Wat als St. Vincent een man was? ‘Serieus, mocht ik een vent zijn, ik was een monster’

Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Of wat als ze een man was? Of als Dave Grohl haar zou vragen om een groepje te beginnen? St. Vincent, de kameleon van de hedendaagse pop, is bij uitstek te vinden voor een rondje wat-alsvragen. ‘Let’s have some fun!’

‘O, dit voelt als een cadeautje’, kirt St. Vincent wanneer we haar de opzet van het gesprek uitleggen. ‘I like where this is going.’ We horen het haar graag zeggen. St. Vincent – echte naam: Annie Clark – houdt er namelijk al jaren een ambigue relatie met de pers op na. Net zoals ze kwistig met alter ego’s en songpersonages strooit, zet de 38-jarige kameleon in interviews haar gesprekspartners graag op het verkeerde been met kurkdroge ironie en giftige replieken of begint ze halverwege doodleuk op haar telefoon te tokkelen.

Vorige maand nog werd onze afspraak te elfder ure afgeblazen, na ophef over een Brits interview. Journaliste Emma Madden legde op haar persoonlijke website uit dat St. Vincents promotieteam had gevraagd de geplande publicatie daarvan (in een niet nader genoemd blad) te schrappen, omdat het interview ’te agressief’ zou zijn. Wellicht had dat te maken met de vragen over de celstraf van St. Vincents vader, een verhaal dat enkele jaren geleden door de tabloids is uitgebracht en een ervaring die de artieste elders al heeft omschreven als ‘een verschrikkelijke, etterende wonde’. Haar vader is ondertussen weer vrij, en haar nieuwe album heet Daddy’s Home. Enkele dagen later werden alle interviews met andere media geschrapt.

Het meisje in de jurk en de naaldhakken van de nacht ervoor, alleen en nog een beetje tipsy op de ochtendtrein: dat ben ik zeer regelmatig geweest.

Met anderhalve week vertraging, en eerlijk gezegd een tikkeltje nerveus, mochten we alsnog voor de webcam zitten. Die blijft in LA trouwens uitgeschakeld en heel veel tijd krijgen we niet van de platenfirma, maar in de hoop de verbeelding van de creatieve wervelwind uit Texas te prikkelen hadden we een lijstje hypothetische vragen voorbereid.

Wat als St. Vincent echt blond haar had?

Nieuwe plaat, nieuwe coupe, nieuwe St. Vincent. Vier jaar geleden presenteerde Annie Clark zichzelf nog met een kort, steil kapsel, uitgedost in nauwsluitende, felgekleurde latex, met luipaardmotiefjes en hoge stiletto’s. Een look die ze zelf ‘dominatrix in een gekkenhuis’ doopte. Voor Daddy’s Home is ze opnieuw getransformeerd, deze keer middels plateauzolen en mantelpakjes met wijde pijpen. De fluokleuren heeft ze ingeruild voor warme sepiatonen. En ze is blond. Opnieuw, nadat ze in de periode van haar titelloze vijfde album uit 2014 al eens haar donkere krullen had gebleekt.

Maar wat als St. Vincent een natuurlijke blondine was? ‘O, ik zou zoveel meer plezier maken!’ lacht ze. ‘ Blondes do have more fun. Het cliché is helemaal waar. Daar ben ik honderd procent zeker van.’ Maar er is een verschil tussen de blonde St. Vincent van zeven jaar geleden en die van nu: ‘Toen was het een griezelig, uitzinnig blond, zoals de bruid van Frankenstein. Ik voelde me destijds als een alien en wilde er compleet alien uitzien. Deze keer is het een sfeervoller, vuiler blond. De blondine die al drie dagen wakker is, een beetje verfrommelde glamour: die sfeer. Zoals Gena Rowlands in de films van John Cassavetes.’

