Masters of Reality @ Trix: Efficiënter dan een hoge drukreiniger

Masters Of Reality in Trix © Yvo Zels

Hun jongste plaat dateert al van 2009 en toeren doen ze ook al niet veel, dus voor wie Masters of Reality eens aan het werk wilde zien, was het nu of nooit. De legendarische grondleggers van de stoner rock speelden in Trix een stormachtige, twee uur durende set en deden dat voor een uitverkocht huis.

DA GIG: Masters of Reality in Trix, Antwerpen op 15/5.

IN EEN ZIN: Zodra de Masters op het podium verschenen, werd de volumeknop wijd open gedraaid en rinkelden de decibels zo heftig dat je haren ervan aan het wapperen sloegen.

HOOGTEPUNTEN: ‘Rabbit One’, ‘Blue Garden’, ‘Why the Fly’, ‘Ballad of Jody Frosty’, ‘Doraldino’s Prophecies’, ‘She Got Me’…

DIEPTEPUNTEN: geen, al hebben we toch enkele keren geknarsetand omdat de zangpartijen te vaak overwoekerd werden door de gitaarnoise.

BESTE QUOTE van Chris Goss: “It’s hot as fuck in here. Dat heeft alles te maken met Wallace Vanborn, de band die vóór ons op het podium stond. They’re an amazing bunch of motherfuckers and a tough act to follow. We zullen serieus ons best moeten doen om hen te evenaren”.

De muziek van Masters of Reality laat zich niet makkelijk vastpinnen. De groepsnaam is weliswaar een hommage aan de Britse metalband Black Sabbath, wiens derde lp destijds ‘Master of Reality’ werd gedoopt, maar in de sound van de New Yorkers zitten net zo goed verwijzingen naar prog, blues, folk, aan The Beatles verwante pop en psychedelica.

Een échte band kun je de Masters niet noemen: de enige constante in de line up is zanger-gitarist en songwriter Chris Goss, een man die in de VS doorgaans wordt geassocieerd met de Palm Desert Scene en vooral actief is als producer. In die hoedanigheid werkte hij met groepen als Kyuss, Queens of the Stone Age, Screaming Trees, The Cult, UNKLE en talloze andere muzikale herrieschoppers. Maar Goss heeft ook een uitgesproken Belgische connectie: platen als ‘Leave the Story Untold’ van Soulwax en ‘The Orb We Absorb’ van Wallace Vanborn werden door hem ter wereld geholpen en zelfs de heren van Drums Are For Parade hebben al van zijn diensten gebruik gemaakt.

Door zijn drukke activiteiten als studio-coach houdt Chris Goss bitter weinig tijd over voor zijn eigen muziek. Dat verklaart waarom Masters of Reality sinds 1988 slechts zes langspelers hebben uitgebracht (als we de twee live-cd’s niet meerekenen) en dat er, tussen twee releases, soms een hiaat van negen jaar gaapte. “Het is geen sinecure ruim een kwarteeuw muziek in een set van twee uur samen te ballen”, zei Goss, “maar we zullen het proberen”.

Zware jongens

En inderdaad, alle fases van zijn carrière kwamen in Antwerpen aan bod, al lag de nadruk toch vooral op zijn titelloze debuut en het daarop volgende ‘Sunrise on the Sufferbus’ uit 1992. Wie daaruit concludeert dat de Masters de retrotoer opgingen, vergist zich echter deerlijk, want in herhaling is Goss niet geïnteresseerd. Zijn songs zijn niet in steen gebeiteld, ze worden avond na avond herkneed en in een ander jasje gewrongen.

De vier fors gebouwde heren van Masters of Reality zagen eruit als zware jongens met wie je maar beter geen ruzie zocht, en zodra ze het podium betraden werd de volumeknop meteen wijd open gedraaid. Tijdens opener ‘Blue Garden’ rinkelden de decibels zo hevig dat je haren er gingen van wapperen. Chris Goss, een bandana om het kale hoofd geknoopt, en tweede gitarist Josh Urist produceerden een grofkorrelige grungy sound en kwamen afwisselend met lange solo’s op de proppen.

Wie last had van verstopte eustachiusbuizen hoefde geen hoge drukreiniger meer te bestellen, want geen enkel obstakel was bestand tegen de loodzware, logge riffs die ook ‘Up In It’ en ‘Third Man on the Moon’ kenmerkten. Een minpunt was wel dat de stem van Goss voortdurend verzoop in de geluidsbrij. Pas toen de zanger een akoestische 12-string tevoorschijn haalde, met het oog op het bezwerende ‘100 Years (Of Tears On The Wind)’, werd dat euvel enigszins verholpen. Op een bepaald moment mocht ook Ian Clement, de frontman van Wallace Vanborn, dat eerder op de avond het publiek had opgewarmd, mee het podium op. “We’ve got a bad motherfucker on our hands here”, riep Goss. En voor alle duidelijkheid: dat was als compliment bedoeld.

‘The Ballad of John Frosty’ mondde uit in een uitgesponnen instrumentaal stuk waarin Goss en Urist een fraaie tweestemmige gitaarsolo ten beste gaven. Even moesten we terugdenken aan de snaarduels tussen Greg Allman en Dicky Betts uit de jaren zeventig, maar het bleef bij een vage verwijzing. Want zelfs wanneer Masters of Reality een melodieuze popsong opdiepten, type ‘Why the Fly’, sneed Goss er genadeloos doorheen met metalige riffs en trefzeker geplaatste feedbacksalvo’s.

In trance

In ‘Doraldina’s Prophecies’ werd de machtige baslijn van Paul Powell gedubbeld door een synthesiszer, terwijl Chris Goss zijn uiterste best deed om zichzelf in trance te soleren. Hij nam er zijn tijd voor, maar wist de klip van de verveling daarbij handig te omzeilen. ‘Ants in the Kitchen’ was powerrock zoals Cream die tijdens de sixties placht te serveren. Geen toeval: op de plaatversie was destijds Ginger Baker, de drummer van dat gezelschap, te horen en vandaag spiegelt Goss zich in vocaal opzicht nog altijd aan wijlen Jack Bruce. ‘V.H.V.’ diende zich aan als zompige, repetitieve acid blues en in de even gedreven als broeierige uitsmijter ‘She Got Me (When She Got Her Dress On)’, dat in de vroege jaren negentig zowaar de Amerikaanse top-tien haalde, kreeg drummer John Leamy een sterrenrol toe bedeeld.

De bisronde werd ingezet met het lang uitgesponnen maar hypnotische ‘Rabbit One’, waarin niet werd gekeken op een spanningsboog méér of minder. De stuwende punkrock van ‘Domino’ klonk daarna iets compacter. “Mag ik jullie wat vragen?”, vroeg Chris Goss, toen bleek dat het publiek nog steeds niet was verzadigd. “Wat hoopten jullie hier te vinden, vanavond? Goeie muziek? Seks? Drugs? Geestelijke bevrijding?” Het antwoord zal wel ergens in het midden hebben gelegen en dus begaven Masters of Reality zich nog aan een uitgebreide jam die niettemin opvallend gestructureerd aandeed. “Ik heb behoorlijk wat rum gedronken vanavond”, meldde Goss nog, impliciet suggererend dat het dus wel een zeer goede show moest zijn geweest. En inderdaad: missie met verve volbracht.

DE SETLIST: Intro (opening Tape) / Blue Garden / Up In It / Why the Fly / Theme For the Scientist of the Invisible / 100 Years (Of Tears On the Wind) / Absinthe, Jim & Me / Ballad of Jody Frosty / Third Man on the Moon / Doraldino’s Prophecies / Ants in the Kitchen / V.H.V. / She Got Me (When She Got Her Dress On // Rabbit One // Domino / Jam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content