Sufjan Stevens @ Bozar: Op een eenzame hoogte

© FB

Met ‘Carrie & Lowell’ maakte Sufjan Stevens dit jaar de persoonlijkste en misschien wel beste plaat uit zijn carrière. Geen wonder dus dat de vraag naar kaartjes voor zijn concert in Bozar vele malen groter was dan het aanbod. Want thema’s als dood en verlies laten niemand onberoerd.

DA GIG: Sufjan Stevens in Bozar, Brussel op 10/9.

IN EEN ZIN: Sufjan Stevens liet in Bozar diep in zijn ziel kijken en wist het publiek dermate te ontroeren, dat het stormachtige applaus soms schril afstak tegen het verstilde karakter van zijn naar chrysanten geurende songs.

HOOGTEPUNTEN: ‘Should Have Known Better’, ‘Eugene’, ‘Fourth of July’, ‘Carrie & Lowell’, ‘To Be Alone With You’, ‘John Wayne Gavy, Jr.’, ‘Chicago’…

DIEPTEPUNTEN: de (weinige) momenten waarop bombast de overhand nam en de saaie want te lang uitgesponnen instrumentale coda van ‘Blue Bucket of Gold’.

QUOTE: “Thank you for being here with me. I love you all very much.”

‘Carrie & Lowell’ is het gestileerde verslag van een rouwproces. De songs staan in het teken van wanhoop en ontreddering en schetsen het gevoel van leegte dat het wegvallen van een geliefde persoon onvermijdelijk met zich meebrengt. De ‘Carrie’ uit de titel van Sufjan Stevens’ zevende cd verwijst naar zijn moeder, die drie jaar geleden aan maagkanker overleed. Via zijn onverbloemd eerlijke liedjes, waarin nogal wat aangename, maar ook traumatische, jeugdherinneringen zijn verwerkt, tracht de artiest zijn verwarde emoties van zich af te schrijven en het gemis een plaats én een betekenis te geven.

De inmiddels veertigjarige Stevens had een even gecompliceerde als turbulente relatie met zijn moeder. Carrie was verslaafd aan drugs en alcohol en leed aan geestesstoornissen zoals bipolariteit, schizofrenie en depressie, waardoor ze haar moederrol nooit naar behoren wist te spelen. Ze was afstandelijk en onberekenbaar, wat bij Stevens aanleiding gaf tot ambivalente gevoelens: niets is erger voor een kind dan zijn onbeantwoorde liefde voor een ouder. In één van zijn songs beschrijft Sufjan Stevens hoe zijn moeder hem, als vierjarige, samen met zijn broer, domweg achterliet in een videotheek. Het bleek slechts één van de vele keren te zijn waarop ze het gezin in de steek liet.

Toch probeert Stevens zich, als songwriter, herhaaldelijk in haar te verplaatsen. En ook al gaat hij daarbij de mentale littekens en de schaamte niet uit de weg, ‘Carrie & Lowell’ steunt veeleer op vergeving dan op rancune. Bovendien fungeerde Lowell Brams, Sufjans stiefvader, wél als een rots in de branding. Hij werd voor de artiest een soort van mentor en tot op heden bestieren ze samen het Asthmatic Kitty-label.

Proggy randje

‘Carrie & Lowell’ behoort ongetwijfeld tot de memorabelste platen die tot dusver in 2015 het licht hebben gezien. De spaarzaam geïnstrumenteerde, ongekunstelde en overwegend akoestische folksongs leunen nog het dichtst aan bij die uit ‘Seven Swans’ uit 2004 en staan haaks op het maximalisme van Sufjan Stevens’ vorige langspeler, het inmiddels vijf jaar oude ‘The Age of Adz. De half gefluisterde nummers klinken afgekloven, maar zijn tegelijk met veel zorg en gevoel voor detail in elkaar gezet. Zo kwamen ze ook voor de dag in Bozar, al kregen ze op het podium, waar Stevens zich liet bijstaan door een vierkoppige band die haast uitsluitend uit multi-instrumentalisten bestond, wél duidelijker afgelijnde contouren en klonken ze occasioneel ook iets gespierder dan op de cd. Het materiaal uit ‘Carrie & Lowell’ vormde de ruggengraat van de set, maar zou in de loop van de avond worden aangevuld met meer dan een handvol oudere nummers.

‘Death With Dignity’ en ‘Should Have Known Better’ dompelden de toeschouwers meteen onder in een intimistische sfeer. De nadruk lag op akoestische gitaar, een minimalistische piano, fraaie samenzang en ingenieus verwerkte elektronische klanken, terwijl het autobiografische karakter van de songs werd onderstreept met home movies: schijnbaar idyllische gezinstafereeltjes uit Sufjans kinderjaren in Michigan. Halverwege ‘Drawn to the Blood’ schakelde de zanger over op keyboards en tijdens ‘John My Beloved’ stond er zoveel reverb op zijn stem dat het leek alsof hij een duet met zichzelf zong. ‘No Shade in the Shadow of the Cross’ en ‘Eugene’ klonken kwetsbaar en pakkend, in ‘Carrie & Lowell’ versmolt de stem van Dawn Landes organisch met die van Stevens en ook de koortjes, waarin soms onverwachts falsetstemmen opdoken, waren ingenieus gearrangeerd. Niet zelden kregen liedjes zoals ‘The Only Thing’, die verstild werden ingezet, echter een proggy randje. Door het aan Steve Hackett herinnerende elektrische gitaarwerk van Casey Foubert en de oplaaiende synthsolo’s kreeg je al eens de indruk dat je naar een concert van Genesis uit de vroege seventies zat te kijken.

Opvallend was voorts dat sommige songs in hun live-incarnatie aanzienlijk potiger overkwamen dan op de jongste cd. Dat gold bijvoorbeeld voor ‘Fourth of July’, een sterfbedscène waarin Sufjan Stevens het publiek op het verkeerde been zette door de conclusie “We’re all gonna die” in een triomfantelijke, haast euforische climax te laten uitmonden. Ook ‘All of Me Wants All of You’ was grondig herwerkt: het steunde nu op bevreemdende ritmen uit een drumcomputer en een in hoofdzaak elektronische vormgeving, alsof het onder handen was genomen door Son Lux. Geen toeval wellicht, want Sufjan Stevens houdt er, samen met Ryan Lott, het nevenproject Sisyphus op na.

Barok

Tussendoor kregen we ook enkele oudere nummers te horen, zoals de uit de ‘All Delighted People EP’ geplukte pianosong ‘The Owl and the Tanager’ en het ronduit barokke ‘Vesuvius’. Het concert eindigde met het door drie keyboards gedomineerde ‘Blue Bucket of Gold’, dat voor de gelegenheid van een lang uitgesponnen instrumentale coda was voorzien. Die hield het midden tussen zweverige ambient en gedateerde symforock en wist onze aandacht niet echt vast te houden.

Sufjan Stevens wachtte tot de bissen om zich voor het eerst rechtstreeks tot de toeschouwers te richten. “I’m gonna change the energy in this room and play a few songs really quick”, beloofde hij. En zo geschiedde. Het solo aan het klavier gebrachte ‘Concerning the UFO Sighting …’ werd gevolgd door verstilde fluisterliedjes als ‘Futile Devices’ en ‘To Be Alone With You’, waar je, in de context van ‘Carrie & Lowell’, nu onvermijdelijk met andere oren naar ging luisteren. Herkenningsapplaus was er ook voor ‘John Wayne Gacy, Jr’, een beklemmend maar ook enigszins controversieel verhaal over een seriemoordenaar. ‘For the Widows in Paradise…’ werd versierd met banjo en steelgitaar en slotnummer ‘Chicago’ sloot met de zinsnede “All things go” perfect aan bij het thema van de vergankelijkheid dat de hele avond had gedomineerd.

Toegegeven, Sufjan Stevens wist de magie niet van de eerste tot de honderdtwintigste minuut vol te houden, maar die enkele schoonheidsfoutjes vergeven we hem graag. Een prachtconcert van een moedige artiest die al vijftien jaar lang op een eenzame hoogte opereert.

DE SETLIST: Redford (For Yia-Yia & Pappou) / Death With Dignity / Should Have Known Better / Drawn to the Blood / Eugene / John My Beloved / The Only Thing / Fourth of July / No Shade in the Shadow of the Cross / Carrie & Lowell / The Owl and the Tanager / All of Me Wants All of You / Vesuvius / Blue Bucket of Gold // Concerning the UFO Sighting Near Highland, Illinois / Futile Devices / To Be Alone With You / John Wayne Gacy, Jr. / For the Widows in Paradise; For the Fatherless in Ypsilanti / Chicago.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content