Mark Lanegan Band in CC Hasselt: een natuurkracht waar geen kruid tegen gewassen is
Mark Lanegan in een cultureel centrum? Dat was even wennen, want pluchen zitjes zijn zeker niet het eerste wat je met de Amerikaanse gruisaard associeert. Niettemin bleken de man en zijn overwegend Belgische band in Hasselt in grote vorm en werd er fors gerockt.
HET CONCERT: Mark Lanegan Band in CC Hasselt, op 6/12.
IN EEN ZIN: Lanegan diepe, raspende stem klonk krachtig en expressief als vanouds en ook zijn strak spelende groep zorgde aanhoudend voor vuurwerk op het podium.
HOOGTEPUNTEN: Beehive, One Hundred Days, Bombed, Bleeding Muddy Water, Nocturn, Disbelief Suspension, Stitch It Up, Ode to Sad Disco, Gospel Plow, Hangin’ Tree…
DIEPTEPUNTEN: geen.
QUOTE (over The Membranes, een Brits postpunkcombo dat al ruim veertig jaar aan de weg timmert en Lanegans voorprogramma verzorgde): ‘It’s an honour and a thrill to share the stage with these guys’.
Met zijn band Screaming Trees maakte Lanegan al psychedelische grunge nog voor de term was uitgevonden, en vijfendertig jaar later valt zijn exploratiedrang nog steeds niet in te tomen. De artiest houdt er een opzienbarende werkethiek op na, gaat geen enkele samenwerking uit de weg en huldigt de overtuiging dat zijn machtige baritonstem in zowat iedere muzikale context kan gedijen. Die open geest leidde in het verleden al tot projecten met Greg Dulli (als The Gutter Twins), folkzangeres Isobel Campbell, bluesgitarist Duke Garwood en het elektro-gospelgezelschap Soulsavers. Maar de Amerikaan laat zich al net zo graag op sleeptouw nemen door Queens of the Stone Age, Moby, Unkle, de Deense Maggie Björklund of, dichter bij huis, Creature With the Atom Brain en Magnus.
Mark Lanegan mag inmiddels dan al 55 zijn, er staat duidelijk geen rem op zijn productiviteit. Hoewel hij met Somebody’s Knocking pas in oktober zijn elfde soloplaat uitbracht, kondigde de enigmatische zanger onlangs via Twitter al een opvolger aan. Op Straight Songs of Sorrow, te verschijnen in april 2020, krijgt hij een helpende hand van Ed Harcourt, Warren Ellis (The Bad Seeds), John Paul Jones (Led Zeppelin), Simon Bonney (Crime + The City Solution) en oude gabber Greg Dulli (Afghan Whigs). Tegelijk verschijnt zijn autobiografie Sing Backwards and Weep en een maand later mag hij, als gastcurator, een heel weekend de Brusselse AB inpalmen, waarbij hij ook zijn klassieke lp Bubblegum integraal ten gehore zal brengen. Het zou ons dan ook niet verbazen mocht blijken dat de man in de plaatselijke apotheek stiekem de hele voorraad captagon mee heeft gegrist.
Maar de huidige tournee staat dus voornamelijk in het teken van Somebody’s Knocking, een eclectische langspeler die Lanegan opnam met leden van de Nederlandse band Lady Dandelion. Het is een werkstuk waarop het aandeel van computerbeats en elektronische loops gevoelig is toegenomen en de artiest zich, qua sound, schatplichtig toont aan eightiesbands als New Order, Joy Division en Depeche Mode. Eigenlijk is die evolutie al aan de gang sinds platen als Phantom Radio en Gargoyle. Alleen knoopt Mark Lanegan er dit keer ook expliciete gothic rockinvloeden aan vast. Zo hoor je bijvoorbeeld echo’s uit de vleermuizengrot van Sisters of Mercy. Eén en ander heeft kennelijk invloed gehad op zijn zangstijl, want dit keer verkent hij regelmatig hogere registers, waardoor je soms twijfelt of je wel de juiste langspeler uit de hoes hebt gepeuterd.
Verschroeiend
Live komen Lanegan en zijn gezellen sowieso nog altijd behoorlijk stevig uit de hoek. Zoals bleek uit het openingssalvo Knuckles/Disbelief Suspension, een ode aan wijlen Jeffrey Lee Pierce van The Gun Club, voerden messcherpe gitaren in Hasselt regelmatig het hoge woord. Snarengeselaars Jeff Fielder en ‘brother’ Aldo Struyf waren één en al gedrevenheid en wisselden voortdurend verschroeiende riffs en licks uit. Ook de rest van de band speelde bijzonder strak: Stitch It Up, Night Flight to Kabul en de oudere publieksfavoriet Hit the City waren lappen rock-‘n-roll waar niemand een speld tussen kon krijgen.
Beehive zou in een rechtvaardige wereld zonder twijfel een knallende radiohit zijn geweest en ook het melodieuze, met meerstemmige harmonieën versierde One Hundred Days groeide uit tot een hoogtepunt. In de intro van het slepende en bluesy Bleeding Muddy Water plukte Fielder zelfs enkele overtuigende flamencoverwijzingen uit de snaren.
Mark Lanegan, zonder meer de gruizigste crooner ten zuiden van Leonard Cohen en Tom Waits, blijft een natuurkracht waar geen kruid tegen gewassen is. Dat bewees hij ook met een wervelend Ode to Sad Disco. Goed, het podium baadde als vanouds in blauw licht, dat de muzikanten tot donkere schaduwen herleidde, en Lanegan stond nog altijd stokstijf achter zijn microfoonstandaard. Maar uit zijn lichaamstaal viel toch op te maken dat hij aan het concert het nodige plezier beleefde.
Prehistorie
De man die vroeger vaak een norse en stugge indruk maakte en geen woord wisselde met zijn publiek, bedankte dit keer herhaaldelijk de aanwezigen en stelde zelfs tot tweemaal toe zijn groep voor. Daarin herkenden we voorts bassist Fred ‘Lyenn’ Jacques (Dans Dans), die op 10 januari zijn uitstekende derde plaat Adrift aan de buitenwacht prijs geeft, en drummer Christophe Claeys (ex-Balthazar, ex-Amatorski), samen een ritmesectie die stond als een euh… versterkte burcht.
In nieuwe nummers zoals het op stuiterende synthriedels geplante Penthouse High hoorden we zowaar The Pet Shop Boys voorbij komen en met Dark Disco Jay suggereerde Mark Lanegan dat hij zich, als u even niet kijkt, wel eens op de dansvloer durft te begeven. Maar er zaten ook enkele obscure nummers in de set. Het twangy Burning Jacob’s Ladder stond bijvoorbeeld enkel op de Japanse editie van Bubblegum. In Deepest Shade, een onuitgebrachte song die Greg Dulli bedacht voor The Twilight Singers en die uiteindelijk terechtkam op Lanegans coverplaat Imitations, ging vooral het sierlijke toetsenspel van Aldo Struyf met de aandacht aan de haal.
Voor de bisronde had de zanger overigens nog méér aangename verrassingen in petto. In het even sobere als subtiele Bombed werd hij enkel gesecondeerd door een fingerpickende Fielder, terwijl uit de prehistorie van Screaming Trees vervolgens het uit 1986 daterende Gospel Plow werd opgevist. De band klauwde zich vervolgens vast in Hangin’ Tree van Queens of the Stone Age, met de verbetenheid van een uitgehongerde leeuw die net een verdwaalde antilope heeft gespot. Het was een genadeslag die kon tellen, zeker na een set waarin anderhalf uur lang het ene piekmoment het andere opvolgde. ‘Thank you very much people. We apreciate you’, donderde Lanegan nog in de microfoon. Het genoegen was absoluut wederzijds, Lan.
De Mark Lanegan band is vanavond nog te zien in Roeselare (De Spil) en op 9 en 10 mei 2020 in Brussel (AB).
DE SETLIST: Knuckles / Disbelief Suspension / Nocturne / Hit The City / Stitch It Up / Burning Jacob’s Ladder / Night Flight To Kabul/ Beehive / Bleeding Muddy Water / Deepest Shade / Ode to Sad Disco / Gazing From The Shore / Penthouse High / One Hundred Days / Dark Disco Jag / Name and Number / Death Trip To Tulsa // Bombed / Gospel Plow / Hangin’ Tree / The Killing Season.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier