25 jaar Samson & Gert: Deze 6 uitdrukkingen werden Vlaams cultureel erfgoed

© Studio 100

Precies 25 jaar geleden werd de allereerste aflevering van Samson en Gert uitgezonden. Vlaanderen maakte kennis met de sprekende hond van presentator Gert Verhulst. Deze uitspraken uit de reeks raakten ingeburgerd in het dagelijkse taalgebruik.

1. ‘Ik moest kloppen (want de bel doet het niet)’

Gisteren nog in ‘Komen Eten’: drie kandidaten staan voor een deur in Dendermonde, maar de bel is stuk. Bij het binnenkomen de onsterfelijke woorden: ‘Ik moest kloppen, want de bel doet het niet’. Wellicht is dit zonder meer de uitdrukking uit het hele Samson-archief die ook vandaag nog het meest bruikbaar is. De bel ten huize Samson en Gert was al van bij het begin stuk, en door de avonturen van het tweetal was er ook nooit tijd om die te laten herstellen. Je zou denken dat de personages dat op duur wel zouden doorhebben, maar neen. De herhaling is de moeder van de wijsheid, dus drukten Octaaf, de burgemeester en Alberto Samson en Gert elke keer weer met de neus op de feiten.

Een kapotte bel kan iedereen overkomen, en zo lang de beleefdheid het nog voorschrijft, kloppen we ook beleefd op een deur voor we ergens binnengaan. De frase heeft zich in ieders onderbewustzijn genesteld, en voor veel mensen zal de link met Samson ondertussen al wat vervaagd zijn. Voor deze passe-partout: bedankt, Gert Verhulst.

De uitdrukking werd ook verwerkt in een lied:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

2. ‘Aan allen die gekomen zijn: proficiat’

Een van de meest voorkomende angsten vandaag in Vlaanderen is spreken voor publiek. Maar oefening baart kunst, zo blijkt uit Samson en Gert. De burgemeester, met glans vertolkt door Walter De Donder, lijkt soms ook wat zenuwachtig als hij een woordje moet placeren voor een menigte. Maar door de jaren heen heeft hij toch de nodige flair verworven. Steevast begint hij zijn toespraak met ‘Aan allen die gekomen zijn, proficiat. Aan allen die niet gekomen zijn, ook proficiat.’ Een inclusieve boodschap waarbij komen door gelijk welk werkwoord vervangen kan worden, en die vooral aangeeft dat de afwezigen niet noodzakelijk ongelijk hebben.

De burgemeester is onder de indruk

3. ‘Dat is toevallig één van mijn specialiteiten’

Een quote die doorgaans bol staat van de zelfoverschatting, zeker wanneer ze uitgesproken wordt door doe-het-zelvers of hobbykoks. De zin werd in Samson geïntroduceerd door de besnorde schlemiel Octaaf De Bolle, die er doorgaans op liet volgen dat ‘zijn Miranda’ (zijn dochter) dat ook altijd zegt. ‘Pa’, zo zegt ze dan. ‘Zoals gij X doet, welja, zo doe ik X.’

Meestal blijkt uit deze cirkelredenering dat Octaaf opnieuw roemloos in iets zal mislukken. Tekenend voorbeeld is Octaaf die beweert dat hij met een karate-slag een kokosnoot in twee kan breken, en bij de voorbereiding al meteen zijn hand breekt.

Octaaf De Bolle blijkt zowaar een eigen website te hebben. Dat is namelijk één van zijn specialiteiten.

4. ‘Ik zat zo heel stilletjes in mijn hoofd te denken zo’

Toegegeven, deze quote is niet helemaal letterlijk doorgedrongen in het algemeen taalgebruik, maar wie weet ligt ze mee aan de basis van de uitdrukking: ‘Ik zat in mijn eigen te denken’. Waarom lijken mensen, wanneer het denkwerk betreft, zo te willen benadrukken dat ze echt wel degelijk zelf hebben nagedacht. Alsof je daarvoor in iemand anders zat te denken? Dat zou pas een totale mindfuck zijn.

5. ‘Ten eerste is ’t Albertóóó!’

Deze quote omdat we niet om de door Koen Crucke zo weergaloos neergezette coiffeur Alberto Vermicelli heen kunnen. De zingende kapper wordt door alle personages behalve Octaaf steevast Albert genoemd, met de nadruk op de tweede lettergreep, uitgesproken als beir. Wij zouden ze niet te eten willen geven, alle Alberts die in de jaren negentig in de rede zijn gevallen toen ze aan een opsomming begonnen. De catchphrase werd ooit ook door Geert Hoste gebruikt in een eindejaarsconferentie in een grap over -jawel- koning Albert.

6. Maar Gertje, dat is toch geen plobreem

Niet meteen één zin die vandaag nog veel opduikt, wel één van de redenen waarom Samson een plaats in het hart van veel kinderen heeft veroverd. Net doordat Samson niet altijd even goed uit zijn woorden komt, had hij al van in het begin de sympathie van alle kindjes die zelf nog worstelen met de uitspraak van moeilijke woorden en zinsconstructies. (JH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content