Whitney charmeert maar klinkt net iets te eenvormig in de AB

© Yvo Zels

Falsetstemmetjes: ze zijn niet aan iedereen besteed. Maar Whitney is intussen toch al populair genoeg om de grote zaal van de AB (bijna) vol te krijgen. En dát met popmuziek die het publiek meetroont naar een tijd waarin het leven beduidend eenvoudiger was dan vandaag.

  • HET CONCERT: Whitney in de AB, Brussel op 19/11.
  • IN EEN ZIN: Whitney verscheen op het podium met een handvol schitterende liedjes onder de arm, maar verviel in herhaling en hield te vaak vast aan steeds dezelfde formule.
  • HOOGTEPUNTEN: No Woman, Giving Up, Used to Be Lonely, Light Upon the Lake, Southern Nights…
  • DIEPTEPUNTEN: Geen.
  • QUOTE van Julien Ehrlich: ‘Is er toevallig nóg iemand in de zaal die Julien heet?’ Iemand steekt zijn hand op. ‘Well, there’s nothing more I can say than ‘Hi’‘.

In hun thuisstad Chicago zijn de twee heren, die samen de kern van Whitney vormen, razend populair. Burgemeester Lori Lightfoot riep 30 augustus, de dag waarop hun tweede langspeler Forever Turned Around verscheen, zelfs uit tot een plaatselijke feestdag en er werd ook al een bier naar hen genoemd. Dus ja, Whitney is cool.

Ook in Europa hebben ze de jongste drie jaar, haast ongemerkt, een serieuze aanhang verworven. Niet kwaad voor een onmodieuze indieband met een uitgesproken voorliefde voor Southern soul, country en het soort softrock dat vooral tijdens de seventies de Amerikaanse radiostations overspoelde. De wereld van Whitney wordt beheerst door weemoed, nostalgie en een verlangen naar wat ze zelf het gouden tijdperk van de onschuld noemen. In hun zacht smeulende songs proberen ze per se vast te houden wat niet vast te houden valt: verwondering, jeugdige euforie, de magie van de eerste verliefdheid. Het leven gezien in een achteruitkijkspiegel, kortom.

Zanger-drummer Julien ‘ik kan jullie niet vertellen hoe blij ik ben hier te zijn’ Ehrlich en gitarist Max Kakacek maakten vroeger deel uit van het glamrockgezelschap Smith Westerns. Na de split in 2014 gooiden ze het echter resoluut over een andere boeg. Met Light Upon the Lake, hun eerste teken van leven als Whitney, slaagden ze erin een generatie die was opgegroeid met hiphop, r&b en andere urbangenres tot melodieuze popliedjes te bekeren. Whitney houdt het simpel en ingehouden, al schrikt het tweespan beslist niet terug voor uitgekiende arrangementen en warme, meerstemmige zangpartijen.

Whitney slaagde erin een generatie die was opgegroeid met hiphop, r&b en andere urbangenres tot melodieuze popliedjes te bekeren.

Uniformiteit

In de AB trad de groep aan met een tienkoppige bezetting, inclusief een strijkkwartet. Alleen had ze zich die investering kunnen besparen, want de violen verdronken doorgaans in het groepsgeluid en wisten slechts heel uitzonderlijk verrijkende accenten te leggen. De sound van Whitney werd dus vooral gedomineerd door het gloedvolle, soms naar jazz neigende getoeter van trompettist Will Miller, die met één hand ook het klavier beroerde, en de subtiele, naar de hoogdagen van labels als Stax en Goldwax verwijzende gitaarlicks van Kakacek.

Light Upon the Lake en Forever Turned Around kwamen ongeveer gelijkmatig aan bod in de set, maar dat belette niet dat het concert gebukt ging onder een zekere uniformiteit. Qua sound verschilt de tweede plaat van Whitney immers nauwelijks van de eerste: de nieuwe songs zijn nog altijd gedrenkt in bitterzoete melancholie en in de teksten staat nog steeds de herinnering centraal. Als beide langspelers zich al van elkaar onderscheiden, is het dus een kwestie van minimale details. Zo doet plaat nummer twee hooguit een beetje herfstiger en somberder aan dan haar voorganger. Voor het overige houdt Whitney vast aan zijn vertrouwde succesformule.

Whitney charmeert maar klinkt net iets te eenvormig in de AB
© Yvo Zels

Opener Polly begon als een pianoballad, versierd met een naar Chet Baker lonkende trompetpartij, en werd naar het einde toe van een kleine tempoversnelling voorzien. Het was een trucje dat in de loop van de avond nog vaker zou worden toegepast. No Matter Where We Go wiebelde een eind weg en tijdens het instrumentale Rhododendron mocht Aldous RH, die eerder het voorprogramma had gespeeld, als gast een leftfield-gitaarpartij komen toevoegen. Even was er sprake van een groove, maar met Forever Turned Around ging de groep alweer resoluut op de rem staan.

Kabbelen

The Falls noodde tot beschaafd heupwiegen, het catchy Golden Days, met daartoe bestemde ‘nanana’s’, tot collectief meezingen. Day & Night, een bladzijde uit het tourdagboek van de groep, werd door Max Kakacek – een George Harrison in het diepst van zijn gedachten – van een prachtige slide-solo voorzien. Andere uitschieters waren de sepiakleurige single Giving Up, het sober getoonzette en van fraai fingerpickingwerk voorziene Light Upon the Lake en het al even pakkende Used To Be Lonely.

Whitney is een fijn bandje dat charmeert en zeker geen gebrek heeft aan talent, maar we hopen toch stilletjes dat het in de nabije toekomst een nieuw kleurenpalet zal aanboren.

In het verleden had Whitney op het podium al geput uit het oeuvre van Bob Dylan en Neil Young, maar in Brussel kwam de groep dit keer op de proppen met Magnet van NRBQ en het van Allen Toussaint geleende Southern Nights. Beide nummers werden probleemloos naar het Whitney-unversum vertaald en gaven aan dat Ehrlich en Kakacek over een breder referentiekader beschikten dan je op grond van hun eigen muziek zou hebben vermoed. Vreemd genoeg namen beide heren de geplogenheden van een doorsnee rockoptreden wel zeer letterlijk. ‘We spelen nog twee songs, daarna verdwijnen we een minuut lang van het podium en vervolgens komen we terug en gooien we er nog vier nummers bovenop’, kondigde de zanger aan. Tja, niet meteen ons idee van een spontane of verfrissende aanpak.

‘Eindelijk!’ hoorden we enkele toeschouwers verzuchten toen Whitney, als voorlaatste bis, alsnog zijn absolute prijsnummer No Woman prijsgaf. Daarmee legde de groep de vinger nog eens op de wonde, want lang niet àl haar liedjes waren van datzelfde niveau. De achilleshiel van Whitney heette eenvormigheid. Te vaak sloeg de set aan het kabbelen en, als we eerlijk zijn, die falset van Ehrlich kwam ons, na een poosje, echt wel de euh… oren uit.

Begrijp ons niet verkeerd: Whitney is een fijn bandje dat charmeert en zeker geen gebrek heeft aan talent. Maar we hopen toch stilletjes dat het in de nabije toekomst een nieuw kleurenpalet zal aanboren.

DE SETLIST: Polly / No Matter Where We Go / Giving Up / Dave’s Song / On My Own / Rhododendron / Forever Turned Around / Golden Days / Before I Know It / The Falls / Light Upon the Lake / Follow/ Magnet / Day & Night / Friend Of Mine // Used To Be Lonely / Southern Nights / No Woman / Valleys (My Love).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content