Of zoals Candy Darling, het transicoon uit de entourage van Andy Warhol, naar wie de voorlaatste song op Daddy’s Home genoemd is. In een ander nieuw nummer, The Melting of the Sun, figureren dan weer de hoogblonde, vroeg aan hun einde gekomen actrices Jayne Mansfield en Marilyn Monroe. Hoeveel tragische schoonheidskoningin zit er in St. Vincent? ‘Het meisje in de jurk en de naaldhakken van de nacht ervoor, alleen en nog een beetje tipsy op de ochtendtrein: dat meisje ben ik zeer regelmatig geweest. Oh yeah, that’s totally where I’m coming from. (lacht)

De archetypes die ze creëert, dienen nochtans niet om zich achter te verstoppen, bezweert ze ons. ‘Ik hou er gewoon van om af en toe iemand anders te zijn. De hele tijd dezelfde jezelf zijn is toch fucking saai? Maar op den duur weet ik zelf niet meer waar het personage begint en de echte ik stopt. De lijnen lopen door elkaar, en er zit sowieso telkens wat van mezelf in. En weet je, het houdt simpelweg iedereen op de tippen van hun tenen als je om de zoveel tijd een ander aspect van je persoonlijkheid naar de oppervlakte laat komen.’

Wat als St. Vincent een boomer was?

De inspiratie voor de esthetiek en de muziek van Daddy’s Home vond St. Vincent in de vroege jaren zeventig. ‘Een vreemde maar interessante tijd. De flowerpower was uitgebloeid en het idealisme van de jaren zestig maakte plaats voor een realistischer wereldbeeld. Het mocht opnieuw wat smeriger, wat groezeliger. Er zijn in die periode dan ook verdomd veel goede films en platen gemaakt. Technisch superieure platen, zoals die van Stevie Wonder en Steely Dan, die tegelijk op een heel warme, mooie manier dingen zeiden over het lot van de mensheid. Het is muziek die bij mij diep ingebed zit.’

'De rollen zijn veranderd. Ik draag nu zorg voor mijn ouders. I'm the daddy now.'
‘De rollen zijn veranderd. Ik draag nu zorg voor mijn ouders. I’m the daddy now.’

Dus wat als St. Vincent een boomer was geweest, geboren in pakweg 1950? ‘Je kunt over boomers zeggen wat je wilt, maar hun generatie kreeg wel enorm veel culturele weelde cadeau, nee? Daar zou ik zeker mijn voordeel mee hebben gedaan.’ Ze ziet zichzelf dan vooral rondhangen in CBGB’s, de New Yorkse club waar de funderingen van de punk en de new wave werden gelegd. ‘Punk hing in de lucht. Disco hing in de lucht. Er hing vooral een soort vrijheid in de lucht, de vrijheid om gewoon jezelf te zijn, om te proberen en te falen.’

Daar gaat Daddy’s Home vooral over, legt ze uit: mensen die ondanks hun gebreken er het beste van proberen te maken. Iets waar tegenwoordig, in deze tijd van morele superioriteit en cancel culture, weinig ruimte of begrip voor is, vindt St. Vincent. ‘Maar het zijn verhalen die verteld moeten worden, met humor, met mededogen, zonder oordeel.’

Wat als haar vader niet in de gevangenis had gezeten?

Zoals het verhaal van haar eigen vader, die in 2010 tot twaalf jaar cel veroordeeld werd vanwege zijn rol in een zaak van miljoenenfraude en beursmanipulatie. Die gebeurtenis had St. Vincent op haar doorbraakalbum Strange Mercy (2011) al tussen de lijnen verwerkt. ‘ Our father in exile / for God only knows how many years’, zong ze in de titeltrack en in Cheerleader was sprake van ‘honest thieves I call family’. Over de precieze betekenis van die woorden hield ze jarenlang de lippen stijf op elkaar, maar nadat ze in 2016 een relatie met model en actrice Cara Delevingne was begonnen, spitte een Britse tabloidkrant het verhaal alsnog boven.

Vader Clark kwam in 2019 vervroegd vrij. Zijn thuiskomst inspireerde mee het nostalgische Daddy’s Home, waarop St. Vincent in sommige songs wél in alle openheid terugblikt op misdaad en straf. ‘De cirkel is rond’, zegt ze. ‘Nu kan ik die hele historie de plek geven die ík wil.’

Maar wat als haar vader nooit bij de lurven was gevat? ‘Dan had mijn artistieke traject er allicht helemaal anders uitgezien. Ik heb er nu twee albums aan te danken, so to speak. Maar geloof me, ik zou veel liever hebben dat het nooit was gebeurd. Mijn vader had jonge kinderen uit zijn tweede huwelijk toen hij achter de tralies vloog. Voor hen was het pas echt een moeilijke periode. Nu kunnen we het hele gedoe achter ons laten en de draad weer oppikken.’

Nostalgie en terugblikken liggen niet in haar aard maar de terugkeer van haar vader zette het een en ander in gang. ‘De rollen zijn veranderd. Ik draag nu zorg voor mijn ouders, I’m the daddy now. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik voor deze plaat veel meer ben gaan nadenken over het verleden, maar ook over wat de toekomst zal brengen.’

In de tien jaar die Strange Mercy en Daddy’s Home scheiden, is er veel gebeurd: vier albums, vijf tournees, twee Grammy’s, samenwerkingen met David Byrne, Sleater Kinney en Taylor Swift, recent nog een remix voor Paul McCartney. Women and Wives heet de track die ze onder handen mocht nemen. Daarin zingt Macca: ‘What we do with our lives / Seems to matter to others / Some of them may follow / Roads that we run down’. Je nalatenschap is een thema dat St. Vincent ook op Daddy’s Home aansnijdt. ‘Over mijn eigen rol denk ik nochtans zo weinig mogelijk na’, klinkt het ietwat gelaten. ‘Ik ben zelf niet goed geplaatst om mijn betekenis voor de culturele wereld in te schatten – dat is iets voor historici en journalisten. Het enige wat ik kan hopen, is dat ik een rol heb gespeeld – in whatever small way – om het voor anderen wat makkelijker te maken. Makkelijker voor de volgende generatie artiesten om zichzelf te zijn, om zonder omzien hun dromen te volgen.’

En hoe lang denkt ze daar zelf nog mee door te gaan? ‘Tot mijn tanden uitvallen. (lacht) Echt, ik wil sterven als een jazzmuzikant: in het zadel.’

Wat als de platenfirma vraagt om af te ronden?

De dame van de platenfirma herinnert ons eraan dat de klokt tikt. Tijd om af te ronden. We vuren de vragen nu wat sneller af: wat als ze na de universiteit nooit van Dallas naar New York was verhuisd? ‘Dan had ik alle gitaren nog die ik destijds heb moeten verkopen om mijn huur te kunnen betalen. (lacht) Maar New York is voor mij altijd het mekka geweest, ik had mijn pelgrimstocht dus sowieso wel gemaakt. Ik woon nu deels in Los Angeles, maar New York is nog steeds de stad waar ik de sterkste, meest romantische band mee heb. Je kunt overal ter wereld een koffie gaan drinken, ’s middags naar een film gaan kijken en de hele nacht ronddwalen, maar je kunt dat nergens zoals in New York.’

In 2014 mocht ze even frontvrouw spelen voor Nirvana, tijdens hun inhuldiging in de Rock & Roll Hall of Fame, maar wat als Dave Grohl haar zou vragen om een nieuw groepje te beginnen? ‘ Hell yeah, meteen!’ Soms, geeft ze toe, denkt ze met heimwee terug aan de dagen waarin ze lid was van The Polyphonic Spree of gitaar speelde in de band van Sufjan Stevens. ‘Ik was een wilde, dronken griet uit Texas die zorgeloos de hele wereld onveilig maakte, en ik werd er nog voor betaald ook. Ik zou soms willen dat ik die tijden opnieuw kon beleven, maar dan met de wijsheid die met de jaren gekomen is.’

En tot slot: wat als Annie Clark voor één week een man kon zijn, een échte daddy? Ze giert het uit: ‘Ik zou alles neuken wat beweegt! Op zich maakt gender me niet veel uit, maar dat weet ik wel zeker. Songs schrijven, in de studio zitten, optreden? Vergeet het, daar zou niet veel van in huis komen. I’d just fuck everything that moves. Serieus, mocht ik een vent zijn, ik was een monster.’

Daddy’s Home

Uit op Loma Vista.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

St. Vincent

Echte naam Annie Erin Clark.

Geboren op 28 september 1982 in Tulsa, Oklahoma. Verhuist op haar zevende naar Dallas, Texas.

Haalt haar artiestennaam uit de Nick Cave-song There She Goes My Beautiful World.

Debuteert in 2007 met het album Marry Me, gevolgd door Actor (2009), Strange Mercy (2011), St. Vincent (2014), Masseduction (2017) en nu Daddy’s Home (2021).

Maakt in 2012 ook een plaat met David Byrne, Love This Giant.

Heeft samengewerkt met onder meer Bon Iver, The Chemical Brothers, Sleater Kinney, Taylor Swift en Gorillaz.

Dave Grohl vraagt haar in 2014 om op te treden met Nirvana tijdens hun inhuldiging in de Rock & Roll Hall of Fame.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content