Artiest - Róisín
Datum - 26/04/2022
Locatie - Ancienne Belgique
Róisín Murphy zakte af naar Brussel met gezapige discobeats, tonnen uitstraling en een hoop bizarre hoofddeksels.
2020 was een uitzonderlijk goed jaar voor de nu-disco. Met Future Nostalhia deed Dua Lipa het genre even domineren op de radio, en Kylie Minogue stak haar invloeden niet onder stoelen of banken met de albumtitel Disco. De echte strijd om de titel ‘disco queen’ werd echter tussen twee andere vrouwen gevochten. Enerzijds was er Jessie Ware met het erg puike album What’s Your Pleasure. Haar tegenstander was Róisín Murphy, die na corona-uitstelling alsnog haar plaat Róisín Machine kwam voorstellen.
Gezapige discobeats
Al werd meteen duidelijk dat er in de Ancienne Belgique een carrièreoverzicht zou volgen, en niet louter een voorstelling van het recentste album. Vanuit de coulissen – terwijl iemand haar filmde en de beelden live voor het publiek werden geprojecteerd – zette Murphy de show in met Fun For Me, een nummer van Moloko. De artieste begon haar muzikale verhaal namelijk niet solo, maar debuteerde als Moloko, samen met haar toenmalige vriend Mark Brydon. De twee gingen uit elkaar en ook hun creatieve wegen scheidden, maar de nummers uit die periode bleven een prominente plek in de setlist opeisen. Een levenspartner leverde het project Murphy dus niet op, wel een hoop steengoede songs, waarvan er doorheen de avond vijf door de AB schalden.
De oudere nummers bleven perfect overeind staan naast nieuwe publieksfavorieten als Narcissus en Simulation. Rode draad doorheen de hele performance waren de gezapige discobeats en de aanstekelijke baslijnen, die het publiek permanent in een gezellig kolkende massa veranderden. Zelfs wanneer Murphy in de coulissen verdween, viel de show nooit stil, dankzij haar voortreffelijke muzikanten die de zangpauzes mooi opvulde met dansbare tonen. De band voegde heel wat leuke franjes toe, zoals gladde gitaarmelodietjes, opzwepende drumpatroontjes en soms zelfs enkele kampvuurmelodietjes, maar nooit overheerste ze. Alles stond in functie van de klassevolle dansmuziek.
Alles uit de kleerkast halen
Over die kledingwissels gesproken: Murphy had een bijzondere garderobe mee. Het ene moment stond ze in een felroze kostuum op te treden en leek ze op je extravagante tante die een talkshow hostte. Een andere keer had ze plats een plastieken jas aan waar een knaloranje letter W op was genaaid. Meest opvallende outfit was een jurk die door de Brit naast ons enthousiast ontvangen werd met ‘It’s the vagina dress!’.
Het enige wat nog meer opviel dan Murphy’s kleerkast was haar hoedenplank. Sierden onder andere het hoofd van de performer: een roze muts die als de manen van een leeuw haar volledige hoofd omringden, een pinnenmuts die haar deed lijken op een tuinkabouter die in een verfpot was gevallen, een fluogroen racerspetje met een derde oog op,…
Waardige zotheid
Het vreemdst van allemaal is dat Murphy al die gekkigheid met waardigheid wist te dragen. Dat had ze deels te danken dankzij de chique van haar bandgedreven disco, deels dankzij haar eigen zelfverzekerde uitstraling. Als een stijlvol showbeest organiseerde ze een uitbundige fuif waar beter wijn in glazen dan bier in bekers geserveerd werd, maar waar iedereen wel lekker gek mocht zijn.
Uiteindelijk bleef het feestje langer dan anderhalf uur duren. Qua tempo en sound zat er niet eens zó veel variatie in, maar toch kreeg de verveling nooit kans om toe te slaan. Murphy’s tegendraadse energie en haar excentrieke doch piekfijn verzorgde show zorgden ervoor dat het publiek de artiest op handen droeg. Zelfs op het einde, wanneer de groep als uitsmijter een akoestische en onversterkte versie van Familiar Feeling bracht, kon de menigte haar enthousiasme niet onderdrukken, waardoor de mooie encore vaak onhoorbaar was. De Róisín Machine bleek onstopbaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier