Het is dezer dagen heel gewoon: bands die een tournee ophangen aan een sleutelplaat uit hun carrière. Zo is Pere Ubu momenteel op pad met ‘The Modern Dance’, zijn legendarische debuut-lp uit 1978, en dat zorgde tijdens Les Nuits Botanique voor een oogverblindend lichtpunt.
DA GIG: Pere Ubu plays ‘The Annotated Modern Dance’ in Botanique, Brussel op 13/5.
IN EEN ZIN: Ook al dateerde de muziek al uit de jaren zeventig, Pere Ubu speelde ze zo strak en trefzeker dat ze nog niets aan actualiteitswaarde had ingeboet.
HOOGTEPUNTEN: ‘Final Solution’, ‘Nonalignment Pact’, ’30 Seconds Over Tokio’, ‘The Modern Dance’, ‘Street Waves’… Eigenlijk was ieder nummer top.
DIEPTEPUNTEN: het soms onverstaanbare dronkemansgewauwel van Thomas tussen de songs.
BESTE QUOTE van David Thomas, nadat hij ‘Caligari’s Mirror’ had aangekondigd: “Misschien vinden jullie dit geen goed idee voor een song, maar dat is nu net de reden waarom jullie dààr staan en ik hier.” En tot afscheid: “Thank you for allowing me to confuse you as much as I am” (geen grammaticale zin, maar iedereen begreep perfect wat hij bedoelde).
Het uit Cleveland, Ohio afkomstige Pere Ubu is nooit een toonbeeld van orthodoxie geweest. Zijn muziek, door de groepsleden omschreven als avant-garage, bouwde niet alleen voort op de erfenis van The Velvet Underground, The Stooges, Captain Beefheart en de jonge Roxy Music, maar ook op musique concrète. In volle punkperode bediende de band, die zijn naam ontleende aan het absurdistische toneelstuk ‘Ubu Roi’ van Alfred Jarry, zich van cut-ups, tapeloops, kort aangebonden gitaren, stuwende krautrockitmen en omineuze syntheffecten. Atonaliteit en dissonantie werden niet geschuwd en als gevolg daarvan klonken zijn eerste platen donker en abstract. Tegelijk bevatten de surrealistische teksten en demente kinderrijmpjes van frontman David Thomas een fikse dosis humor, ook al werd die destijds slechts door weinigen herkend.
Sinds ‘The Modern Dance’ is Pere Ubu al talloze keren van bezetting veranderd. Thomas, de excentrieke zanger met de imposante fysiek en de hoge, afwisselend jankende en keffende stem, is al ruim 36 jaar de enige constante. Dat doet echter geen afbreuk aan het hoge niveau van de huidige groep, waarin bassiste Michele Temple en elektro-tovenaar Robert Wheeler inmiddels al twee decennia meedraaien en het dwarse, hoekige gitaarspel van Keith Moliné voor de nodige opwinding zorgt. Naast zijn theremin gebruikte Wheeler overigens een hoop elektronische gadgets die in 1978 nog niet eens waren uitgevonden.
David Thomas, een man die al jaren ijvert voor de herwaardering van de bretellen en het ruitjeshemd en wiens lichaamsomvang, sinds de laatste keer dat we hem zagen, zowaar gehalveerd was, bleek in Brussel in een merkwaardige stemming te verkeren. Tijdens de set kieperde hij het ene biertje na het andere door zijn keel en nam hij op gezette tijden een slok uit een heupfles met spiritualiën, wat de coherentie van zijn bindteksten niet ten goede kwam. Soms zeeg hij halverwege een nummer op een stoel en verwachtte je dat hij ieder moment een beroerte kon krijgen. Maar op zijn zang was nauwelijks wat aan te merken en ook de groep speelde strak en trefzeker.
De eerste vijf nummers uit de set dateerden nog van vóór ‘The Modern Dance’. Het ging om singles en b-kantjes, zoals ’30 Seconds Over Tokio’, ‘Heart of Darkness’ en ‘My Dark Ages’, die nog niets van hun oorspronkelijke scherpte en frisheid hadden verloren. Het explosieve ‘Final Solution’ dreef zelfs op een baslijn waar je met gemak een tientonner mee kon optakelen en het met Afrikaanse riedels versierde ‘Heaven’ bleek het fundament te zijn waar David Byrne zijn hele solocarrière op had gebouwd.
Vervolgens beet de groep zich vast in zijn langspeeldebuut. De nummers werden gespeeld in de volgorde van de plaat en Thomas gaf daarbij telkens uitleg over hun ontstaan. “Nu ik op de drempel van de dood sta, beken ik alles”, aldus de 56-jarige zanger. Bijvoorbeeld: dat de beste regels uit ‘Laughing’ eigenlijk gepikt waren uit de film ‘Badlands’ van Terence Malick of dat de zigzaggende rocker ‘Street Waves’ geïnspireerd was door een hoop oude autobanden. Wat volgde was weldadig burengerucht, met het even catchy als punky ‘Nonalignment Pact’, het stuiterende ‘The Modern Dance’ (met spacy geluiden uit de Hawkwindarchieven), het apocalyptische ‘Chinese Radiation’ en de nihilistische punk van ‘Life Stinks’. De songs klonken alsof ze in roestige prikkeldraad waren gewikkeld en deden soms behoorlijk kubistisch aan, maar ze stonden nog altijd als een huis en als extraatje gooide Pere Ubu er nog vier nummers uit ‘Dub Housing’ bovenop.
David Thomas mag dan een misantroop zijn en fysiek en geestelijk niet helemaal gezond ogen, zijn muziek, ook die van ruim drie decennia geleden, blijft onverslijtbaar. Ga daar bij al die jonge groepjes van vandaag maar eens om.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: 30 Seconds Over Tokyo / Heart of Darkness / Final Solution / My Dark Ages / Heaven / Nonalignment Pact / The Modern Dance / Laughing / Street Waves / Chinese Radiation / Life Stinks / Real World / Over My Head / Sentimental Journey / Humor Me // Navvy / Dub Housing / Caligari’s Mirror / I, Will Wait.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier