De Nederlander Erik de Jong, alias Spinvis, heeft met het fraaie ‘Tot ziens, Justine Keller’ voor het eerst sinds 2007 weer een nieuwe cd uit. Die speelt hij dezer dagen, samen met zijn uitstekende band, ook in Vlaanderen voor volle zalen. Wij onderschepten hem in de Antwerpse Bourla.
DA GIG: Spinvis in Bourlaschouwburg, Antwerpen op 14/12.
IN EEN ZIN: Prachtige nummers, uitstekende band en een artiest die op een slimme manier zijn eigen beperkingen wist te overstijgen: er kon dus niet genoeg Spinvis in onze netten belanden.
HOOGTEPUNTEN: ‘Club Insomnia’, ‘Overvecht’, ‘Astronaut’, ‘Voor ik vergeet’, ‘Twee meisjes/Bagagedrager’.
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE: “Jullie zijn welkom bij mij, ik ben welkom bij jullie. Kortom, we zijn welkom bij elkaar.”
Spinvis moet zowat de enige popartiest zijn die zijn platen opneemt in het Vaticaan. Daarvoor hoeft hij niet eens bij de paus in het gevlei te komen, want het is de naam van zijn eigen studio in Nieuwegein. De inmiddels vijftigjarige Spinvis is een laatbloeier. Een klein decennium geleden was hij nog een indietronicaknutselaar, die thuis op zijn zolderkamertje experimenteerde met een computer en zijn lofidebuut inblikte volgens de knip- en plakmethode. In de loop der jaren is zijn muziek organischer geworden, ook al maakt hij nog steeds gebruik van samples en synthetische beats.
Aanvankelijk had Spinvis er moeite mee zijn persoonlijke klankenuniversum live te reconstrueren. Vandaag beschikt hij gelukkig over een schitterende groep waarin iedereen, behalve de drummer, meerdere instrumenten bespeelt en zo de gelaagdheid van de songs extra in de verf zet. Bovendien heeft de artiest, na al die jaren, ook een slimme manier gevonden om zijn eigen beperkingen te overstijgen. Een grote zanger is hij nooit geweest, maar door zijn stem te combineren met de vaak woordenloze zang van Saartje Van Camp, een dame die zich op het podium ook ontfermt over de cello, keyboards, xylofoon en zingende zaag, weet hij tijdens zijn optredens meer dan ooit magie te creëren.
In Antwerpen diepte hij occasioneel nog wel een oud nummer op, maar de ruggengraat van zijn set werd vooral gevormd door het materiaal uit zijn nieuwe cd ‘Tot ziens, Justine Keller’, die zopas op drie eindigde in het jaarlijstje van de verzamelde Nederlandse pers. Spinvis maakt poëtische, zintuiglijke liedjes over het leven van alledag en vanaf ‘De grote zon’ borstelde hij in de Bourla impressionistische tafereeltjes waarin iedere toeschouwer zijn eigen leven kon herkennen. “Heel langzaam raak ik alles weer kwijt” klonk het in ‘Begin oktober’, en daarmee kwam één van Spinvis’ belangrijkste thema’s bloot te liggen: zijn onvermogen om het moment vast te houden en zijn besef dat herinneringen vervormd raken door de tijd, waardoor het steeds moeilijker wordt verbeelding en werkelijkheid van elkaar te scheiden. Ook in ‘Voor ik vergeet’ bleek het geheugen een laatste maar niet altijd even betrouwbare reddingsboei.
Hoogtepunten waren er tijdens de set in overvloed. ‘Astronaut’ begon ingetogen, maar transformeerde zich gaandeweg in rammelende gitaarrock. De tedere observator in Spinvis kwam naar boven in het sobere ‘Overvecht’, over wat een utopische woonwijk aan de rand van Utrecht moest worden maar in de praktijk tot een troosteloos getto uitgroeide. Het even gedreven als meeslepende ‘Club Insomnia’ deed, door de combinatie van drie elektrische gitaren en kolkende celloklanken, zelfs denken aan The Velvet Underground. Sommige liedjespersonages bleken met de zanger mee te groeien: ‘Ronnie knipt zijn haar’ ging over dezelfde figuur als het bijna tien jaar oude ‘Ronnie gaat naar huis’ en hoewel in beide nummers een onderhuidse tragiek werd gesuggereerd, zorgde Spinvis ervoor dat het nooit dramatisch werd. De man maakt immers muziek zonder uitroeptekens en weet heel goed hoe hij zijn bitterzoete songs klein moet houden.
Af en toe ging het tempo lichtjes de hoogte in en werd er bescheiden gerockt (‘Heel goed nieuws’, ‘Oostende’). In het springerige ‘We vieren het toch’ ontwaarden we een Kinks-vibe, het bedrieglijk frivole ‘Koning Alcohol’ handelde, dixit de Jong, “over een gemeenschappelijke vriend van de groep die we eigenlijk niet zo aardig vinden” en ‘Kom terug’ werd gedomineerd door uitwaaierende synths en uit de kluiten gewassen gitaren. ‘Ik wil alleen maar zwemmen’ steunde dan weer op een riff die het midden hield tussen die van ‘Vicious’ en ‘Wild Thing’.
Tijdens de toegiften verraste Spinvis met een werkelijk geniale, live-gespeelde mash-up van zijn eigen triphoppy ‘Bagagedrager’ met ‘Twee meisjes’ van Raymond van het Groenewoud. Die laatste was trouwens in de zal maar vertrok, ironisch genoeg, net voor de bisronde werd ingezet. Met ‘wespen op de appeltaart’, over een feestje in een psychiatrische inrichting’, werd uitendelijk een zwierige streep getrokken onder een wondermooi concert van één van de uniekste talenten die de jongste jaren in de Benelux zijn opgestaan. Zeker gaan kijken is de boodschap.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: De grote zon / Heel goed nieuws / Astronaut / Begin oktober / Robbie gaat naar huis / Overvecht / Club Insomnia / Oostende / Koning Alcohol / Ronnie knipt zijn haar / Voor ik vergeet / We vieren het toch / Tot ziens, Justine Keller / Kom terug // Twee meisjes + Bagagedrager / Ik wil alleen maar zwemmen / Wespen op de appeltaart. Spinvis speelt vanavond nog in Gent (Handelsbeurs), op 14 januari in Mechelen (Stadsschouwburg) en op 20 januari in Sint-Niklaas (De Casino).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier