So long, Leonard: Belgische muziekwereld neemt afscheid van een icoon
Pascal Van De Velde van Greenhouse Talent organiseerde negentien concerten van hem, Tom Barman greep dankzij hem naar de gitaar en Jonas Winterland spiegelt al zijn songs aan hem. Voor Knack Focus reageren ze op het overlijden van Leonard Cohen.
dEUS-frontman Tom Barman: ‘Ik heb een hele zin van hem gepikt’
‘Leonard Cohen was, samen met Lou Reed en Neil Youg, een van de artiesten die mij naar een gitaar hebben doen grijpen. Hij maakte natuurlijk nummers die makkelijk te spelen waren voor een luie gitarist als ik. (lacht) Who By Fire, Famous Blue Raincoat, Lover, Lover, Lover, There is a War: die heb ik allemaal op straat gespeeld, in mijn tijd als busker. En zo heb ik twee jaar van mijn leven bekostigd met Cohen-covers.’
‘Er zit zeker ook wat van Cohen in dEUS. Toen we in 1992 op de Rock Rally een cover moesten spelen, was dat Teachers uit Various Positions, een vrij onbekende Cohen-plaat, maar wel degene die mij hem heeft doen ontdekken. De grote gevoelens en de grote thema’s niet uit de weg gaan maar er een draai aan geven: dat heb ik van hem opgestoken. Dat antireligieuze waar hij op een slinkse en literaire manier mee speelde, komt onrechtstreeks tot uiting in Oh Your God, een song op de dEUS-plaat Vantage Point. En in Everybody’s Weird, uit The Ideal Crash, heb ik zelfs een hele zin van hem gepikt. ‘When it all comes down to dust, I will kill you if I must, I will help you if I can’: het komt uit zijn Story of Isaac.’
‘Slechts één keer heb ik Leonard Cohen live gezien, tijdens zijn comebacktournee in het Sportpaleis in Antwerpen. Ik wist op voorhand dat ik ging blèten, alleen niet op welk moment. Het gebeurde bij Who By Fire, een ongelooflijk moment. Toen ik vannacht te horen kreeg dat hij overleden was, heb ik niet gehuild – het is verschrikkelijk, maar anders dan bij pakweg Prince die onverwachts en te vroeg is gestorven, was Cohen wel min of meer full circle -, maar heb ik meteen mijn gitaar vastgepakt en The Partisan ingestudeerd. We gaan het vanavond waarschijnlijk coveren met TaxiWars in Bozar.’
Concertpromotor Pascal Van De Velde: ‘Hij heeft voor het gelukkigste moment uit mijn loopbaan gezorgd’
‘Er is geen artiest die in mijn professionele carrière belangrijker is geweest dan Leonard Cohen. Negentien concerten heb ik voor hem georganiseerd, en ik heb hem altijd gekend als een integer, dankbaar, grappig en bescheiden man. De eerste keer dat ik met hem werkte, was in 2008, in het Brugse Minnewaterpark. Dat jaar heeft hij me gevraagd of ik het niet zou zien zitten om ook zijn Nederlandse concerten op poten te zetten. De grens oversteken, dat was iets waar ik voorheen nog nooit aan gedacht had. Ondertussen heb ik een bedrijf in Nederland, en heb ik er al honderden optredens georganiseerd. Allemaal dankzij Leonard Cohen.’
‘Twee jaar later heeft hij voor het gelukkigste moment uit mijn loopbaan gezorgd. We organiseerden een concertreeks met hem in Gent, mijn thuisstad. Het was de eerste keer dat ik daar zulke grote concerten opzette. Toen ik tijdens een van de shows naast het podium stond, voelde ik niets dan intens geluk. De muziek was prachtig, er waren geen praktische problemen, en voor het podium zag ik alleen maar blije gezichten. Alles viel in zijn plooi. Ook mijn ouders waren daar, ze zaten op de vijfde rij. Ik moet zeggen: ik had hen al vaker meegenomen naar concerten die ik organiseerde. Ze vonden dat altijd leuk, maar ik had nooit het gevoel dat het écht hun ding was. Tot die avond, bij Leonard Cohen.’
‘Na het concert kwam mijn moeder naar me toe. ‘Ik heb nooit helemaal begrepen waar jij mee bezig bent, maar vanavond heb ik het gezien en gevoeld’, zei ze. ‘Ik ben heel fier op je.’ Erkenning van je ouders krijgen, dat is toch waar iedere mens naar streeft. En het is Leonard Cohen die voor die erkenning gezorgd heeft. Het was als het professionele equivalent van de geboorte van mijn eerste kind, zo gelukkig was ik. Nooit eerder had ik dat ervaren, en waarschijnlijk zal ik het ook nooit meer ervaren. Als het toen voor mij was gestopt, was dat perfect geweest.’
‘Cohen had echt wel een heel speciale band met Gent. ‘Ik weet niet wat het is met deze stad, maar ze lijkt zo tolerant te zijn voor muzikanten. Dat is niet overal waar ik ga het geval’, zei hij eens. ‘O and by the way: they have great soup around the corner from where I stay.’ Hij sliep altijd in de Marriott, en ging dus elke dag om de hoek een soepje eten. (lacht) Hij verbleef altijd in datzelfde hotel, altijd in dezelfde kamer zelfs. Omdat hij graag thuis was. En als het van hem afhing, had hij nog veel vaker op het Sint-Pietersplein in Gent gespeeld. ‘Is het geen idee dat we in plaats van door heel Europa te toeren gewoon twee maanden lang op dat plein hier spelen, en de fans laten overvliegen?’ vroeg hij op een keer.’
‘Dat reizen en dat toeren vond hij naar het einde toe wel zwaar en intens. Ik wist al een tijdje dat hij niet meer zou gaan toeren, want hij was in slechte conditie, had last van zijn rug. Maar optreden, dat was wel wat hem drijvende hield. Cohen was een keiharde werker. Zijn recentste concerten waren vier uur lang. En dan moet je weten dat hij eigenlijk al van twee uur in de namiddag op dat podium stond. Eerst om te repeteren in zijn eentje, en daarna om te soundchecken met de hele band. Dan hield hij een pauze van twee uur, waarna hij ging optreden tot middernacht. Eens dat, aan het eind van 2013, wegviel en hij thuis kwam te zitten, begon hij zijn leeftijd te voelen, denk ik.’
‘Het laatste concert dat ik samen met hem gedaan heb, was op 20 september 2013 in Amsterdam. ‘Leonard, 19 concerts doesn’t feel right’, zei ik. ‘We’ll have to do one more.’ Hij omhelsde me innig en antwoordde: ‘I’ll come back for one more. For you.’ Het is er helaas nooit meer van gekomen.’
Singer-songwriter Jonas Winterland: ‘Alsof er een ledemaat geamputeerd is’
‘Ik was een twintigjarige student toen ik Suzanne van Leonard Cohen voor het eerst hoorde. ‘Is dat niet van Herman Van Veen?’ was mijn eerste reactie, maar er bleek niks boven het origineel te gaan.’ (lacht)
‘Dat nummer was, net als vele andere van zijn songs, heel herkenbaar voor mij. Cohen worstelde met zijn Joods-christelijke achtergrond, en als een jongen die in het katholieke West-Vlaanderen opgegroeid is en zich daar tegen wilde afzetten, voelde ik daar wel affiniteit mee. Cohens fascinatie voor de vrouw als een soort reddingsboei, daar kon ik me ook volledig in vinden. En dan is er natuurlijk nog de poëzie in zijn teksten, waar ik als literatuurstudent met poëtische ambities ook veel voeling mee had.’
‘Cohen is in mijn ogen de eerste artiest die poëzie en muziek samenbracht. ‘Dat wil ik ook’, dacht ik, en ik borg mijn droom om schrijver te worden op en ging in de muziek. Ik beschouw Leonard Cohen als mijn muzikale kompas. Hij is de lat die ik probeer te halen, de man aan wie ik iedere song spiegel die ik maak. Zelf schrijf ik in het Nederlands, ‘want als ik wil streven naar de poëtische zeggingskracht van Cohen’, dacht ik, ‘dan kan ik dat niet in een vreemde taal doen.”
‘Ik was gechoqueerd toen ik vernam dat hij overleden was. Het was alsof er een ledemaat van mij geamputeerd was. Dat klinkt zeer dramatisch, maar voor mij is er simpelweg geen enkele artiest van het niveau van Leonard Cohen. Ik ben wel heel dankbaar dat hij You Want It Darker nog afgekregen heeft, alleen al omwille van dat titelnummer. Het is zijn testament gebleken, maar wel een zeer waardig en mooi testament.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier