Twee oude Ethiopiërs zetten het Antwerpse Zuiderpershuis in vuur en vlam. Verslag.
Hoogtepunt: Ahmed en Eshete zetten het gezamenlijk op een springen als waren ze pretpunkers op Groezrock, en de hele zaal volgt
Dieptepunt: het concert had van ons best nog wat langer mogen duren
Beste quote: was helaas in het Amhaars
Liefhebbers van wereldmuziek koesteren de Franse compilatiereeks ‘Ethiopiques’, die de Ethiopische muziek van de laatste vijftig jaar verzamelt, maar de meeste andere muziekliefhebbers verwachten zich waarschijnlijk aan een slechte grap wanneer iemand hen vraagt of ze vertrouwd zijn met de Ethiopische scene. Niettemin werd levende legende Mahmoud Ahmed onlangs in Focus nog genamedropt door Luke Top van Fool’s Gold, één van de vele frisse rockgroepjes die Afrikaanse invloeden in hun muziek verwerken.
Tot onze grote vreugde maakte de man gisteren nog eens zijn opwachting in het Zuiderpershuis in Antwerpen, in het gezelschap van Alemayehu Eshete, een andere veteraan van de door koning Haile Selassie ingerichte staatsensembles die na de staatsgreep halverwege de jaren zeventig ontbonden werden. Beide heren wisten zich omringd door de blanke Bretoenen van Badume’s Band, een groep die al vele jaren Ethiopische muziek maakt en nu dus tot zijn grote vreugde ook geschikt bevonden werd om deze beide heren te begeleiden.
Nadat zanger Eric Menneteau de zaal vakkundig had voorverwarmd maakte Alemayehu Eshete als eerste zijn opwachting. Eshete stond begin jaren zeventig aan het hoofd van een clandestien Ethiopisch platenlabel, en zo ziet hij er ook een beetje uit: netjes in het pak, vlot in de omgang. Zijn zalvende stemgeluid en gulle glimlach verraadden echter dat het hart van deze onvervalste showman klopt voor zijn publiek en de verbazend kwieke bewegingen die de opzwepende groove en de zwierige blazers aan zijn oude knoken ontlokten maakten duidelijk waaraan hij zijn bijnaam van ‘de Afrikaanse James Brown’ te danken heeft – al zijn er natuurlijk tal van andere kandidaten voor die titel en doet de vergelijking geen recht aan de eigenheid van de Ethiopische muziek.
Mahmoud Ahmed is een ander type: gehuld in traditionele kledij en met zorgelijke ogen opende hij zijn set met songs die wat cerebraler en oosterser aandeden, meer soul dan funk, meer Nat King Cole dan James Brown. De eigenwijze ritmes van de muziek gingen echter sneller en sneller, tot Ahmed met een onvervalst skanummer het feest definitief op gang trok. De onnavolgbare danspasjes van de talrijk toegestroomde Ethiopiërs werden uitgelatener, en de vonk sloeg over naar de rest van de zaal – er werd gedanst, gezongen en op en neer gesprongen tot alle mensen die op tijd waren gekomen om een zitplaats te versieren daar spijt van kregen.
En zo konden we ons toch éven verbeelden dat we in een club in downtown Addis Abeba verzeild waren, alvorens gewoon weer op de Sinksenfoor te belanden. Lang leve de globalisering!
Tim Vernimmen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier