U.S. Girls: ‘Ik ben minder dan vroeger overtuigd van mijn eigen gelijk’

Samenzweringstheorieën, de kunst van het foerageren, dismorfobie. Dat een praatje met Meg Remy van U.S. Girls aparte onderwerpen bestrijkt, zegt veel over de alweer buitengewone, maar toch zo toegankelijke pop op haar zevende worp Heavy Light. ‘Mijn motto is: go big or go home. ‘

Radicaal: dat label krijgt Meg Remy, een Amerikaanse uit Illinois die al jaren in het Canadese Toronto woont, vaak opgekleefd. Niet alleen neemt ze in haar muziek vinnige politieke en feministische standpunten in, ze prakkeseert ook continu over nieuwe manieren om die te verklanken. Zo komt het dat haar oeuvre als U.S. Girls over de voorbije twaalf jaar een spectrum openbaart dat van het avant-gardistische Throbbing Gristle of This Heat tot de pure pop van ABBA en Blondie reikt.

Je eerste twee platen waren experimentele klankerupties die – met permissie – even aantrekkelijk klonken als over een bord schrapende nagels.

Meg Remy: (lacht) Toen ik begon, had ik alleen een viersporenrecorder en een gitaar. Alleen kon ik geen gitaar spelen – nog altijd niet, trouwens. Alle percussie had ik gespeeld op een leeg blik popcorn dat ik op verschillende manieren opnam. Mijn voornaamste doel was mezelf uit te drukken. Hoe dat klonk, was ondergeschikt aan dat exorcisme. Ik was toen echt een complete leek. Zo ging ik ervan uit dat het pas goed was als de metertjes op de recorder helemaal in het rood bleven.

Ik heb last van dismorfobie, ingebeelde lelijkheid. Je brein doet je geloven dat je dikker bent of zo. Duidelijk een stoornis van deze tijd.

Een amateurpsycholoog zou vermoeden dat je je achter die muur van kabaal wilde verstoppen.

Remy: Toen was ik nog schijterig, ja. Optreden deed ik op mijn knieën, kijkend naar de vloer. Het moest nu eenmaal gebeuren, maar als het even kon zonder dat mensen me aankeken. Ik grap altijd dat je mijn traject als performer kunt illustreren met zo’n afbeelding van de menselijke evolutie: een over de grond kruipende aap die langzaamaan rechtop gaat lopen. (lacht)

In je beginjaren coverde je Bruce Springsteen of die arme B.J. Thomas op zo’n vermorzelende wijze dat sommige luisteraars misschien dachten dat die lui je iets hadden aangedaan.

Remy: (lacht) Omdat ik zelf geen instrumenten bespeel – ik noem mezelf dus ook nooit muzikant – heb ik altijd voornamelijk gezongen. Er is geen plek in de wereld waar ik vaker heb ‘opgetreden’ dan in mijn meisjeskamer. Eindeloze uren waren dat. Zingen, zingen. Ik heb er altijd van gehouden om liedjes naar mijn eigen gevoel om te buigen. Springsteens Prove It All Night ken ik al zolang als ik me kan herinneren. Gek. Mijn versie klonk als Suicide nog voor Springsteen ervoor was uitgekomen dat hij die groep geweldig vond. Jaren later zag ik hem tijdens de Devils & Dust-tour Dream Baby Dream van Suicide doen, en ik dacht: o mijn god, alles klikt hier in elkaar! Mijn muzikale smaak kent geen grenzen. Ik hou zowel van Crass als van No Doubt. Hoe meer muziek je kent, hoe rijker je leven.

De pijlers van je nieuwe plaat zijn gek genoeg precies dezelfde als vroeger: stem en ritme. Maar door de weelde aan percussionisten en achtergrondkoren waarmee je je deze keer omringt, klonk je nog nooit zo publieksvriendelijk.

Remy: Heel iets anders dan een popcornblikje, ja. (lacht) Vroeger had ik geen rooie duit en kende ik niemand. Ik leefde praktisch in een hol dus mijn muziek was navenant. Maar omdat ik nu in Canada woon, krijg ik als artieste financiële steun van de overheid – in de VS mag je dat vergeten. Dat geeft me veel meer vrijheid om dingen te proberen, mensen uit te nodigen. Ik heb zelfs zangles gevolgd! Tegenwoordig zijn de mogelijkheden onbeperkt, en daar geniet ik van. Let wel, emotie moet de kern blijven. Daarom is de plaat zo goed als live opgenomen, met alle zangers bij elkaar. Er was altijd wel iemand die in de fout ging, maar we stonden onszelf niet toe die lapsussen met studiotrucs weg te poetsen. Qua popproductie roeien we dus tegen de stroom in, want tegenwoordig wordt elke halve seconde digitaal geperfectioneerd. Waar is de ziel dan?

Je hebt heel vaak songs vanuit woede en verontwaardiging geschreven. Het duidelijkste voorbeeld is uiteraardM.A.H. oftewelMad As Hell van je vorige plaat, waarin je fulmineerde dat Barack Obama net zo’n oorlogszuchtige president was als zijn voorgangers.Heavy Light is filosofischer.

Remy: Tja, een mens wordt ouder. Ik kan nog altijd snel verontwaardigd raken maar ik ben minder dan vroeger overtuigd van mijn eigen gelijk. Toen dacht ik dat ik alles doorzag, in tegenstelling tot mijn medemens. Dus was het aan mij om even de waarheid te preken. (lacht) Terwijl ik nu alleen maar merk hoe alles zo… grijs is, niet zwart of wit. Ik ben me ook gaan realiseren dat ik mezelf onophoudelijk tegenspreek, net als iedereen. Yep, mijn inlevingsvermogen is danig gegroeid.

U.S. Girls: 'Ik ben minder dan vroeger overtuigd van mijn eigen gelijk'

In And Yet It Moves / Y se mueve zing je – in het Spaans – dat ‘ze ons in alles belazeren’. Wie zijn ze?

Remy: De machthebbers, de mensen achter de schermen, de katholieke kerk, je ouders…. Wát die leugen is, kan ik niet in twee zinnen zeggen. Het heeft te maken met religie, geld, patriarchie, de manier waarop de geschiedenis wordt geschreven en doorgegeven. Een samenzweringstheorie, ja. Met dat nummer wilde ik bovendien aantonen dat zowel Engels als Spaans koloniale talen zijn die op de Amerikaanse continenten oorspronkelijk niet gesproken werden. Wat het bespottelijk maakt als iemand bij ons voor de zoveelste keer ‘speak English!’ snauwt.

Zoals je in je muziek voortdurend van koers verandert, heb je je in de afgelopen twaalf jaar ook ontelbare keren een andere look aangemeten.

Remy: Omdat het leuk is. Als mensen naar mijn optredens komen, wil ik ze verrassen. ‘Ah, is dát haar?’ Het is een manier om het interessant te houden, voor mezelf en iedereen. Al ben ik er al enkele jaren mee gestopt mijn haar te kleuren. Slecht voor het milieu, maar ook voor mijn haar! Ik heb last van dismorfobie, ingebeelde lelijkheid. Je brein doet je geloven dat je dikker bent of zo. Duidelijk een stoornis van de moderne tijd. Ik bedoel: als je in de middeleeuwen zwaar woog, betekende dat meestal dat je rijk was. (lacht) In deze tijd van spiegels, foto’s en Instagram telt niet wie je bent, alleen hoe je eruitziet. Ik probeer me er constant van bewust te zijn dat veel van mijn denkpatronen me zijn opgedrongen door een wereld waarin mannen het voor het zeggen hebben. Dan moet ik mezelf bezweren: je bent gezond, er is niets mis met je.

InIOU richt je je tot iemand die niet weet ‘what’s up, what’s down, what to do / That’s how come all those tattoos / I’m talking about all of mine, too’.

Remy: Tatoeages laten zetten is een vorm van consumptiegedrag en dus een vorm van apathie. Heel makkelijk om in weg te zinken, er zelfs verslaafd aan te raken. Maar als je optimaal gebruik maakt van je geest en verstand, heb je in het leven niet veel nodig. Dan ben je geïnteresseerd en nieuwsgierig en is dát je drive. Als je daarentegen niét weet what’s up, what’s down or what to do, zul je een hoop tattoos laten zetten of twintig paar schoenen kopen. Het geeft je een vals gevoel dat je iets ondernomen hebt. Zeker tattoos, waarvoor je je pijn moet getroosten. Voor veel mensen maken ze deel uit van hun cultuur en hebben ze een diepgewortelde betekenis. Maar in de huidige maatschappij zijn ze accessoires. Oppervlakkig. Ik veroordeel dat niet – ik heb er zelf ook – maar dat wil niet zeggen dat het niet gezegd mag worden.

Akkoord, maar als je geld obsceen noemt en verklaart er niet in te geloven, zoals je in een andere song doet, maak je het jezelf in het dagelijkse leven toch onnodig moeilijk?

Remy: (schatert) Wie mij al een tijdje volgt, zal misschien denken: daar zul je haar weer hebben met een money song! Wat ik aankaart, is dat mensen het gebruik van geld niet meer in vraag stellen. Terwijl het zo fake als wat is. Dan vond ik de gift economy van eeuwen geleden beter. Je leefde van de wonderbaarlijke dingen die de aarde je schonk en je gaf terug aan de aarde, in een cyclus. Niemand had van iets te veel, alles bewoog. Nu wordt er alleen maar opgepot en achterovergedrukt. Heel die oude kringloop is verstoord, en dat aanvaarden we maar.

Moeten we dan allemaal onze eigen groenten kweken en kleinvee hoeden?

Remy: (lacht) Ik zou dat alleszins wel willen! Maar aangezien ik in een appartement woon, hou ik het voorlopig bij kruidenplantjes en probeer ik me er bewust van te zijn welk voedsel ik koop. Zelfvoorzienend zijn is een toekomstplan, ja. Het zal wel moeilijk worden. De bodem bewerken, zaadjes en mest en wat is het allemaal. Binnenkort volg ik alleszins een cursus foerageren in mijn buurt: zelf je voedsel zoeken, hoe fascinerend. Ik kijk ernaar uit.

Ik hoef jouw rekening niet te maken, maar met acht personen op tournee gaan doe je niet om je bankrekening een plezier te doen.

Remy: Dat kost inderdaad handenvol geld, weet ik uit de tournee voor de vorige plaat. Maar dat is het waard. Ik wil brengen wat ik zelf zou willen zien. Daarop beknibbelen ligt niet in mijn aard. Dit is waarvoor ik leef. Nu, ik ben ook wel begonnen met gitaarlessen. Kwestie van het misschien ooit eens in mijn eentje te kunnen rooien. (lacht) Maar voorlopig blijft mijn motto: go big or go home.

Heavy Light

Op 6/3 uit bij 4AD.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Meg Remy

Afkomstig uit Chicago, Illinois maar tegenwoordig inwoonster van Toronto in Canada.

Getrouwd met muzikant en producer Max Turnbull, alias Slim Twig. Samen bestieren ze het label Calico Corp.

Verknocht aan girl groups uit de sixties en Ronnie Spector van The Ronettes in het bijzonder. ‘Ze maakt deel uit van mijn DNA. Dat vibrato, die bevende stem. En dan die producties van Phil Spector: een geluid dat pijn doet, je doet smachten zonder te weten naar wát.’

Kijkt haar publiek graag recht in de ogen tijdens optredens. ‘Sommige mensen vinden dat fijn, anderen weten plots met zichzelf geen blijf.’

Gebruikt wel eens Brian Eno’s Oblique Strategies, de kaartenset die de creativiteit wil aanporren. ‘Zo maf dat die instructies elkaar tegenspreken. Van ‘doe wat je net deed opnieuw’ tot ‘stop ermee voor vandaag’. Mijn favoriet? Het blanco kaartje. Zo toepasselijk en eigenwijs dat dat ertussen zit.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content