Poliça @ AB: De plaat is beter

Soms heeft een groep aan één radiohitje genoeg om een zaal als de AB tot de nok gevuld te krijgen. Dat was het geval met Poliça, die enkele maanden geleden gracieus over de ethergolven surfte met ‘Dark Star’. Maar was het ook een goed concert? Wat ons betreft: niet echt.

DA GIG: Poliça in AB, Brussel op 19/3.

IN EEN ZIN: Als we de vocale tics van de zangeres buiten beschouwing laten, klonk Poliça nagenoeg zoals op de plaat, waardoor het concert geen enkele meerwaarde bood en al gauw de saaiheid toesloeg

HOOGTEPUNTEN: ‘Dark Star’, ‘Wandering Star’, ‘Amongster’.

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Channy Leaneagh: “We waren een beetje zenuwachtig om ‘Dark Star’ te spelen, hier in Brussel. Want we hebben ons laten vertellen dat jullie het zo’n goed nummer vinden. Hopelijk zijn we dus niet door de mand gevallen.'”

Poliça is, althans fonetisch, Pools voor… ‘verzekeringspolis’. Inderdaad, don’t ask. Het gezelschap is afkomstig uit ‘Princetown’ Minneapolis, maakt postmoderne elektropop met r&b-en triphopinvloeden en vindt haar wortels in het softrock-collectief Gayngs, waar zangeres Channy Leaneagh en producer Ryan Olson ooit allebei een lidkaart van op zak hadden. De eerste langspeler van Poliça, ‘Give You the Ghost’, groeide uit tot een bescheiden hype, nadat rapper Jay-Z en Justin Vernon van Bon Iver er zich in de pers uitermate lovend over hadden uitgelaten. Enkele tracks uit dat debuut kregen inmiddels zelfs een plek op de soundtrack van enkele druk bekeken Amerikaanse televisieseries.

De meeste songs uit ‘Give You the Ghost’ hebben iets te maken met het stukgelopen huwelijk van Leaneagh. Toch gaan ze niet gebukt onder zelfbeklag of een alles overheersende somberheid. De zangeres aanvaardt wat ze niet kan veranderen en kruipt in haar schulp om haar wonden te likken: “Ain’t a man in this world who can pull me down from my dark star.” Die ontboezemingen worden verpakt in lome, bitterzoete artpopsongs die je zou kunnen omschrijven als een aardse variant op die van The XX. Andere referentiepunten zijn de elektronische uitstapjes van Everything but the Girl en de inmiddels helemaal vergeten Sneaker Pimps.

Auto-tune

Tijdens haar concert in Brussel speelde Poliça vooral nummers uit haar debuut-cd, maar er stonden ook enkele nieuwe songs op het programma, zoals het donkere ‘Exit Raw’, dat met zinsneden als “I was ready to die alone” al meteen de toon zette. Opvallend was dat het kwartet met Ben Ivascu en Drew Christopherson twee live-drummers in de aanbieding had, al klonken hun bijdragen minder spectaculair en polyritmisch dan we hadden gehoopt. Samen met de afwisselend pulserende en dubby bas van Chris Bierdan waren ze verantwoordelijk voor de groove waarop de etherische zangpartijen van Channy Leaneagh op en neer deinden als een zeilschip op de golven van de oceaan.

Er is al veel te doen geweest over Leaneaghs gebruik van Auto-Tune, een softwareprogramma dat valse noten automatisch corrigeert en de stem vervormt zoals een vocoder. Op ‘Give You The Ghost’ zagen we daar geen graten in, maar live werkte het snufje, dat tegenstanders als “een vocale vorm van photoshop” bestempelen, ons behoorlijk op de zenuwen. De zanglijnen, die occasioneel ook werden geloopt, gedubbeld en in echo gedrenkt, klonken door de vervormingsapparatuur zo vlak dat alle emotie eruit dreigde te verdwijnen en de teksten zo goed als onverstaanbaar werden.

Hypnotisch of saai?

Dat de chanteuse met veel gebaren, als een neurotisch new age-elfje over het podium bewoog, was ook al niet van die aard om ons tot mildheid te stemmen. Veel klanken die Poliça in de AB voortbracht, bleken bovendien op de harde schijf van een computer te staan. Af en toe stuurde Channy Leaneagh met een druk op een knopje geprogrammeerde beats, elektronische effecten of bubbelende synthesizergeluiden aan, maar wat de ene toeschouwer als ‘hypnotisch’ omschreef, werd door de andere als ‘oeverloos saai’ weggewuifd.

Zelf bekenden we ons, eerlijk gezegd, tot de laatste categorie. Niet per se omdat er met de songs op zich iets mis was: het cryptische, tot dansen nodende ‘Fist Teeth Money’, het dubby ‘I See My Mother’ (over de geneugten van whiskey en cocaine), het stuwende ‘Dark Star’, uitsmijter ‘Amongster’, het als bis opgespaarde ‘Tiff’, allemaal kabbelden ze voorbij zonder schade aan te richten. Alleen bood het concert, vergeleken met de plaat, geen enkele meerwaarde, zodat we ons een uur lang stonden af te vragen waarom we nu eigenlijk het huis waren uitgekomen. Een avondje kleurenwiezen met enkele vrienden was zoveel opwindender geweest.

Dirk Steenhaut

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content