Begin mee en stop ik hen ook een hengel in de handen. (aarzelt) Mensen zullen zeggen: is hij daar weer met zijn boot en zijn gebricoleer?

Misschien moeten we dat imago gewoon omarmen?

De Voogdt:(denkt na) Misschien wel. Sommigen spreken me nog altijd aan over De loft, die rubriek die ik ooit had in Plan B, een vrij snel ter ziele gegaan lifestyleprogramma op Play4. Daar zat eigenlijk meer in. Dat combineerde mijn twee werelden – camerawerk en creatief klussen – haast moeiteloos.

Er is een reden waarom we ook graag naar pakweg Wim Lybaert kijken wanneer die haast tot tranen toe bewogen wordt door een berg versgezeefde humus. Oprechte passie werkt altijd.

De Voogdt: Voor de crisis had ik ook het idee opgevat om een reeksje te maken rond mijn liefde voor vissen. Ik vloog zelfs met een vliegvisverslaafde naar de Balkan om daar een soort pilootaflevering te draaien. Maar goed, zolang de grenzen niet echt opengaan, heeft het niet eens zin om dat ergens te pitchen. Ik ben zelf ook echt verslaafd aan Discovery Channel. Minstens twee uur per dag staar ik naar mensen die een blokhut in Alaska bouwen, een auto restaureren of op zoek gaan naar antiekkoopjes.

Antiek?

De Voogdt:Salvage Hunters. Mijn favoriete programma.

Acteur en klusser Titus De Voogdt: 'Mijn gezicht leent zich blijkbaar voor rotzakjes. Fine by me'
© Jef Boes

Liever Salvage Hunters dan Beau Séjour?

De Voogdt: Ik vond Beau Séjour zeer fijn, en iedereen acteert er echt sterk in, maar ik snap ook dat sommige kijkers het lastig hebben met dat magisch-realisme. Ik had dat met het eerste seizoen ook een beetje. Niet dat dat me heeft tegengehouden: ik speel mee in series omdat regisseurs en ik verwachten dat ik het gespeeld krijg. Ik hoef niet elk detail geweldig te vinden, zolang ik mijn job goed kan doen en me en passant een beetje kan amuseren. Ik trek mijn neus ook niet op voor bepaalde genres. Een genre blijft hier minder aan je kleven, terwijl dat over de grenzen wel vaak gebeurt. Ik hoor toch van Franse collega’s dat ze goed moeten opletten waarop ze ja zeggen. Al denk ik dat anderen al selecteren voor mij, en me gewoon niet vragen omdat ze denken dat ik toch zou weigeren. Volgens Jessica Woodworth (regisseur van onder meer King of the Belgians , nvdr.) zit ik blijkbaar in de cultschuif. (lacht) Nu goed, op een of andere manier word ik meestal wel juist gecast. Elke rol klopt, achteraf bekeken.

Het zijn zelden de lichtvoetige tv- en filmrollen die jouw kant uitkomen. Men weet je vooral te vinden als ze nog een crimineel of flegmatiek tuig van de richel nodig hebben.

De Voogdt: Bruno Georis, een Franstalige collega die wat ouder is dan ik en eruitziet als een schoolmeester, wordt enkel gevraagd om kruidenier, advocaat of pastoor te spelen. ‘Wees blij dat jij altijd mag schieten en vechten’, zegt hij me vaak. ‘Want dat zijn vaak de leukste dagen op de set.’ Ik zal echt niet foeteren wanneer ik weer de crimineel moet uithangen. Ik doe dat graag. Maar als er af en toe eens een compleet andere type op mijn pad komt, zal ik ook niet klagen. Denk bijvoorbeeld aan de vaderrol in De twaalf.

Die vader was nu ook niet bepaald een schoolmeestertje.

De Voogdt: Oké, die roste zijn vrouw wel af. (grinnikt) Mijn gezicht leent zich blijkbaar voor rotzakjes en criminelen. Fine by me.

Vinnie, de agent met een middelgrote crush op Maurice Teirlinck in Beau Séjour, staat al verder van jouw eerdere werk.

De Voogdt:Vinnie is ongeveer het omgekeerde van alles wat ik al gespeeld heb. Al wil dat nu ook niet zeggen dat ik daar een compleet ander register voor moest opentrekken.

Bervoets sleutelde nog flink aan zijn personage. Zo gaf hij hem bijvoorbeeld een autismespectrumstoornis mee. Wat heb jij nog toegevoegd aan Vinnie?

De Voogdt: Weinig. Als een rol goed geschreven en uitgewerkt is, blijf ik er liever af. Het is leuk om te improviseren en samen een personage uit te diepen, maar spelen wat er staat is ook fijn. Dan moet ik voor een keer niet uit mijn eigen vaatje tappen. De regisseur is de bouwheer: als hij rode tegels wil, dan leg ik rode tegels.

Gingen we niet stoppen met de bricoleermetaforen?

De Voogdt: O juist. (lacht) Ik bedoel gewoon: ik ben een huurling, gebruik mij.

Op het vlak van representatie valt er weinig te zeiken over een reeks met veel sterke vrouwenrollen en twee queer koppels. Niet dat Vinnies seksualiteit vreselijk hard uitgespeeld wordt. Integendeel, meer dan een kuis, geschikt-voor-zondagavondfictie-kusje aan Louis Talpe hoeft dat blijkbaar niet te zijn.

De Voogdt: Als men mij gevraagd had om Vinnie heel over the top wuft te spelen, had ik het ook gedaan. Als dat steek had gehouden in het verhaal. Maar ingetogenheid klopte hier beter, denk ik. Als mijn vrouw en ik ’s ochtends naar het werk vertrekken, draaien wij elkaar ook geen passionele tong aan de deur, hè. De regisseurs, Kaat Beels en Nathalie Basteyns, vormen een koppel, maar die doen dat ook niet op de set.

Ik kan me niet het leed van de hele wereld aantrekken. Daarvoor is die veel te fucked up.

‘Personages die homoseksueel zijn, zijn dat meestal alleen in naam’, schreef Knack-columnist Peter Casteels onlangs over Vlaamse fictie. ‘Voorts lijken het net hetero’s, alsof er helemaal geen wezenlijke verschillen zijn. Het is een vorm van goedbedoelde ontkenning, vast uit angst voor stereotypen.’

De Voogdt: De scenaristen vonden het gewoon niet zo’n belangrijk onderdeel van het verhaal. We hebben er op de set ook geen grote discussies over gevoerd. (denkt na) Toegegeven, ik vond het ook wel comfortabel zo, voor mijn eerste homorol. Want ik had zelfs nog nooit met een man gekust. Gene kwam niet meer bij van het lachen toen ik hem dat vertelde. ‘Meen je dat nu, Titus? Dat gebeurt toch al eens?’ ‘Sorry Gene, het is er gewoon nog nooit van gekomen.’ Ik was eerlijk gezegd behoorlijk zenuwachtig om Gene Bervoets binnen te draaien. (lacht) Uiteindelijk viel dat allemaal mee. Een seksscène met een knappe actrice die je kent en apprecieert, voelt eigenlijk veel vreemder dan de gay love interest van een acteur op leeftijd spelen. Minder awkward of zo? Een minder geladen sfeer ook.

Beau Séjour 2 werd nog opgenomen in prepandemische tijden. Was dat jouw laatste set?

De Voogdt: Tussen de lockdowns heb ik ook in de Engels-Duits-Belgische productie The Window gespeeld, en waren er een paar draaidagen voor F*** You Very Much van Bert Scholiers. En verder is vooral veel ‘hangende’. Je kunt vandaag niks definitief afkloppen, want je weet niet hoe de situatie er deze zomer zal uitzien. Mijn agent zei me dat hij, hoewel al zijn spelers werkloos zijn, nog nooit zoveel werk heeft gehad met plannen en herplannen. Er zit ook echt een bottleneck aan te komen in de fictie: iedereen mikt ondertussen op augustus en september, in de hoop dat we dan van de meeste beperkingen af zijn.

Theater heeft zich het laatste jaar ook enigszins digitaal moeten her-uitvinden. Daar leek jij voor te passen.

De Voogdt: Dat is ersatztheater. Goed om de grenzen eens af te tasten, maar vooral om nog eens te beseffen dat theater in een zaal voor publiek hoort. Wat niet wegneemt dat daar leuke ideetjes tussen zitten. Zo heeft Compagnie Cecilia een fietsroute uitgestippeld met een vijftiental rustpunten waar je een QR-code scant en een verhaal te horen krijgt. Onder meer van mij. Dat is tof. Zolang ik maar niet in première moet gaan voor tien man, terwijl de rest thuis naar een livestream staart. Ik word toch vooral triest van dat idee. Maar goed, alles heeft zo ook zijn voordelen, zeker? Na een paar zeer hectische jaren kan ik nu mijn kinderen echt zien opgroeien. Ik weet perfect wat er bij hen en mijn vrouw speelt, dat is ooit wel anders geweest. Voor corona gaven we de kinderen soms noodgedwongen aan elkaar door – kwam zij net terug uit Italië voor haar werk in de modesector, moest ik meteen vertrekken naar pakweg Bulgarije voor een film.

'Het afgelopen jaar ben ik soms heel jaloers geweest op mensen die wél op een set mochten staan.'
‘Het afgelopen jaar ben ik soms heel jaloers geweest op mensen die wél op een set mochten staan.’© Jef Boes

Is dit een oefening in positiviteit?

De Voogdt:(onverstoorbaar) Ik ga weer lopen. Mijn conditie is top. Ik lees meer. Ik ken alle wandelpaden in het Gentse. Ik vis nu ook op snoek in het Albertkanaal. Ge zaait wat naar de zak, zeker? De bron is stilaan opgedroogd na een jaar zonder noemenswaardig werk, en deze malaise mag nu wel stoppen, maar ik heb me voorgenomen niet meer te klagen. Er zijn weken waarin het me allemaal niet kan schelen, en dan zijn er die weken waarin je het allemaal behoorlijk zwart inziet omdat je geen idee hebt wanneer je weer kunt spelen. Ik probeer me dan maar op te trekken aan de vaccinaties die op gang komen en mezelf in te peperen dat alles altijd goed komt. Ik geloof dat echt, zelfs al is het misschien helemaal niet waar. (denkt na) Ik heb de wereld het laatste jaar wat buitengesloten. Dat klinkt waarschijnlijk egoïstisch en geprivilegieerd, maar het is van moetens. De radio gaat uit bij slecht nieuws – nieuws dus – en ik pas beleefd als mijn vriendin me weer eens een documentaire over een zwaar thema aanraadt. Maar dat klinkt een beetje fout, niet?

Moeten we allemaal Atlasgewijs de wereld torsen?

De Voogdt: Daarvoor is de wereld te fucked up. Ik kan dat niet aan. Dat is struisvogelgedrag, ik weet het, en je mag me gerust hypocriet vinden, maar ik kan me niet het leed van de hele wereld aantrekken. Hooguit probeer ik met Studio Orka in normale tijden een beetje troost te brengen en problemen aan de kaak te stellen. Hopelijk maak ik daar toch een klein verschil.

Je hebt jouw carrière altijd met een zekere lichtvoetigheid en laisser-faire aangepakt. Je zag wel wat er op je pad kwam. Ik kan me inbeelden dat een crisis als deze de lichtvoetigheid er wat uit ranselt? Plots moet je wel echt nadenken over de toekomst.

De Voogdt:(knikt) Het viel nooit echt stil, maar nu is het echt doodstil. Dat is confronterend. Je wordt je heel goed bewust van je eigen positie. Ik heb altijd alles zowat op mij af laten komen en vooral het laaghangende fruit geplukt, maar nu merk ik dat ik niet tot bij dat fruit helemaal bovenaan geraak. (denkt na) Ik ben nooit echt jaloers geweest, zelfs niet toen ik collega’s een rol zag spelen die perfect voor mij was. Ik hoefde daar allemaal niet over na te denken: er was toch werk genoeg. Het afgelopen jaar ben ik soms zeer jaloers geweest. Op mensen die wél op een set mochten staan, die wel een voorstelling hadden. Interessante gewaarwording wel. (grinnikt) Maar hey, dan duikt er weer een praktisch vraagstuk op en kan ik weer even verder.

Beau Séjour 2

Laatste aflevering op 4/4 op Eén en integraal te bekijken op VRT Nu.

Titus De Voogdt

Geboren in 1979 in Gent.

Mag zich sinds zijn studies aan Sint-Lukas Gent meester in de beeldhouwkunst noemen.

Startte zijn theatercarrière als tiener onder auspiciën van Arne Sierens. Speelt vandaag in de voorstellingen van jeugdtheater Studio Orka.

Is te zien in films als Anyway the Wind Blows, Steve + Sky, King of the Belgians en The Barefoot Emperor, en in reeksen als The Missing, De dag, De twaalf en Beau Séjour.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content