Of ze een heilige is, laten we graag in het midden. Maar sinds ze vier jaar geleden voor het eerst haar anker neerliet in de Botanique, zag St. Vincent haar populariteit aanzienlijk toenemen. En jawel, in een bomvolle Rotonde dwong de 29-jarige artieste uit Dallas niets dan bewondering af.
DA GIG: St. Vincent in de Rotonde van Botanique, Brussel op 28/2/
IN EEN ZIN: St. Vincent toonde zich een bijzondere gitariste en een avontuurlijke songschrijfster, maar bracht haar werk nog met iets teveel afstandelijkheid om ons emotioneel onderuit te halen.
HOOGTEPUNTEN: ‘Dilettante’, ‘Cruel’, ‘Neutered Fruit’, ‘Strange Mercy’, ‘She’s Beyond Good and Evil’.
DIEPTEPUNTEN: geen, al gleed ‘Champagne Year’, naar ons gevoel, vervaarlijk af naar de schmaltz zoals we die kennen van Céline Dion.
BESTE QUOTE (ter introductie van haar cover van ‘Beyond Good and Evil’): “Dit speelde ik onlangs in Londen, als duet met Mark Stewart, de zanger van The Pop Group. Na afloop gaf hij me een schotelschrobber cadeau, in de vorm van Sid Vicious. Op de verpakking stond ‘Sid Dishes’, wat Stewart schamper deed opmerken: ‘Dít is al wat er overblijft van de punk’.”
Haar pseudoniem zou een verwijzing zijn naar het ziekenhuis waar de Welshe dichter Dylan Thomas in 1953 zijn laatste adem uitblies, maar eigenlijk heet St. Vincent gewoon Annie Clark. In een vorig leven was ze lid van The Polyphonic Spree, maakte ze deel uit van Glenn Branca’s 100 Guitar Orchestra en beroerde ze de snaren in de band van Sufjan Stevens. Sinds 2007 werkt ze echter voor eigen rekening en na ‘Marry me’ en ‘Actor’ bracht ze vorige herfst met ‘Strange Mercy’ haar derde langspeler uit. Die zorgde, althans het indiemilieu, voor de definitieve doorbraak en haalde zelfs de Amerikanse top-twintig.
Clark -donkere krullen, zwarte hot pants- is een tengere verschijning, maar schijn bedriegt: zodra ze haar elektrische gitaar beetpakte, zagen we haar in Brussel uitermate visceraal en agressief uit de hoek komen. De achteloze vituositeit waarmee ze de snaren bewerkte, was zonder meer imposant. Haar spel, vaak vervormd door allerlei effectapparatuur, deed zelfs afwisselend denken aan de skronky metalprog van Robert Fripp, de nijdige rockriffs van Tom Morello, de gruizige en grillige downtownjazz van Marc Ribot en de expressiefste momenten van Prince. St. Vincent schrijft weinig doordeweekse artpopsongs, die vaag verwijzen naar de vroege Talking Heads, de progdisco van Peter Gabriel of de neosoul van D’Angelo. Daarin gebruikt ze haar instrument vooral om interpunctie aan te brengen.
Op het podium liet Annie Clark zich begeleiden door Toko Yasuda en Daniel Mintseris, twee toetsenspelers waarvan er één zich over de synthestische baslijnen ontfermde, en drummer Matt Johnson, wiens staccatoritmen de toeschouwers vaak op het verkeerde been zetten. Live klonken de nummers veel gespierder dan op cd, en hoewel ze regelmatig voorzien waren van catchy hooks, zien we ze nog niet zo gauw in De Afrekening opduiken. Daarvoor waren de melodieën, met uitzondering van ‘Cruel’ en ‘Cheerleader’, doorgaans te troebel, de structuren niet conventioneel genoeg en de arrangementen te bevreemdend.
St. Vincents songs bleken vol onverwachte wendingen en grillige contrasten te zitten. Dat was bijvoorbeeld het geval in ‘Chloe in the Afternoon’, een S/M-verhaaltje geïnspireeerd door de gelijknamige film van de Franse nouvelle vague-regisseur Eric Rohmer, waarin haar etherische stem de spanning tussen vorm en inhoud benadrukte. ‘Dilettante’ begon als een popballad, slechts aangestuurd door stem en drums, maar werd vervolgens door de gitaar onvermoede richtingen uitgestuurd. ‘Strange Mercy’ leunde, qua melodie, aan bij de girl groups uit de sixties, terwijl Clarks fraaie interventies op de snaren richting Cocteau Twins wezen.
Het meeste materiaal was afkomstig uit haar jongste plaat, maar St. Vincent putte ook een handvol nummers uit ‘Actor’, waaronder het op een hiphopbeat geplante ‘Save Me From What I Know’, de noisy, futuristische funk van ‘Marrow’ en het sobere, in ‘Twin Peaks’-sferen gedrenkte ‘The Party’. Eén van de absolute hoogtepunten van de avond was het van The Pop Group geleende ‘She is Beyond Good and Evil’, waarmee St. Vincent aangaf dat ze ook vlijmscherpe en striemende punkfunk in de vingers had. Jammer dus dat ze haar overweldigende covers (u vindt ze op YouTube) van de Big Black-klassiekers ‘Bad Penny’ en ‘Kerosene’ in de Botanique achterwege liet.
Tijdens slotnummer ‘Your Lips Are Red’ nam Annie Clark al spelend een duik in het publiek, wat door de aanwezigen uiteraard werd toegejuicht. Ook wij waren onder de indruk van St. Vincents compromisloze attitude, haar muzikale souplesse en intelligente songs. Maar wist ze ons ook emotioneel onderuit te halen? Neen. Daarvoor was de muziek iets teveel op het hoofd en iets te weinig op het hart gericht. Maar dat we van haar nog grootse dingen mogen verwachten, lijkt nu wel zeker.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Surgeon / Cheerleader / Chloe in the Afternoon / Save Me From What I Want / Actor Out of Work / Dilettante / Black Rainbow / Cruel / Champagne Year / Neutered Fruit / Strange Mercy / Marrow / She Is Beyond Good And Evil / Northern Lights / Year of the Tiger // The Party / Your Lips Are Red.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier