The Antlers @ Botanique

Er zijn van die bands die voor de radar van de media onzichtbaar blijven, maar niettemin over een fikse aanhang beschikken. Eén ervan is The Antlers, een trio uit Brooklyn dat in een uitverkochte Orangerie behoorlijk imponeerde met het materiaal uit zijn jongste cd ‘Burst Apart’.

DA GIG: The Antlers in de Orangerie van Botanique, Brussel op 22/11.

IN EEN ZIN: The Antlers speelden een even intense als majestueuze set, waarin zowel het hoge niveau van de songs als het rijke geluidspalet opvielen.

HOOGTEPUNTEN: ‘No Widows’, ‘French Exit’, ‘Atrophy’, ‘Every Night My Teeth Are Falling Out’, ‘Hounds’, ‘Sylvia’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE: Peter Silberman, tot het publiek: “You’re amazing”. Het publiek: “No, YOU’re amazing’. Silberman: “No, you’re amazing. Wacht, we kunnen deze discussie beter straks voeren.” Darby Cicci: “Kijk maar uit, of we komen bij jullie thuis ons gelijk bewijzen aan de hand van tabellen en grafieken.”

The Antlers zijn het geesteskind van zanger-gitarist Peter Silberman, een man met een opvallend androgyne stem, die aanvankelijk in zijn eentje opereerde en pas vanaf zijn derde langspeler het gezelschap kreeg van drummer Michael Lerner en multi-instrumentalist Darby Cicci. De plaat in kwestie, ‘Hospice’ uit 2009, groeide uit tot een heus cultfenomeen. Het is een songcyclus over een destructieve relatie, gezien door de ogen van een ziekenhuisverpleger en een terminale kankerpatiënte. Heavy stuff, die qua thematiek en intensiteit herinnert aan andere claustrofobische meesterwerken als ‘Tonight’s the Night’ van Neil Young, ‘Berlin’ van Lou Reed, ‘Sister Lovers’ van Big Star en ‘Electro-Shock blues’ van eels.

Dat ‘Hospice’ desondanks hoog in diverse jaarlijstjes eindigde, lag aan de muzikale trefzekerheid van The Antlers, die de wanhoop van hun personages wisten te vertalen in epische, tussen postrock en klassieke pop laverende songs. De dit voorjaar verschenen opvolger, ‘Burst Apart’, klonk iets minder donker en dus toegankelijker, maar gaf andermaal blijk van muzikale ambitie en behoort nu al tot onze absolute favorieten van 2011.

Toch bleven The Atlers niet van tegenslagen gespaard. Afgelopen zomer zorgde een vernietigende storm ervoor dat ze hun optreden op Pukkelpop misliepen en dinsdag, op weg van Parijs naar Brussel, liet hun toerbus het afweten. Gelukkig raakten de heren nog net op tijd in de Botanique voor wat een ronduit majestueuze set zou worden. Vanaf het met elektronische beats en vervormde pianolijnen gelardeerde ‘Parentheses’ raakten de toeschouwers in de ban van het desolate maar atmosferische geluid van de groep, die op tournee wordt aangevuld met de boomlange Timothy Mislock op bas en tweede gitaar.

In het poppy ‘No Widow’ vielen de dialogen tussen een spinnend orgel en de expressieve gitaren op, terwijl het glasheldere ‘French Exit’ geschraagd werd door nerveuze ritmen en licht deraillerende keyboards. Tijdens ‘Rolled Together’ metselden The Antlers een veelkleurige wall of sound waarvan de bouwstijl afwisselend deed denken aan die van Sigur Rós en Talk Talk. ‘Corsicana’ en het fraaie ‘Hounds’ waren dan weer het auditieve equivalent van stilstaand water: onder een schijnbaar rimpelloos oppervlak bleken de wonderlijkste dingen te gebeuren. Maar uiteraard was het vooral de hoge falset van Silberman die de toeschouwers koude rillingen bezorgde.

Hoewel de meeste nummers afkomstig waren uit de nieuwe cd, werd ‘Hospice’ zeker niet over het hoofd gezien. Tijdens het langzaam aanzwellende ‘Kettering’, dat echo’s bevatte van Pink Floyd en halverwege tot uitbarsting kwam, kreeg je het gevoel je niet in een rocktempel maar in een kathedraal te bevinden. Ook in ‘Atrophy’ herkende je symfo-ingrediënten, al was het maar omdat Silbermans gitaarsound gelijkenissen vertoonde met die van Steve Hackett op de mid-seventiesplaten van Genesis. En neen, die vergelijking is niet beledigend bedoeld.

Dat The Antlers ook schitterende, radiovriendelijke popsongs kunnen schrijven bleek tijdens ‘Every Night My Teeth Are Falling Out’. Misschien iets te geraffineerd voor de Coldplaymeute, maar catchy all the same. Alleen tijdens afsluiter ‘Putting the Dog to Sleep’ bezondigden de New Yorkers zich aan een overdosis pathos en melodrama. Een schoonheidsfoutje, dat even later grondig werd weggegomd middels de passierock van ‘I Don’t Want Love’, het bloedstollende ‘Sylvia’ (Phil Spector in bed met Sylvia Plath) en het verstilde ‘Epilogue’.

In Brussel kregen we een groep te zien die ons met haar songs voortdurend in een wurggreep hield en ook nog eens over een rijk geluidspalet beschikte. Een bloedmooi concert dat aangaf dat The Antlers wel eens zeer groot zouden kunnen worden. Ook Radiohead is ooit klein begonnnen.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Parentheses / No Widows / Kettering / French Exit / Atrophy / Corsicana / Rolled Together / Every Night My Teeth Are Falling Out / Hounds / Putting the Dog to Sleep // I Don’t Want Love / Sylvia / Epilogue

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content