Tobias Cobbaert
‘Ik bewonder de manier waarop deathmetal bij zo weinig mogelijk mensen in de smaak probeert te vallen’
Ook Tobias Cobbaert grasduint in het nieuwste culturele erfgoed.
De looks heb ik nog steeds, dus het verbaast allicht niemand wanneer ik zeg dat ik als tiener een gigantische metalhead was. Zoals bij velen begon dat als twaalfjarige met de puberale nu metal van Linkin Park en Korn, maar al snel raakte ik geprikkeld door black metal en deathmetal, de extremere subgenres. Tijdens mijn formatieve jaren heb ik hoofdzakelijk geluisterd naar teksten over ofwel satanische rituelen, ofwel afgehakte ledematen en gruwelijke moorden. Maar ik zweer dat ik uitgegroeid ben tot een best aardige jongen, hoor.
Onlangs was Dying Fetus, een van de deathmetalbands waar ik als vijftienjarige wild op ging, het onderwerp van een bescheiden Twitterrelletje. ‘Beste metalheads, als je je band Dying Fetus noemt, dan voed je daarmee de negatieve stereotypen over jullie cultuur (gewelddadig, asociaal, vrouwonvriendelijk) en beperk je het potentiële bereik voor jullie muziek en ideeën bij normale mensen,’ zo had iemand geschreven. Tot hoongelach van veel mannen met lang haar.
Op het eerste gezicht lijkt het nochtans niet zo’n moeilijk statement om akkoord mee te gaan. Zelf ben ik de edgy pogingen van het genre om te choqueren met bloed en ingewanden al lange tijd ontgroeid. Wanneer ik tegenwoordig in een nostalgische bui nog eens teruggrijp naar de deathmetal uit mijn tienerjaren, dan loop ik er ook niet mee te pronken dat ik luister naar Nailed Through her Cunt van Aborted of Addicted to Vaginal Skin van Cannibal Corpse. Niet dat alles waar ik naar luister hoogstaande poëzie is, maar ik heb geleerd wat op een aanvaardbare manier afwijkend is en wat me daarentegen tot sociale verschoppeling bombardeert.
En toch wil ik er graag voor pleiten dat deathmetalbands vooral moeten blijven brullen over gemutileerde lichamen en andere afstotelijke thema’s. In tijden waarin alles zo plezant en marketable mogelijk moet zijn, vind ik het ergens bewonderenswaardig dat een hele subcultuur haar best doet om bij zo weinig mogelijk mensen in de smaak te vallen. Deathmetal is circus. Het soort circus dat alle buitenstaanders doet fronsen, maar dat daardoor net garandeert dat iedereen die wél mee wil gaan in het bloederige verhaal er uit oprechte passie is, en niet om mee te surfen op een of andere trend. Op een deathmetalshow is er immers niemand die echt een kettingzaag meeneemt om de omstanders een kopje kleiner te maken. De gruwelijke albumhoezen, rioolachtige sound en gegromde teksten die uit een medisch handboek lijken te komen, hebben gewoon dezelfde campy aantrekking als de betere brakke horrorfilm.
Ik vind het ergens bewonderenswaardig dat een hele subcultuur haar best doet om bij zo weinig mogelijk mensen in de smaak te vallen.
Als tiener gaf deathmetal me ook de kracht om me af te zetten tegen de massa, iets waar mijn puberbrein nood aan had. Ik zat op een ietwat elitair college waar het officieuze uniform bestond uit Ralph Lauren-polo’s, Superdry-jassen en dezelfde beige of pastelblauwe broeken die papa tijdens zijn bedrijfsmeetings droeg. Met mijn lange haar viel ik er sowieso al wat uit de boot. Mijn Dying Fetus-shirt waar een afgehakte geitenkop op stond, maakte het nog moeilijker om in de massa op te gaan.
Destijds zou ik het nooit toegegeven hebben, maar ik droeg die weerzinwekkende shirts niet alleen uit passie voor de muziek. Het was ook een ereteken waarmee ik expliciet wilde tonen dat ik nooit zoals hen wilde zijn. Knarsende gitaren en gebrulde horrorteksten waren de soundtrack van mijn psychologische onafhankelijkheidsstrijd. Ik ben me ervan bewust dat het allemaal een beetje puberaal klinkt, en zo’n Dying Fetus-shirt zou ik vandaag niet meer dragen, maar ik ben dankbaar dat ik afstotelijke muziek had om mijn rebellie van wat kleur te voorzien en om een gemeenschap te vinden van andere mensen die in het dagelijkse leven ook een beetje uit de boot vielen.
En oké, soms ben ik gewoon een beetje een freak die van bloederige horror houdt. Mag het?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier