Willy Organ, cultzanger uit Gent: ‘Ben ik minder echt dan Bob Dylan?’

© WOUTER VAN VAERENBERGH
Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Met Willy Organ staat er deze week een rare snuiter in de Trix, een Gentse cultheld voor postironische tijden, gewapend met synth, schmalz en snor. Exclusief in Knack Focus: ten huize van Willy. ‘Heren, goeienavond! Ik was net de kerstversiering naar beneden aan het halen.’

Zaterdag, iets na middernacht. Er hangt een dikke mist over Merchtem. Op een wankel podium in jeugdhuis Ifigineia staat een grote, kale man met een Freddie Mercury-snor te zingen: ‘Zaterdagavond / Het is weer volle maan / Enkel in een broekje / Dicht tegen me aan / En in je ogen zie ik spijt / Jij weet, dit duurt geen eeuwigheid.’ De man huppelt van links naar rechts op zijn witte sneakers. Verder draagt hij een witte trainingsbroek en een wit T-shirt van de Amerikaanse metalband Death. Zijn hele look staat in schril contrast met de synthpopklanken en dancebeats die uit zijn iPad komen. ‘Twijfelen, mijn liefste / Dat heeft niet veel zin / Je bent een rijpe cyste / Maar niemand prikt erin.’

Soms, wanneer ik thuis aan mijn muziek werk, lukt dat beter wanneer ik mijn podiumkleren aanheb. Dat is raar, zeker?

Sommige jongeren staan er verward en fronsend op te kijken, anderen lippen enthousiast mee. Er hangt iets in de lucht, maar het is niet meteen duidelijk wat. De bizarre sfeer neemt nog toe tijdens het volgende nummer, Faalangst: ‘Faalangst bracht ons ooit tezamen / Maar dat zeg ik liever niet te luid / Jij gaat morgen niet naar het examen / Want je papa heeft geld / Dus je stelt het nog een jaartje uit.’ Op dat moment stapt een andere, nog grotere man het podium op. Zwart onderlijfje, kale kop, Freddie Mercury-snor. Deze dubbelganger hoort niet bij de act, kijkt enkel met gekruiste armen grijnzend het zaaltje in en verdwijnt na de laatste synthriedel opnieuw, onder luid applaus. Bij het volgende nummer, Doofpot, gaat iedereen uit zijn dak. Welkom in de wondere wereld van Willy Organ, de nieuwe heiland van het Vlaamse levenslied. Of zoiets.

Twee uur en een zestigtal kilometer eerder. Een heel gewone straat in een heel gewone randgemeente van Gent. Een jonge vrouw beantwoordt de deurbel.

‘Hallo, we zijn van Knack Focus, is Willy hier?’

‘Simon? Kom binnen, ik zal hem roepen.’

Een ogenblik later staan we in een enorme witte woonkamer, helemaal ingekleed met designvoorwerpen en meubelen uit de jaren zestig en zeventig. Eén hoek van de ruimte is ingericht als ministudio, een verzameling vintage gitaren aan de muur. Elders hangt een ingelijste oude concertposter van de Britse bluesrocker Rory Gallagher. Hysteria van The Human League draait rondjes op de platenspeler. Vlak ernaast ligt de hoes van Hoe sterk is de eenzame fietser van Boudewijn de Groot. ‘Heren, goeienavond! Sorry voor het wachten, ik was net onze kerstversiering naar beneden aan het halen.’ Kale kop, donkere snor, witte trainingsbroek, wit T-shirt met metallogo: check. Willy Organ is in the house.

Terwijl de fotograaf zijn werk doet, monster ik de platenkast. Alfabetisch noch volgens genre gerangschikt, zo op het eerste gezicht. Stan Getz naast Sonic Youth? ‘Dat is waar de jazz overgaat in de indierock’, roept Willy Organ vanuit een pluchen loungezetel. Frank Zappa naast Einstürzende Neubauten? ‘Goh, ja… Dat noem ik de categorie ‘rare dingen’: alle weirdo’s die nergens anders in passen.’

Het is een categorie waar Simon Platteau, zoals hij echt heet, niet in zou misstaan sinds de 34-jarige uit Lievegem een jaar geleden Willy Organ in het leven riep. (En neen, dat rijmt niet toevallig op Billy Corgan, zanger van Smashing Pumpkins.)

'Soms lukt thuis aan mijn muziek werken beter in mijn podiumkleren. Dat is raar, zeker?'
‘Soms lukt thuis aan mijn muziek werken beter in mijn podiumkleren. Dat is raar, zeker?’© WOUTER VAN VAERENBERGH

De ravijn

Sinds zijn debuutsingle Zoeken naar mezelf, later gevolgd door Ik ga nooit meer naar huis en De nasleep, broeit er in Gent en omstreken een bescheiden hype rond Willy Organ. Een van zijn eerste optredens was tijdens de Biënnale van België in de Gentse Floraliënhal. Daarna volgden onder meer Het Bos in Antwerpen, café Fatima (stamkroeg van de garagerockscene in Gent) tijdens de Gentse Feesten en een nu al legendarische passage tijdens Leffingeleuren, waar hij met zijn in proper Nederlands gezongen hybride van lofi eurodance en naar synths vertaalde kleinkunst een pak volk weglokte bij nationale metaltrots Brutus. Hij heeft een officiële fanclub op Facebook die zichzelf de Kerk van Willy noemt en elke nieuwe release viert alsof het de verrijzenis betreft. De recentste in dat rijtje is Diep in de ravijn, zoals elke single vergezeld van een doe-het-zelfclip die net als het lied zelf vrolijk op de grens tussen absurd en banaal danst. ‘Het leven is een donker bos / Vol afschuw en venijn / Maar op de berg laat ik jouw rolstoel los / En je valt, je valt, je valt diep in de ravijn.’

Dé ravijn?

‘Ja, het is het ravijn, dat weet ik ook wel’, klinkt het aan de lange marmeren tafel waar we een glaasje Italiaanse likeur degusteren. ‘ Waar is de meisje? kon toch ook door de beugel? “Je valt diep in het ravijn” bekt gewoon niet lekker.’ Over de precieze inspiratie achter die tekst, en in het bijzonder die rolstoel op de berg, wil hij on the record liever niks kwijt. ‘Maar niet alles wat ik schrijf is autobiografisch.’

De oorsprong van Zoeken naar mezelf ligt wel dicht bij huis, meer bepaald hier één verdieping hoger: ‘Op een dag, anderhalf jaar geleden, werd ik wakker en begon ik in mijn bed keihard te blèten. Ik weende tranen met tuiten, onhoudbaar. Het was een soort paniekaanval, een existentiële crisis, of hoe je het ook wilt noemen: ik zat duidelijk niet goed in mijn vel. Toen heb ik onder meer Zoeken naar mezelf geschreven. Er was geen plan, geen concept, alleen maar een innerlijke noodzaak, iets dat ik artistiek vorm moest geven, als catharsis. Toen heb ik beslist dat ik andere muziek wilde maken.’

Willy Organ, cultzanger uit Gent: 'Ben ik minder echt dan Bob Dylan?'
© WOUTER VAN VAERENBERGH

Randy wie?

Andere muziek, want vóór Willy Organ was Simon Platteau al actief als zanger-gitarist bij The Tubs, een van punkrock naar americana geëvolueerde band die in de VS heeft getourd, en met zijn album Happily Ever Jaded (2017) vergelijkingen met Neil Young en MGMT oogstte. Dan is het een behoorlijk grote sprong naar het Nederlandstalige levenslied. ‘En die moest ik alleen maken. De dynamiek van een band gooi je niet zomaar om, dat was al snel duidelijk. En ik moest aan de wijze woorden van Randy Jones denken.’

Randy wie?

‘Ik zat ooit op het vliegtuig van New York naar Brussel. Naast me nam een oudere kerel plaats. In de bagageruimte had hij zijn cowboyhoed naast mijn platentas gelegd. We raakten aan de praat over muziek en ik vertelde hem over mijn gitaargroepje. “You should lose the band”, zei hij. “They will hold you back.” Ik vroeg of hij ook muziek maakte, en hij vertelde dat hij op weg was naar Brussel om op te treden. Zou ik misschien iets van hem kunnen kennen? Waarop hij: “Ik zing nummers als In the Navy, Macho Man, YMCA…’. Bleek ik al de hele tijd naast de originele cowboy van Village People te zitten! (lacht)

‘Kijk, ik was een jonge twintiger toen we met The Tubs begonnen, nog vol teen angst, met strak afgebakende ideeën van wat goede muziek moest zijn. Luid, bijvoorbeeld. Maar met het ouder worden ben ik op een andere manier naar muziek beginnen te luisteren, naar popmuziek vooral, veel meer op liedjes gericht en minder op artiesten of genres. Ik heb na die crisis waar ik van vertelde nog enkele Engelstalige nummers geschreven, maar al snel bleek dat het Nederlands de weg was die ik moest volgen. Toen ik Zoeken naar mezelf op YouTube zette en onder mijn vrienden deelde, was dat meteen voer voor discussie. Sommigen moesten ermee lachen, met een knipoog. Anderen gingen er fel tegen in: ‘Wat is hier precies grappig aan?’ Pure polarisatie, op microniveau. Een goed teken.’

Ik ben ervan overtuigd dat Whispering Sons nog véél straffer zou klinken mochten ze in het Nederlands zingen.

Volgende maand treedt Willy Organ op in De Zwerver, samen met Shht, Borokov Borokov en Paard. Daarna volgt een passage in de nieuwe OLTClub (in het Rivierenhof in Deurne) met cultartiesten als Deathstar McGyver en Dolly Bing Bing. Dat is een kleine dwarsdoorsnede van de Gentse avant-garde. ‘Daar voel ik me zeker in thuis. Dat zijn ook artiesten die sterk verdeelde meningen, zelfs controverse uitlokken, die meer dan één dimensie in hun muziek of beeldtaal leggen. Dat is wat ik vooral wil vermijden, dat wat ik doe eendimensionaal is.’ Willy Organ is dus geen typetje? ‘Het is eerder een vehikel, een soort glijmiddel, om een beetje afstand te creëren.’ Hij nipt van zijn grappa en denkt na. ‘Soms, wanneer ik thuis aan mijn muziek werk, lukt dat beter wanneer ik mijn podiumkleren aanheb. Dat is raar, zeker?’

Hij snapt het wel, dat sommige mensen Willy Organ als een grap zien. ‘Het is niet lollig bedoeld – wat niet betekent dat het niet grappig kan zijn – maar ik wil niet de zatte nonkel zijn die elk jaar dezelfde afgezaagde grap vertelt. Het is geen gimmick. Er zit ironie in, maar het is méér dan ironisch. Er zit Vlaamse kermis in, maar het is geen carnavalsmuziek. Niks op tegen, hè, maar ik behoor niet tot het soort ‘foute’ bandjes dat lelijkheid nastreeft. Lelijk doen om lelijk te doen, zonder enige verdere inhoud, interesseert me niet. Dat is nihilisme. Ik wil het lelijke net op een mooie manier benaderen. Enfin, nog een glaasje grappa?’

Kraaknet

The Human League is opgehouden met draaien. Platteau legt een andere plaat, eentje die essentieel was in zijn nieuwe muzikale koers. ‘ Kraaknet van Wim De Craene, uit 1983. Prachtige plaat, vol synthesizers en drumcomputers. Er waren toen wel meer kleinkunstenaars die de weg van de new wave en de synthpop insloegen en daarmee hun carrière op de rails trachtten te houden. Zoals Johan Verminnen, met Tweemaal woordwaarde, een gigantische flop. Logisch: hun publiek was niet mee, en de new-wavers moesten niks weten van die oude hippies. (lacht) Maar ik vind die combinatie van mooie Nederlandse teksten en elektronica of new wave net heel sterk. Echt waar, ik ben ervan overtuigd dat Whispering Sons nog véél straffer zou klinken mochten ze in het Nederlands zingen. Een deel van mijn publiek bestaat uit jonge academiestudenten die het in hun postironische trip geweldig vinden dat ik de diepgang van Wim De Craene en Boudewijn de Groot combineer met de catchiness van Get Ready of 2 Unlimited. Maar evengoed zie ik veertigers die de link leggen met Nederlandstalige new-wavebands als Aroma di Amore en Arbeid Adelt! Ik heb Marcel Vanthilt trouwens een mail gestuurd toen Zoeken naar mezelf pas uit was. “Je hebt de carrière van K3 niet kunnen tegenhouden in Eurosong, maar misschien kun je iets goed maken door die van mij te lanceren”, schreef ik hem. Tenslotte heeft Arbeid Adelt! ooit De dag dat het zonlicht niet meer scheen uitgebracht, naar John Terra. Maar hij heeft niet gereageerd. Jammer, hè. (veert recht)

Willy Organ, cultzanger uit Gent: 'Ben ik minder echt dan Bob Dylan?'
© WOUTER VAN VAERENBERGH

***

In Merchtem wordt een rood aangelopen Willy Organ na het optreden aangeklampt voor praatjes en selfies. Ook met de dubbelganger gaat hij op de foto. De man blijkt zowaar ook Simon te heten. ‘Shit jong, zoeken naar mezelf en me dan in Merchtem of all places tegenkomen’, lacht de zanger. Hij deelt nog enkele stickers uit – ‘Hoe lang ga je Willy nog negeren?’ – en dan gaat het weer richting Lievem.

Ik vraag wat zijn omgeving eigenlijk van zijn alter ego vindt. ‘Mijn ouders snappen het niet helemaal. Ik denk dat mijn vader met heimwee terugdenkt aan de tijd dat ik op mijn kamer in paars gelakte Dr. Martens naar Slipknot luisterde – iets wat hij toen ook niet snapte! (lacht) En mijn lief… Die heeft vriendinnen die dingen zeggen als “dat kun je toch niet serieus nemen?” (zucht) Wat moet je daarop zeggen? Je hebt ook mensen die bij Marcel Broodthaers denken: “Dat kan ik ook”, die de poëzie van zijn werk niet inzien. Willy Organ is niet hol, weet je wel, het gáát ergens over. Weemoed, bijvoorbeeld. Maar ik ben geen Zwangere Guy die in keiharde woorden over zijn moeilijke jeugd vertelt. Ik héb ook geen moeilijke jeugd gehad. Ik kom uit een middenstandsgezin, en mijn jeugd was – op enkele ambetante jaren in het internaat na – redelijk gewoon. Ik moet het hebben van contextualiseren en dubbele bodems. Maar in die gelaagdheid kunnen mensen zich toch evengoed herkennen? Is er iets vertrouwder dan niet goed weten wat je precies aan iets of iemand hebt?’

Ergens voorbij Aalst zet Bob Dylan op de radio Hurricane in. ‘Heb je Rolling Thunder Revue gezien, een soort documentaire van Martin Scorsese over Dylan, die soms een loopje met de waarheid neemt? Daar zit een goede quote in: “Zoeken naar jezelf, dat gaat niet. Je kunt jezelf alleen maar maken.” Zo zie je maar, waarschijnlijk was zelfs Bob Dylan ooit een soort vehikel. Is Dylan, die evengoed aan mythevorming deed, dan ‘echter’ dan Willy Organ?’

Willy Organ

Op zaterdag 8/2 in het kader van het showcasefestival We Are Open met onder meer Compro Oro, Arabnormal en Wallace Vanborn in de Trix, Antwerpen. Alle info: trixonline.be

In maart ook nog te zien in De Zwerver in Leffinge (vrijdag 13/3) en in de OLTClub in Deurne (zaterdag 21/3).

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content