Ryley Walker in ABClub: Een ode aan de Vrije Vorm

Ryley Walker © Yvo Zels

‘Fuck Trump!’, riep Ryley Walker, bij wijze van begroeting in een overvolle ABClub. ‘Maar goed, let’s have some fun’. Daarmee was de toon van de avond gezet. De bindteksten waren nonchalant, maar de muziek klonk bezwerend en intens. Walker is niet voor niets het nieuwe wonderkind van de psychfolk.

DA GIG: Ryley Walker in ABClub, Brussel op 10/11.

IN EEN ZIN: Walker en zijn band lieten het publiek met hun wilde improvisaties alle hoeken van de zaal zien en waagden zich aan kronkelige muzikale excursies waarvan het traject nooit van tevoren vastlag.

HOOGTEPUNTEN: ‘Sullen Mind’, ‘The Roundabout’, ‘The Halfwit In me’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE: “Na dit optreden gaan we alle Belgische bieren proeven die er bestaan. We zijn van plan net zo lang te zuipen tot we vergeten zijn waar we vandaan komen.”

Op zijn vorige platen, ‘All Kinds of You’ en ‘Primrose Green’, liet de 27-jarige muzikant uit Illinois zich nog vooral voeden door Bert Jansch en John Martyn, sleutelfiguren van de Britse folkscene uit de late jaren zestig en de voege jaren zeventig. Op zijn onlangs verschenen derde cd, ‘Golden Sings That Have Been Sung’ is Ryley Walker er, niet alleen als songwriter met rasse schreden op vooruit gegaan, hij refereert ook aan het werk van Jim O’Rourke en andere muzikanten die sinds de nineties Chicago onveilig maken. Een en ander maakt hem tot een geestgenoot van Steve Gunn en William Tyler, twee andere Amerikanen die uitermate behendig zijn op de snaren.

De songs op zijn jongste langspeler zijn vrij beknopt, maar op het podium toont Walker zich, net als Van Morrison (ten tijde van ‘Astral Weeks’ of ‘Veedon Fleece’) en Tim Buckley als een liefhebber van de Vrije Vorm. Zijn muziek, een destillaat van folk, jazz, blues en psychedelica, steunt vaak op circulaire grooves, maar Ryley Walker is niet geïnteresseerd in herhaling of reproductie. Hij is veel te rusteloos om zich aan een vooraf uitgeschreven scenario te houden. Zijn meditatieve hymnes klinken iedere avond anders, afhankelijk van zijn stemming of de sfeer in de zaal. De man houdt niet van omkijken en heeft voor zijn vorige platen zelfs geen goed woord meer over, ook al zijn die respectievelijk nog maar één en twee jaar oud. Op de setlist in Brussel prijkte dus uitsluitend nieuw materiaal.

Uitgesponnen jams

Walker, die in de ABClub werd bijgestaan door een beslagen vierkoppige band, beschouwt de songs op zijn jongste cd slechts als het vertrekpunt voor kronkelige muzikale excursies waarvan het traject niet van tevoren vastligt. Op het podium werden ze van lange instrumentale introducties voorzien en uitgesponnen tot een kwartier of langer, zodat er tijdens de anderhalf uur durende show amper acht nummers voorbij kwamen. De groepsleden, gepokt en gemazeld in de experimentele noise- en improvisatiemilieus uit Chicago en omstreken, draaiden hun hand niet om voor een jam meer of minder en wisselden voortdurend oogsignalen of handgebaren uit om de koers uit te zetten.

Ryley Walker en de tweede gitarist waren aan elkaar gewaagd, trokken om beurten de aandacht van het publiek en weefden samen veelkleurige klanktapijten, die het voor je ogen deden schemeren. De nummers werden meticuleus en met gevoel voor spanning opgebouwd, maar tegelijk speelde de groep losjes uit de pols. In opener ‘The Halfwit in Me’ hoorde je nu eens echo’s uit de Southern rock van The Allman Brothers Band, dan weer verwijzingen naar de atonaliteit van Sonic Youth. Net zo vaak stuwden de contrabassist, de drummer en de toetsenspeler de muziek echter richting jazz.

Whisky

In ‘Age Old Tale’ (“A song about bar anxiety”), waarin een dreinerig psych-orgeltje verstopt zat, begon Ryley Walker pas te zingen nadat hij, met zijn deraillerende gitaar, het publiek zestien minuten lang ieder hoekje van de zaal had laten zien. “Heady stuff”, noemde hij het zelf. Niemand sprak hem tegen. Ook het prachtige ‘The Roundabout’ werd aangekondigd als een nummer over dronken worden, want, zo opperde de frontman, “art imitates life”. De muzikanten lieten intussen op het podium een fles whisky rondgaan, maar gelukkig had dat geen invloed op het niveau van het gebodene. Bij het horen van de even repetitieve als hypnotische gitaarlijnen, moesten we niet zelden aan Indische raga’s denken, maar het samenspel klonk zo dynamisch dat het nooit zweverig werd.

Na het prachtige ‘Sullen Mind’ greep Ryley Walker naar een akoestische 12-string, en demonstreerde hij zijn virtuositeit alsfingerpicker. Vooral in de niet nader genoemde maar verbluffende instrumental waarin we zowel mediterrane als Keltische tonaliteiten ontwaarden.

De set eindigde met het dromerige, zorgvuldig gefraseerde ‘Funny Thing She Said’, maar voor de meeste aanwezigen hadden Ryley Walker en zijn gezellen best nog een uurtje langer mogen doorgaan. Een meeslepend concert van een natuurtalent met voldoende vuurwerk in de vingers om ons ook de komende jaren nog bij de les te houden.

DE SETLIST: The Halfwit in Me / Nieuwe song / Age Old Tale / The Roundabout / Sullen Mind / Nieuwe song / Instrumental / Funny Thing She Said.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content