Wannes Cappelle: ‘Stoppen? Die klimaatprotesten moeten maal honderd’

Kristof Dalle Journalist

‘Laat de anderen nu maar roepen, op de barricaden staan’, klinkt het behoorlijk defaitistisch op Skepsels, het nieuwe, vijfde album van Het Zesde Metaal. Maar Wannes Cappelle neemt zelden zijn eigen adviezen ter harte. ‘Tid van ton is een mooie soundtrack bij het selectieve geheugen van Jambon.’

‘Het idee dat wij graan niet gedomesticeerd hebben maar graan ons, dat is toch een prachtige manier om naar de wereld te kijken?’ Wannes Cappelle haalt Yuval Noah Harari niet zomaar aan. Na het lezen van diens Sapiens vatte de zanger namelijk het plan op om van de vijfde plaat van Het Zesde Metaal ook een kleine geschiedenis van de mensheid te maken. ‘Al hebben we dat idee na veel omzwervingen ook weer laten varen.’

Eerder dan een uitgebreid naslagwerk over de hufterigste soort onder de primaten is Skepsels dus weer eerder een persoonlijke plaat geworden, uitgepuurd en met wat geuten maatschappijkritiek en een sneer naar nostalgici. ‘Ik heb ook meer op mijn eentje geschreven dan normaal’, aldus Cappelle. ‘Omdat ik eerst heel goed wilde uitvissen wat ik eigenlijk wilde vertellen. Met zo’n vijfde plaat wil het al eens voorvallen dat je op onderwerpen stoot die je al eerder, en beter, hebt beschreven.’

De bulk van Skepsels harkte hij bijeen rond middernacht. Noodgedwongen, want hoewel Het Zesde Metaal een sabbatjaar had uitgeroepen, geloofde echt niemand – Cappelle vermoedelijk incluis – dat hij het werkelijk rustiger aan zou doen. Zo tourde hij onder meer met Broeder Dieleman en Frans Grapperhaus, schreef hij een nieuwe Vlaamse Leeuw in opdracht van De Grote Post en pende hij samen met Dries Heyneman en Zouzou Ben Chikha naarstig verder aan de Vier-reeks Grond. ‘In het voorjaar starten de opnames’, vertelt hij. ‘Ongeveer op hetzelfde moment als de tour van Het Zesde Metaal.’ Het apologetische A je mie mist, dat hij voor twee zonen schreef, zal in Zwevegem het komende jaar grijsgedraaid worden.

Ik betrap mezelf op de gedachte dat het altijd de wet van de sterkste is geweest. “En hey, Wannes, jij hoort bij de sterksten.

Bij dat nummer had ik genoteerd: ‘Wannes raakt daar iets universeel en ontroert, maar is ook best wel een tweezak. ‘

Wannes Cappelle:(lacht) Ah, bon?

Je zingt: ‘Weet je, weet je, als je mie mist: ik zie er ook van af.’ Een begrijpelijk sentiment, maar er is nu ook niet bepaald iemand die jou dwingt om in drie jaar tijd twee platen, twee ep’s, een solotour en een Canvasreeks af te werken, toch?

Cappelle:(grinnikt) Dat is inderdaad heel tweezakkerig van mij. Maar dat is exact het gevoel waar ik dus mee worstel. Ik kan perfect huisman worden en thuisblijven voor de kinderen, maar de roep van het creatieve is gewoon te sterk. Mijn moeder en vader, respectievelijk huisvrouw en onderwijzer, waren er altijd voor ons, en ik heb het er echt moeilijk mee dat ik mijn kinderen dat niet kan geven. Maar zelfs mijn vader zei me: ‘Je hebt een plicht naar je kinderen, maar door je talent ook naar de samenleving.’ Al was het maar om de maatschappij terug te betalen voor mijn opleiding aan Studio Herman Teirlinck. (lacht) Een burgerlijk ingenieur moet ook niet aan de band gaan werken.

Nu goed, ik heb het idee dat mijn kinderen er niet zo hard van afzien: toen ik hen het nummer voor het eerst liet horen, liepen ze al na twee strofes weer weg.

Voor je aan Calais, de vorige van Het Zesde Metaal, kon beginnen moest je flink wat woede uitzweten. Hoe zat het deze keer?

Cappelle:Ik wilde me ook op deze plaat weer heel erg kwaad maken, maar zo werkt het helaas niet. Bovendien ben ik niet bepaald een punkzanger, dus ik kan met mijn woede maar een beperkt aantal kanten op. Wat niet wegneemt dat ik nog altijd hoop dat ik een Mijnheer de president in mij heb.

Met Naar de wuppe bewees je toen wel dat je al die frustratie gewoon in een vrolijke meezinger kunt gieten. Met de vooruitgestuurde single van het nieuwe album, Tid van ton – over het vroeger-was-alles-beterfetisjisme – doe je dat opnieuw.

Cappelle: Wij horen de cynische kant van dat nummer, maar het hangt allemaal af van de luisteraar in kwestie. Net zoals sommigen Naar de wuppe hoopvol vonden, kreeg ik over Tid van ton al meermaals te horen hoe ‘mooi en heerlijk nostalgisch’ dat nummer wel is. Om maar te zeggen, we hebben allemaal een waardenkader in ons hoofd, en alles wat daar niet in past, registreren we gewoon niet.

Je zou denken dat de cognitieve dissonantie toch ophoudt waar de regels ‘stoflong, bordkrijt, asbest, Eternit, legerplicht, hongersnood, waterleidingen van lood’ beginnen.

Cappelle: Ik snap het ook niet, hoor. (lacht) Ik heb het nummer na mijn eerste versie zelfs harder en duidelijker gemaakt, net vanwege die reacties, maar dat heeft weinig uitgehaald. Muziek is emotie. Ik kan over kommer en kwel zingen, maar als ik dat op een vrolijke melodie doe, dan is het die die blijft hangen.

HET ZESDE METAAL met WANNES CAPPELLE (r.): 'Ik wilde me ook op deze plaat weer heel erg kwaad maken, maar zo werkt het helaas niet.'
HET ZESDE METAAL met WANNES CAPPELLE (r.): ‘Ik wilde me ook op deze plaat weer heel erg kwaad maken, maar zo werkt het helaas niet.’

Jullie timing is alweer uitstekend. Naar de wuppe bleek een perfecte soundtrack aan het begin van het Trumptijdperk, Calais kwam zowat uit op de dag dat de ‘jungle’ daar ontruimd werd. En Tid van ton had amper kunnen bezinken of Vlaams minister-president Jan Jambon bedacht zich in De zevende dag al dat het klimaat tien jaar geleden nog geen dingetje was.

Cappelle:(lacht) Tid van ton is een heel mooie soundtrack bij het selectieve geheugen van Jambon en andere politici. Die foute nostalgie en dat misbruiken van het verleden voor politieke doeleinden irriteert mij ongelooflijk hard. Natuurlijk waren sommige dingen vroeger beter, maar de klok terugdraaien is nooit een goed idee: we moeten vooruit en zien wat daar ligt.

Wannes Cappelle, de vooruitgangsoptimist?

Cappelle: We gaan er als mensheid alleen maar op vooruit. Als je Anuna De Wever of Greta Thunberg voor een menigte hoort spreken, merk je hoeveel verder die al staan dan wij op die leeftijd. Net zoals mijn vader me op mijn veertiende zei: ‘Wat jij nu al weet en gezien hebt, daar had ik veertig jaar voor nodig.’ We gaan er dus op vooruit, alleen hoed ik me voor blind vooruitgangsoptimisme. Het idee dat de wetenschap de klimaatcrisis wel zal oplossen, vind ik nogal gevaarlijk. Misschien klopt dat, maar dan leg je wel al je eieren in één mand.

Rutger Bregman mijmerde onlangs in De Correspondent over een radicale klimaateconomie, naar het voorbeeld van de oorlogseconomie in de VS van de jaren 40. Lijkt dat jou wat?

Cappelle: Het is altijd opletten wanneer je er Hitler bij haalt, maar als je de problemen bekijkt waar we voor staan, houdt dat qua grootteorde best steek. En ja, deze regering mag onmiddellijk op de schop in ruil voor een klimaateconomie. Het regeerakkoord is zowat het omgekeerde van wat er had moeten gebeuren. Om van te janken, toch? ‘Die klimaatprotesten mogen nu wel stoppen’, zeggen ze dan. ‘We hebben het nu begrepen.’ Jullie hebben juist niks begrepen. Die klimaatprotesten moeten nog maal honderd.

Het kan aan het vroege uur liggen, maar als je erover praat, lijkt het alsof er ergens in jou iets gebroken is. Slaven van het leven gaat daar schijnbaar ook over. ‘Laat de anderen nu maar roepen, op de barricaden staan. (…) Ik heb mijn deel gedaan.’ Je hebt het roepen wat opgegeven?

Cappelle:Misschien wel. Die eerste zin – ‘Ik zei: nu stop ik met peizen, ik heb min deel gedacht’ – kwam er plots uit terwijl ik wat doelloos op mijn gitaar tokkelde, maar ik begrijp zelf nog steeds niet helemaal waarover dat nummer gaat. Op zijn minst ventileer ik daar iets dat ook in mij zit. Een soort radeloosheid misschien?

Je bent dit jaar veertig geworden. Is het jouw eigen nakende verval dat je bezingt in Ouder komen?

Cappelle: De concrete aanleiding was een leeftijdsgenoot die plots te horen kreeg dat hij ongeneeslijk ziek was. Maar doe daar die veertigste verjaardag bovenop, en dan ga je inderdaad nadenken. Al vind ik het vooral een bevrijding. Het is zeer comfortabel om eindelijk uit de mode te zijn, en ouder, kaler en dikker worden is ook niet zo erg, omdat het zo’n collectief gebeuren is.

Natuurlijk waren sommige dingen vroeger beter, maar de klok terugdraaien is nooit een goed idee.

Moet je al vechten tegen de conservatieve oudemannenstem in je hoofd?

Cappelle: O ja. Ik ben alert voor dat stemmetje, maar tegelijk heb ik tegenwoordig dingen te verdedigen – een huis, vrouw en kinderen. Dan word je automatisch behoudsgezinder. Zo betrap ik mezelf tegenwoordig op de gedachte dat het zowel in de natuur als doorheen de geschiedenis altijd de wet van de sterkste is geweest. ‘En hey, Wannes, jij hoort bij de sterksten.’ Een confronterende maar wel zeer verhelderende gedachte. Want dat is dus exact de reden waarom we klimaatproblemen of armoede amper aanpakken. ‘Wij zijn de sterksten, de anderen zullen de bonen moeten vreten. Al wat wij moeten doen, is een muurtje bouwen om de zwakkeren buiten te houden.’

Skepsels bevat ook een paar nummers die doen vermoeden dat…

Cappelle: … De borden wekelijks door de lucht vliegen ten huize Cappelle? (grinnikt) Ik snap de vraag. We hebben zelfs nog een paar nummers over getroebleerde relaties geschrapt, net om dat te vermijden. Maar gelukkig is dat niet het geval: ik gebruik dat beeld gewoon graag om grotere verhalen te vertellen. Zo is Jèn – ‘Niet echt verliefd, niet tot over onze oren’ – geschreven met Vlaanderen en Wallonië in gedachten. En het idee achter Reden genoeg, over hoe voor de kinderen samenblijven perfect legitiem is, heb ik bij Alain de Botton geleend.

Vandaag leunen we op ersatzpastoors als De Botton, Harari, Nick Cave en Dirk De Wachter voor onze inzichten, zingevingen en de occasionele tegeltjeswijsheid. Was het de bedoeling om met Da besta nie ook jouw soutane aan te trekken?

Cappelle:Altijd fun, altijd geluk. Da besta nie, da besta niet’ is echt iets voor in de godsdienstles, hè. Ik heb lang getwijfeld, maar het was te goed om te laten liggen. Mensen zullen altijd zoeken naar zingeving. Is het niet meer in de mis dan wel in pakweg muziek. Concerten zijn een van de weinige momenten waarop mensen nog samenkomen in een groep die ze zelf niet hebben uitgekozen, maar waar ze wel eenzelfde voorliefde mee delen.

Nick Cave tilt dat idee nog een trapje hoger met zijn Q&A-concerten Conversations with Nick Cave. Is het geen tijd dat jij de maatschappij ook even terugbetaalt voor jouw eerdere studies godsdienstwetenschappen? ‘Klappen mè Cappelle’, het zou kunnen werken.

Cappelle: Om dan van die zelfhulpclichés uit te kramen? (lacht) Nee, je moet het maar met mijn nummers doen. ‘Conversations with Cappelle’ lijkt me een verschrikkelijk idee.

Skepsels

Uit op 8/11 bij Unday Records. De clubtour van Het Zesde Metaal start in februari. Alle info: hetzesdemetaal.be

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Wannes Cappelle

Geboren in 1979 in Wevelgem.

Studeert theologie (KU Leuven) en kleinkunst (Studio Herman Teirlinck).

Debuteert in 2008 met Het Zesde Metaal, met het album Akattemets. Later volgen Ploegsteert (2012), Ni voe kinders (2014) en Calais (2016).

Speelt en schrijft mee aan de Canvas-reeks Bevergem. Werkt momenteel aan de Vier-reeks Grond.

Tourde in 2019 met de ep Dit is de bedoeling, samen met Broeder Dieleman en Frans Grapperhaus.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content