Met hun monsterhit ‘Little Talks’ werden de dames en heren van Of Monsters and Men enkele jaren geleden het zoveelste succesrijke IJslandse exportproduct. One Hit Wonder of Nieuwe Vaste Waarde? Na de passage van het folkpopcombo in Werchter zijn we er nog steeds niet uit.
De eerlijkheid gebiedt ons toe geven dat we enkel de eerste helft van het optreden hebben gezien. Want door enkele last minute-wijzigingen aan het programma, viel ook óns netjes uitgekiende schema in duigen. Wel viel op dat Of Monsters and Men, officieel een kwintet, op het podium tot een negenkoppig orkest was aangezwollen. Waar dat voor nodig was? Goede vraag. Want vier (!) gitaren? Twee keyboards? Het was alleszins méér dan de eenvoudige deuntjes van de Monsters nodig hadden, al legden de twee trompetten en de accordeon soms wel charmante accenten. Toch had Of Monsters and Men méér weg van een klas op schoolreis dan van een echte band.
De twee blikvangers in de groep, Nanna Bryndís Hilmarsdóttir en Ragnar Thortallsson, wisselden elkaar af achter de microfoon en in de nummers uit ‘Beneath the Skin’, de onlangs verschenen tweede cd van de groep, maakt de joligheid al eens plaats voor wat meer melancholie. Maar melodieuze liedjes zoals ‘Crystals’ sprongen er in Werchter niet echt uit, al werd Of Monsters and Men door het publiek opvallend mild ontvangen. Het ene moment moesten we aan de exuberantie van The Arcade Fire denken, het andere aan -nooit een compliment in ons boekje- de ellendige refreinen van Coldplay. ‘King And Lionheart’ was een song op zoek naar een kampvuur en in ‘Empire’ hoorden we vooral een groep op zoek naar een gezicht.
Na ‘Black Water’ togen we naar het optreden van Death Cab for Cutie, dus of de Monsterlijke IJslanders het daarna nog over en andere boeg gooiden is ons niet bekend. Maar we zijn er van overtuigd dat u met zijn allen ‘Little Talks’ weer uit volle borst hebt meegebruld. En dat het verdomd lollig was. Wie zijn wij dan om u tegen te spreken?
(Dirk Steenhaut)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier