Steve Earle & The Dukes @ Concertgebouw: Hoog oplaaiende passie

Men heeft hem wel eens ‘een Michael Moore zonder camera’ genoemd. Of ‘een Bruce Springsteen op mensenmaat’. Steve Earle beantwoordt aan al die omschrijvingen en deed op het podium van het Brugse Concertgebouw zijn reputatie van sociaal bewogen ‘Hard Core Troubadour’ weer alle eer aan.

DA GIG: Steve Earle & The Dukes in Concertgebouw, Brugge op 4/6.

IN EEN ZIN: Een bevlogen concert van een Americana-artiest die in heel wat opzichten naast ‘The Boss’ mag staan en zich opwerpt als een perfecte reïncarnatie van Woody Guthrie, Hank Williams en Townes Van Zandt.

HOOGTEPUNTEN: ‘Calico County’, ‘Taneytown’, ‘Invisible’, ‘You’re Still Standing There’, ‘This City’, ‘Burnin’ It Down’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTES: 1. “Wat is erger dan een banjo? Twee banjo’s!” 2. “Do you know why there are no banjos in ‘Star Trek’? Because ‘Star Trek’ is the future.”

Men heeft hem wel eens ‘een Michael Moore zonder camera’ genoemd. Of ‘een Bruce Springsteen op mensenmaat’. Steve Earle beantwoordt aan al die omschrijvingen en deed op het podium van het Brugse Concertgebouw zijn reputatie van sociaal bewogen ‘Hard Core Troubadour’ weer alle eer aan.

In de Verenigde Staten staat Steve Earle, 58 intussen, bekend als ‘linkse rakker’. De Texaanse zanger werpt zich op als spreekbuis van de Occupy Wall Street-beweging, zet zich onverdroten in voor de afschaffing van de doodstraf en de verwijdering van landmijnen en heeft in zijn songs vaak oog voor de problemen van de minder fortuinlijke ’99 procent’.

Die maatschappelijke betrokkenheid deed hem al een paar keer in een mediastorm belanden, zoals die keer toen hij een song schreef vanuit het standpunt van een Amerikaanse talibanstrijder. Maar Earle is niet het type dat zich snel laat intmideren. In de vroege jaren negentig moest hij ooit zestig dagen brommen wegens het bezit van heroïne, cocaïne en verboden schietijzers. Sindsdien is hij afgekickt, werd hij een fervent vredesactivist en zag hij zijn liedjes opgenomen door Johnny Cash en Emmylou Harris.

Steve Earle heeft echter nog méér pijlen op zijn boog. Als acteur was hij te zien in tv-series als ‘The Wire’ en ‘Treme’, als schrijver oogstte hij lovende kritieken met zijn debuutman ‘I’ll Never Get Out of This World Alive’ en werd hij geprezen door ‘pros’ als Charles Frazier en Michael Ondaatje .

In Brugge trad Earle aan met The Dukes, die hij, in hun huidige bezetting, de beste band noemt die hem ooit rugdekking heeft verleend. Op drummer Will Rigby van The dB’s na bestaat het gezelschap uitsluitend uit multi-instrumentalisten die er meerdere carrières op na houden. Zo maakt het echtpaar Chris Masterson (gitaar, pedalsteel, bas) en Eleonor Whitmore (zang, viool, mandoline, gitaar, piano) platen als The Mastersons en brengt bassist Kelley Looney binnenkort een solo-cd uit. Daarvan mocht hij tijdens de set van zijn baas al een voorsmaakje brengen, terwijl The Mastersons als opwarmer van de avond dienst deden. Het bleef dus allemaal in de familie, ook al was zangeres Allison Moorer, Earles zevende (!) echtgenote, er dit keer niet bij.

Wanhoop
Onlangs bracht de zanger met The Low Highway’ zijn vijftiende langspeler uit. Daarop schetst hij een beeld van Amerika zoals hij het vorig jaar door het raam van de tourbus aan zich voorbij zag schuiven. “Ik herkende voortdurend beelden uit oude Woody Guthrie-songs”, vertelde Steve Earle tijdens zijn concert. “De wanhoop en frustratie van gewone mensen, die in deze crisistijden de zwaarste klappen te verduren krijgen, is zelden zo groot geweest als vandaag”.

Die nieuwe plaat kwam tijdens de twee uur durende set volledig aan bod, maar wie de artiest al volgt sinds ‘Guitar Town’ uit 1986 werd zeker niet vergeten. Earle plukte kriskras nummers uit zijn rijke oeuvre en leidde de toeschouwers recht naar het hart van de angelsaksische rootsmuziek. Daarbij toonde hij zich niet alleen een geweldige songwriter, die de poëtische traditie van de folk combineerde met potige (country)rock en ’21st Century Blues’, maar ook een bevlogen performer die zijn liedjes zo goed als naadloos aan elkaar rijgde en afwisselend een elektrische en een akoestische gitaar bepotelde.

De meeste nummers uit ‘The Low Highway’ zaten in de eerste helft van de set. In ‘Calico County’ staken The Dukes AC/DC naar de kroon, terwijl ‘Love’s Gonna Blow My Way’ refereerde aan de traditie van Django Reinhardt & The Hot Club de France. ‘That All You Got?’ moest het dit keer zonder de opzwepende cajun-accordeon stellen, maar dat compenseerde Eleonor Whitmore moeiteloos op haar fiddle. Tijdens ‘Pocket Full of Rain’ nam Earle plaats aan de piano, wat resulteerde in een onvervalste New Orleans-vibe; ‘Invisible’ was een melodieuze popsong met een desolate pedalsteel; het van woede doordrongen ‘Burnin’ It Down’ werd door Masterson van een fraaie gitaarsolo voorzien en het aanstekelijke ‘Warren Hellman’s Banjo’ handelde over een bankier, festivalorganisator en weldoener, wat Steve Earle de opmerking ontlokte dat “je dus ook als rijke niet noodzakelijk een klootzak hoeft te zijn”.

Ruwe bolster, blanke pit
En zo kwamen de muzikanten consequent op de proppen met gloedvolle Americana, waarin het vuur van de passie hoog oplaaide. Herkenningspunten waren er meer dan genoeg: bedachtzame, folky songs zoals ‘Taneytown’ of ‘This City’, het uit de seventies opgedolven ‘Ben McCulloch’ en de countryballad ‘I Thought You Should Know’, waarin Earle aangaf dat er in zijn ruwe bolster toch een blanke pit schuilde. In ‘You’re Still Standing There’ werd het vocale gedeelte van Lucinda Williams met verve overgenomen door Eleonor Whitmore, en het keltisch gekleurde ‘Copperhead Road’, over een Vietnamveteraan die als drugsdealer aan de kost komt, werd zowaar ingeleid door gesamplede doedelzakken. Het was de eerste, maar zeker niet de laatste keer dat de zanger in Brugge op een mandoline te keer ging.

Tot jolijt van de aanwezigen volgde daarna nog een rondje bluegrass, opzwepende Ierse folk en, helemaal aan de staart, de Dylaneske boogie van ‘Down the Road, Part II’.

Uit de twee bisrondes onthielden we pareltjes als ‘My Old Friend the Blues’, het sobere ‘Remember Me’, de energieke neo-rockabilly van ‘Nothin’ But You’ en de strijdkreet ‘The Revolution Starts… Now’. Dat laatste was misschien wel ‘wishful thinking’, maar Steve Earle gaf aan dat alles beter is dan bij de pakken te blijven zitten. In Brugge bewees de man in ieder geval een echte volkszanger te zijn: een no nonsense-artiest in ruitjeshemd die de traditie levend houdt zonder in conservatisme te vervallen.

Dirk Steenhaut
DE SETLIST: The Low Highway / 21st Century Blues / Calico County / Taneytown / Hard Core Troubadour / I Thought You Should Know / That All You Got? / Love’s Gonna Blow My Way / After Mardi Gras / Pocket Full Of rain / This City / Ben McCulloch / You’re Still Standin’ Theer / Invisible / Burnin’ It Down / Guitar Town / Copperhead Road / Freemen (Kelley Looney) / Warren Hellman’s Banjo / Little Emperor / Billy & Bonnie / Mystery Train Part II / Dominick Street + The Galway Girl / Dwn the Road Part II / Down the Road // Remember Me / My Old Friend The Blues / I Ain’t Ever Satisfied // Nothin’ But You / Continental Trailways Blues / The Revolution Starts… Now.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content