Volgens Amyl and the Sniffers zijn nektapijten de ziekste kapsels

Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

Die hipsters met nektapijt die u meer en meer tegenkomt: het is allemaal de fout van de aussies van Amyl and the Sniffers, het rauwste en ranzigste punkrockcombo van het moment.

Om acht uur ’s morgens al paraat zitten aan de laptop voor een promopraatje: als het met de Australische punksensatie Amyl and the Sniffers is, dan verdwijnt ons ochtendhumeur als sneeuw voor de zon. Frontvrouw Amy Taylor (gezegend met een stem als van een krolse kat, een accent als van een krokodillenjager en een kamerbreed nektapijt) en drummer Bryce Wilson blijken bovendien de vriendelijkheid zelve. In Melbourne, de thuisbasis van de groep, zijn opnieuw strenge lockdownmaatregelen van kracht en elke afleiding is welgekomen.

Taylor en Wilson zijn de zelfverklaarde boerenpummels van de groep, want niet afkomstig van miljoenenstad Melbourne, maar opgegroeid aan de rand van surfersparadijs Byron Bay, al is dat tegenwoordig een van de duurste woonplekken down under en een toeristische trekpleister.

Amy Taylor: Byron Bay heeft altijd al een vreemde mix van mensen over de vloer gekregen: Toeristen, rijkeluizen, wankers en – waar ik woonde, in het iets verder gelegen Mullumbimby – vooral hippies, véél hippies. Punks zag je er niet. Dus toen ik op mijn veertiende mijn eerste hardcorepunkshow meemaakte, was ik meteen verkocht. Al die kwaaie mensen: wat een verademing! Tot dan toe had ik mensen over niks anders dan liefde, vrede en samenhorigheid horen leuteren, weet je wel.

En dat is een probleem?

Taylor: Ja. Als ik het hier nu zo luidop zeg, klink ik natuurlijk als een asshole(lacht) maar het was gewoon verfrissend om ook ándere emoties bij mensen te zien. In het hardcoremilieu ging het evengoed over liefde en zo, maar met veel meer energie. En meer lawaai.

Of dat nu op MTV komen is of geitenmelk uit Duitsland drinken: telkens als je iets doet dat je ooit in je leven had willen doen, heb je gewonnen.

Amy Taylor

Op jullie vorige album zong je ergens ‘success is best when it happens on a Thursday’. Hoezo?

Taylor: Omdat donderdag het nieuwe vrijdag is, tiens.

En succes op vrijdag is…?

Taylor: Geen idee wat ik daar precies mee bedoelde. Het klonk gewoon vet.

Ik zal het anders verwoorden: wat betekent succes voor een stel Australische bastards?

Bryce Wilson: Iets doen waar je trots op kunt zijn. Ik had nooit gedacht dat we het met de groep zo ver – tot buiten Australië dus – gingen schoppen. Elke nieuwe dag dat ik dit kan doen, is een verse kers op de taart.

Taylor: Succes is voldoening. Of dat nu op MTV komen is of geitenmelk uit Duitsland drinken: telkens als je iets doet dat je ooit in je leven had willen doen, heb je gewonnen.

Jullie komen uit het punkmilieu, waar doe-het-zelf heilig is. Wat zijn de voor- en nadelen van dat credo?

Taylor: Het grootste voordeel is… dat je alles zelf moet doen, en dat je alles onder controle hebt.

Wilson: Het grootste nadeel is óók dat je alles zelf moet doen en dat er niemand is om boos op te zijn wanneer het op niks trekt.

Taylor: En het trekt héél vaak op niks. (lacht)

Heb je de voorbije twee jaar, sinds de release van jullie debuut, al iets gedaan dat je nooit meer opnieuw wil doen?

Taylor: Natuurlijk. Maar daar kan ik om juridische redenen niet over uitweiden. (grinnikt) En dan nog, gewoon voor de ervaring moet je eigenlijk álles in het leven minstens twee keer proberen. Ook als het kutzooi is.

Een ezel mag zich twee keer aan dezelfde steen stoten.

Taylor: Is dat een Belgisch spreekwoord of zo? Ik ben dol op spreekwoorden! Declan, onze gitarist, had onlangs een mooie: when you don’t have chips, fry the French. Als in: als je niet over de juiste middelen voor iets beschikt, bekijk het dan eens van een andere kant. Geloof ik toch.

Ik zou het niet erg vinden om als de goeroes van het nektapijt te worden aanzien.

Bryce Wilson

In Knifey, een track op jullie nieuwe album, zing je over op straat lastiggevallen worden en van je afbijten: ‘Out comes the knifey / This is how I get home nicely’. Wanneer heb je voor het laatst een mes getrokken?

Taylor: Kijk, ik ben geen doetje, maar ook ik wandel als vrouw niet graag alleen op straat of in het park wanneer de zon onder is. En als ik het wel doe, dan voel ik me beter met een wapen op zak. Ik wíl niet agressief of gewelddadig zijn, maar als je omgeving je ertoe dwingt, tja… Ik heb mijn mes nog nooit moeten gebruiken, maar ik draag er wel eentje bij me.

Alleen ’s avonds laat, of ook als je naar de bakker gaat?

Taylor: Geen commentaar. (grinnikt)

Wanneer raakte je voor het laatst in een gevecht verwikkeld?

Taylor: Dat zal op een van onze shows geweest zijn. Wanneer mensen handtastelijk worden, geef ik ze een mep. Oké, technisch gezien is dat geen gevecht, en de meeste van onze fans zijn erg leuke weirdo’s, maar als iemand me geweld aandoet door me zomaar te betasten, dan mag ik ook geweld gebruiken. Zo zie ik het toch.

Laatste vraag: ik zie in België de laatste tijd veel rock-‘n-rollhipsters met een flink nektapijt rondlopen. Voelen jullie je verantwoordelijk?

Wilson: Yep!

Taylor: Echt? Ik weet eerlijk gezegd niet of wij dé reden zijn. In Australië bekijken de meeste mensen ons nog steeds behoorlijk scheef, alsof we een stelletje freaks zijn. Echt, thuis zijn we een heel polariserende band. In Europa en de VS worden we meestal heel erg lief behandeld. Of het moet zijn dat ze ons niet goed begrijpen. (lacht)

Wilson: Wel, ik zou het niet erg vinden om als de goeroes van het nektapijt te worden aanzien. Het ziet er ziek goed uit, het voelt ziek goed, het is gewoon het meest zieke kapsel. Punt.

Comfort to Me

Uit via Rough Trade.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content