Low wordt door sommigen nog altijd geassocieerd met genres als slowcore, sadcore of quietcore, maar de groep is die beperkende omschrijvingen al lang ontgroeid. Tijdens haar bloedstollend intense concert in Leuven liet ze dus af en toe ook haar noisy kantjes naar boven komen.
DA GIG: Low in Het Depot, Leuven op 13/11.
IN EEN ZIN: Negentig minuten kippenvel.
HOOGTEPUNTEN: ‘Words’, ‘Make It Stop’, ‘Pissing’, ‘On My Own’, ‘Especially Me’, ‘Stay’….
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE van Alan Sparhawk, ter aankondiging van ‘Murderer’: “Is er iemand uit Brussel in de zaal? Wij verbleven er ooit in hetzelfde hotel als Ronald Reagan. Dit nummer is voor hem.”
Bij Low, een trio uit Duluth, Minnessota, draait alles al twintig jaar om het Mormoonse echtpaar Alan Sparhawk en Mimi Parker, dat respectievelijk de gitaar en drums voor zijn rekening neemt. Sinds zijn vorige cd ‘C’Mon’ wordt het zingende stel op bas en piano bijgestaan door Steve Garrington.
In de prille dagen van de groep, toen de wereld in de ban was van grunge en de meeste bands de volumeknop wijdopen draaide, deed Low, zoals haar naam al aangeeft, precies het tegenovergestelde: ze zette de klank zo zacht dat haar trage, ingetogen muziek van de weeromstuit als extreem werd ervaren.
Sereniteit, onthaasting, melancholie en tristesse blijven tot op heden het handelsmerk van het driespan, maar dat neemt niet weg dat het op elk van zijn tien langspelers nieuwe ingrediënten introduceert en nooit is opgehouden zich te ontwikkelen. In de loop der jaren schoot Low pijlen af richting pop en elektronica en durfde het de luisteraar al eens te verrassen met een forse geluidseruptie. Eén ding is echter nooit veranderd: de muzikanten puren maximaal effect uit minimale middelen en spelen nooit een noot teveel.
Spartaans
Kenmerkend voor de Spartaanse sound van het gezelschap is het rudimentaire drumstel van Mimi Parker, dat ze, net als Moe Tucker van The Velvet Underground, rechtopstaand bespeelt: geen basdrum, geen hi-hat, maar enkel een snare, een tom-tom en enkele cymbalen. Low schuwt dus de muzikale eenvoud niet, al liggen de verhoudingen op interpersoonlijk vlak iets complexer. Sinds de rockumentaire ‘You May Need A Murderer’ van David Kleijwegt weten we bijvoorbeeld dat Alan Sparhawk in het verleden met allerlei neuroses, depressies en verslavingen te kampen had
Low was dit jaar al vaker in ons land te zien. Afgelopen zomer stond het trio nog op Pukkelpop waar het verraste met een memorabele versie van Neil Youngs ‘Down By The River’. Drie maanden eerder kwam het tjdens Les Nuits Botanique ook al zijn jongste, door Jeff Tweedy van Wilco geproducete cd ‘The Invisible Way’ voorstellen. Gelukkig beperkte de groep zich in Het Depot niet tot een gemakzuchtige herhalingsoefening: de set was inmiddels alweer voor de helft veranderd. Low koos voor een representatieve dwarsdoorsnede van haar oeuvre en liet daarbij enkel de cd’s ‘The Curtain Hits The Cast’ en ‘Secret Name’ onaangeroerd.
Het begon al meteen bloedmooi met ‘Words’, het openingsnummer uit haar debuutplaat ‘I Could Live in Hope’, die sinds 1994 nog geen spat is verouderd. Alan Sparhawk nam tijdens het optreden de meeste leadzangpartijen voor zijn rekening, maar de harmonieën van Mimi Parker waren doorgaans zo prominent dat ze samen bijna een derde stem vormden. Tijdens de show werden, bij wijze van sfeerschepping, vage zwart-witbeelden op een scherm geprojecteerd, maar echt onontbeerlijk bleken die niet te zijn. Uiteraard stond ook nu een vijftal nummers uit ‘The Invisible Way’ op het menu. In het op simpele piano-akkoorden drijvende ‘Plastic Cup’ speelden sarcastische humor en impliciete maatschappijkritiek bijvoorbeeld onder één hoedje.
Bezwerend
Traag voortschuifelende ritmen (‘Waiting’, ‘Dragonfly’) en een afgedempte gitaar (‘Sunflower’) waren vaste prik in de set, maar dat belette Low niet regelmatig buiten de lijntjes te kleuren. Zo klonk ‘Canada’, met zijn haast Stooges-achtige garagerockriffs, rafelig en luid en bewees Sparhawk in de tweede helft van ‘On My Own’, met zijn schurende, grofkorrelige gitaarsound dat hij de abstract-expressionistische speelstijl van Neil Young wel zeer grondig had bestudeerd. Niet dat daar iets mis me was, want in het door een prominente baslijn voortgestuwde ‘Monkey’ en het donkere, bezwerende ‘Pissing’ bewees de man over meer dan genoeg eigenheid te beschikken om niet als een copycat te worden gedoodverfd.
Het vaakst van al voelden we onze hartspieren echter samenkrimpen op de momenten waarop Mimi Parker vocaal het voortouw nam. In ‘Holy Ghost’ en ‘Make It Stop’ gaf haar loepzuivere stem zoveel warmte af, dat je in gedachten het poolijs nog sneller zag afbrokkelen dan nu al het geval was, en wie het tijdens het pakkende ‘Especially Me’ droog wist te houden, was vermoedelijk uit puur graniet opgetrokken.
“Blijf goed met elkaar opschieten”, opperde Sparhawk vaderlijk tot afscheid, waarna Low iedereen muisstil kreeg met het van Rihanna geleende ‘Stay’, dat het onlangs uitbracht als benefietsingle ten bate van een muziekeducatieve instelling voor kinderen in Chicago. De groep is nooit snobistisch geweest in haar coverkeuzes (eerder nam ze, zonder zweem van ironie, al liedjes van The Bee Gees en John Denver onder handen) en een goeie song blijft nu eenmaal een goeie song, zeker als je het vermag er nog net dat extra beetje ingehouden emotionaliteit in te stoppen. ‘Stay’ was gewoon een Moment in een set vol Momenten. We kunnen dus alleen maar hopen dat Low er nog minstens twintig jaar bij doet.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Words / Majesty/Magic / Canada / Plastic Cup / On My Own / Holy Ghost / Monkey / Waiting / Just Make It Stop /Nothing But Heart / Dragonfly / Sunflower / Pissing / Breaker / Especially Me / Murderer // Stay / Little Argument With Myself.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier