Met vier uitstekende optredens in de AB bereikte het Brusselse Autumn Falls-festival een zinderende climax. Teho Teardo & Blixa Bargeld gaven de klap op de vuurpijl, maar ook de passages van Chantal Acda, DAAU en Esmerine gingen niet onopgemerkt voorbij.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
CHANTAL ACDA
Met haar pas verschenen solo-cd ‘Let Your Hands Be Me Guide’ oogst de Nederlands-Belgische Chantal Acda momenteel overal jubelende recensies. De plaat, uit op een Brits label, werd opgenomen in Berlijn met de hulp van grote namen als Nils Frahm en Peter Broderick. Die kon de zangeres uiteraard niet mee op tournee nemen, maar dat ving ze prima op door zich te omringen met meesterpercussionist Eric Thielemans (Tape Cuts Tape) en gitarist Gaëtan Vandewoude (Isbells). Beide heren woelden in haar kwetsbare, intimistische liedjes onverwachte lagen bloot en legden verrassende accenten, zonder het emotionaliteitsgehalte van het materiaal aan te tasten.
Ook Acda’s heldere, doorvoelde voordracht en minimalistische maar pure fingerpicking vonden moeiteloos de kortste weg naar je ziel. In het pakkende ‘Arms Up High’ gaf Vandewoude (die eerder in ‘We Will, We Must’ al Brodericks zangpartij had overgenomen) een expressieve solo op ‘distorted guitar’ en in het afgekloven ‘Backdrops’, waarin de stilte een hoofdrolspeler was, wist hij op de snaren zelfs de oorspronkelijke bijdrage van Shahzad Ismaily te evenaren. De consequent verbluffende maar subtiele tussenkomsten van Thielemans op marimba en drums (‘My Night’, ‘Own Time’) gaven de songs een nieuw soort spanning, waardoor je van de eerste tot de laatste noot geboeid bleef. Chantal Acda’s passage op Autumn Falls was een schoolvoorbeeld van hoe je je muziek met een minimum aan middelen en een maximum aan inventiviteit op het podium in iets nieuws kunt transformeren. Een ingetogen set, die niettemin keihard binnenkwam.
DAAU
Het Antwerpse DAAU is inmiddels al twintig jaar actief en bracht, met ‘Eight Definitions’, onlangs zijn puike achtste langspeler uit. Nu de broers Lenski allebei andere oorden hebben opgezocht, laten de drie overblijvers zich op het podium bijstaan door drummer Jeroen Stevens, wat hun muziek, zo bleek in de AB, extra punch en energie geeft. In stilistisch opzicht blijven de instrumentale composities van de Anarchisten quasi ongrijpbaar. Uit grondstoffen als klassiek, jazz, folk, tango, klezmer, flamenco en dub destilleren accordeonist Roel Van Camp, klarinettist Han Stubbe en (contra)bassist Hannes d’Hoine nog altijd een hoogst unieke sound. Daarbij hanteren ze een dynamiek die in Brussel tegelijk nieuw en vertrouwd aandeed.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het kwartet klonk afwisselend dromerig en speels, lyrisch en uitbundig, exotisch en kosmopolitisch. Vooral de geraffineerde interactie tussen de muzikanten zorgde ervoor dat je altijd geboeid bleef luisteren. Nummers als ‘Dansende mieren’ bruisten van vitaliteit en ook elders gaven de vier heren blijk van een ongebreidelde joie de vivre, al stond dat de nuances in hun muziek nooit in de weg. Op de hoes van hun jongste cd staat een feniks die uit zijn as verrijst. En zo klonk DAAU ook op Autumn Falls: als herboren.
ESMERINE
Een kruisbestuiving van postrock, klassieke kamermuziek en Byzantijnse folk? Het lijkt niet vanzelfsprekend, maar Esmerine, uit Montréal, kreeg het voor elkaar. En hoe. De groep, waarvan celliste Beckie Foon (ex-A Silver MT. Zion) en percussionist Bruce Cawdron (ex-Godspeed You! Black Emperor) de spil vormen, bracht vorig jaar enkele maanden in Istanbul door en verbroederde er uitgebreid met plaatselijke muzikanten. Het resultaat van die alliantie was de onlangs verschenen cd ‘Dalmak’ en het materiaal uit die plaat vormde het fundament voor een meeslepend concert.
De vier leden van Esmerine, waarvan de meeste multi-instrumentalisten zijn, lieten zich tijdens hun huidige tournee bijstaan door drie Turkse collega’s, zodat hun van nature elegische composities dit keer een uitgesproken ritmisch en uitbundig karakter kregen. Dank zij de toevoeging van Anatolische gezangen, een saz en percussietuigen als een bendir, erbane en darbuka, kreeg de muziek van de Canadezen vanzelf een exotisch karakter. Geen geforceerde cross-over, maar een organische versmelting van stijlen en culturen die een bijzondere sound opleverde. Nu eens opzwepend, dan weer meditatief, maar altijd zinnenprikkelend. Vooral het marimbaduel in ‘Lost River Blues’ moest je horen om het te geloven. Esmerine beloonde het geestdriftige publiek dan ook met een terechte bis.
TEHO TEARDO & BLIXA BARGELD
Als u het ons vraagt heet dé plaat van het jaar ‘Still Smiling’ en staat ze op naam van Teho Teardo en Blixa Bargeld. De eerste is een Italiaanse filmcomponist en multi-instrumentalist, de tweede kennen we als de frontman van de Berlijnse Einstürzende Neubauten. Hun symbiotische samenwerking leidde afgelopen zomer tot een bloedmooie, verbazend toegankelijke cd die steunde op het contrast tussen echte en programmeerbare instrumenten.
Zelden hadden we Bargeld voordien al zo persoonlijk en bedachtzaam gehoord, dus waren we benieuwd hoe hij en zijn kompaan de rijke arrangementen van hun cd naar het podium zouden vertalen. Teardo speelde elektrische gitaar en bediende een laptop, celliste Martina Bertoni toverde afwisselend schrapende riffs en majestueuze motiefjes uit haar instrument en ging occasioneel te keer op een xylofoontje of wat percussiespulletjes. Blixa Bargeld, die in de studio veel muziek had bijgedragen, gaf er, wellicht om theatrale redenen, echter de voorkeur aan zich in de AB tot zingen te beperken. Zijn stem verkende het hele spectrum tussen croonen, janken en krijsen, maar al bij al manifesteerde hij zich als een minzame dandy die de nummers afwisselend in het Duits, Engels en Italiaans bracht en tussendoor vaak erg grappig uit de hoek kwam.
In klassieke grandeur badende nummers als ‘Mi Scusi’, ‘Buntmetalldiebe’ en ‘Come Up and See Me’ klonken ook in Brussel overweldigend. Toch was het jammer dat ruim de helft van wat het publiek te horen kreeg (keyboards, de orkestraties van het Balanescu Quartet, de knisperende ritmetracks) gewoon uit computerfiles werd geplukt. We kregen dus veeleer een performance dan een echte liveshow, en van iemand die naam maakte met Neubauten was dat toch een zwaktebod. Gelukkig zorgde Teho Teardo met zijn twangy gitaarspel in ‘What If…?’ en het filmische ‘A Quiet Life’ nu en dan toch nog voor een concertgevoel.
Paling
Naast ‘Still Smiling’, dat integraal voorbijkwam, diepte het duo -dat eigenlijk een trio was- enkele verrassende covers op. Van de Braziliaanse songwriter Caetano Veloso leende het het bespiegelende ‘The Empty Boat’ en tijdens de bissen kwam Bargeld zelfs op de proppen met ‘Crimson and Clover’, een sixtieshit van Tommy James & The Shondells. Niet groots, wél grappig. En omdat het zonder enige ironie werd vertolkt, kwam het net dubbel zo ironisch over. Ook geestig: het nieuwe ‘Millions of Eels’, waarin Herr Blixa, als een echte bioloog, de hele levenscyclus van de zeepaling uit de doeken deed.
We hebben ons niet verveeld, de muziek blijft fantastisch en het is altijd fascinerend Blixa Bargeld op een podium bezig te zien. Maar mochten hij en Teardo zo moedig zijn geweest om, net als Chantal Acda, hun songs live een nieuw kleedje aan te meten, dan was hun set gegarandeerd veel spannender geweest. Zoveel gemakzucht vonden we artiesten van dit allooi eigenlijk onwaardig. Maar de plaat zelf zullen we nog jaren blijven koesteren.
Dirk Steenhaut
SETLIST TEARDO & BARGELD: Nur Zur Erinnerung / Mi Scusi / Axolotl / Buntmetalldiebe / Still Smiling / Nocturnalie / What If…? / Konjuktiv II / The Empty Boat / Come Up and See me / Alone With the Moon / A Quiet Life // Crimson and Clover / Defenestrazioni // Millions of Eels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier