Met The Besnard Lakes, in Trix, was onze man Dirk Steenhaut getuige van een prachtconcert dat ambitie en inventiviteit koppelde aan een veelkleurige wall of sound en epische maar toegankelijke songs.
Precies een dag na Silver Mt. Zion stond met The Besnard Lakes nóg een band uit Montréal op een Belgisch podium. Ook nu waren we getuige van een prachtconcert dat ambitie en inventiviteit koppelde aan een veelkleurige wall of sound en epische maar toegankelijke songs.
De hoofdstad van de Canadese provincie Québec is al langer een kweekvijver voor origineel talent. Daarbij denken we uiteraard aan de artiestengemeenschap rond het Constellationlabel, maar ook aan bands als The Arcade Fire, Wolf Parade, Land of Talk, Handsome Furs, Torngat en Stars. The Besnard Lakes, genoemd naar een meer in Saskatchewan, horen onmiskenbaar in hetzelfde rijtje thuis. De groep, opgericht door zanger-gitarist en klavierspeler Jace Lasek en zijn vrouw, de zingende bassiste Olga Goreas, heeft sinds 2003 al diverse gedaanteverwisselingen ondergaan. Sinds het verschijnen van ‘Are the Roaring Night’, haar derde cd, is het een kwartet dat wordt vervolledigd door gitarist Richard White en drummer Kevin Laing.
Lasek werkt als producer in zijn eigen Breakglass studio’s en bedient er de mengtafel waarmee destijds Led Zeppelins ‘Physical Graffiti’ werd opgenomen. Zijn vaardigheid met sfeerbepalende geluidjes en zijn grondige kennis van de popgeschiedenis maken van de platen van The Besnard Lakes een fascinerende luistertrip. Jace Laseks songs houden het midden tussen fictie en werkelijkheid: het zijn koortsdromen waarin de oorlog tussen spionnen en dubbelagenten centraal staat. De schrijfsels van Olga Goreas daarentegen worden vooral ingegeven door persoonlijke ervaringen. Momenteel sleutelt het stel aan de soundtrack voor ‘Sympathy for Delicious’, de nieuwe film van acteur-cineast Mark Ruffalo.
In Antwerpen dienden de rijk gearrangeerde songs van de Lakes te worden aangepast aan de beperkte mogelijkheden van een viermansbezetting, maar dat gebeurde zo doordacht en trefzeker dat hun majestueuze karakter behouden bleef. Opener ‘Like the Ocean, Like the Innocent’ zette de toon: een nummer dat even tijd nodig had om zich te ontwikkelen maar vervolgens uitmondde in een verzengende climax. Je hoorde echo’s van The Beach Boys, Phil Spector, Low en Galaxie 500, maar ook stevige, in reverb gedrenkte gitaren en een groep die blijk gaf van dynamiek, ambitie en een panoramische visie. In ‘Glass Printer’, ‘Chicago Train’ en het door Goreas gezongen ‘Albatross’ wisten The Besnard Lakes hun psychedelische rock probleemloos te verzoenen met euforische shoegazerpop. Nu eens klonken ze intimistisch, dan weer overweldigend (in het stuiterende ‘And this is What We Call Progress’ bijvoorbeeld), maar altijd elegant. Daarbij eiste vooral Jace Laseks opvallende falset de aandacht op.
De ene helft van de set bestond uit nieuw materiaal, de andere uit songs van het drie jaar oude ‘Are the Dark Horse’. In ‘For Agent 13’ en ‘Disaster’ vlochten de stemmen van Lasek en Goreas zich sierlijk in elkaar, maar ‘Devastation’ gulpte als lava uit een vulkaan, terwijl ‘And You Lied to Me’ tot een van de absolute hoogtepunten van de avond uitgroeide: forser en directer dan op de cd, maar tegelijk pakkend én genuanceerd.
Tijdens de bissen plukten The Besnard Lakes met ‘Thomasina’ zelfs een nummer uit hun debuutplaat ‘Volume One’ uit 2003. Zo besloten ze een uitstekend concert dat hen over enkele maanden hopelijk ook een plekje op de affiche van Pukkelpop mag opleveren. In afwachting mag u bij de platenboer alvast een exemplaar van ‘Are the Roaring Night’ betrekken. U zult er geen spijt van hebben.
Dirk Steenhaut
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier