Zijn pyschedelische folkrock staat dichter bij de seventies dan bij vandaag, maar dat heeft Kurt Vile niet belet tot een nieuwe Amerikaanse slackerheld uit te groeien. Zelfs Thurston Moore en J Mascis zijn fans. Alleen is dat nog geen garantie voor een beklijvend concert, zo bleek in de AB.
DA GIG: Kurt Vile & The Violators in ABBox, Brussel op 26/5.
IN EEN ZIN: Er werd prima gemusiceerd op het podium, maar de extra vonk, waar je als concertganger toch het huis voor uitkomt, bleef helaas uit.
HOOGTEPUNTEN: ‘Wakin On a Pretty Day’, ‘KV Crimes’, ‘Peeping Tomboy’, ‘Freak Train’, ‘He’s Alright’.
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE van een duidelijk door dyslexie geplaagde Vile: “It’s great to be back in Brusquelles.”
Zijn pyschedelische folkrock staat dichter bij de seventies dan bij vandaag, maar dat heeft Kurt Vile niet belet tot een nieuwe Amerikaanse slackerheld uit te groeien. Zelfs Thurston Moore en J Mascis zijn fans. Alleen is dat nog geen garantie voor een beklijvend concert, zo bleek in de AB.
Voor alle duidelijkheid: ‘Wakin On A Pretty Daze’, Kurt Viles onlangs verschenen vijfde langspeler, behoort tot de betere platen die dit jaar al door onze eustachiusbuizen zijn gegleden. Het is een warm, gelaagd werkstuk waarop de artiest zijn ambacht verder heeft verfijnd en zijn persoonlijke songs nog iets meer diepgang hebben gekregen. De muziek is, volgens Vile, bestoven door ‘Tusk’ van Fleetwood Mac; in de teksten vraagt hij zich af hoe de verlokkingen van het muzikantenbestaan te rijmen vallen met de zorg voor een jong gezin.
De vorige keer dat we Kurt Vile aan het werk zagen, speelde hij nog in de kleine Rotonde van de Botanique. Intussen is zijn populariteit dermate toegenomen dat hij al de ABBox weet te vullen. De zanger uit Philadelphia, die we ook kennen van The War on Drugs, blijft er echter bescheiden bij. Op het podium versterkt hij zijn enigmatische imago door zich consequent achter zijn lange haardos te verbergen, terwijl hij zijn songs veeleer mompelt dan zingt. Dat Kurt Vile een uitstekende gitarist is, hoort u ons niet tegenspreken. Maar een charismatische frontman is hij allerminst.
Dromerig
Samen met zijn driekoppige band The Violators speelde hij een anderhalf uur durende set waarin zijn nieuwe cd en zijn twee jaar geleden verschenen doorbraakplaat ‘Smoke Ring For My Halo’ ongeveer gelijkmatig aan bod kwamen. Daarnaast werd tot drie keer toe teruggegrepen op het puike ‘Child Prodigy’ uit 2009.
Kurt Vile hanteerde afwisselend een elektrische en een in ‘open tuning’ gestemde akoestische gitaar en zette meteen de toon met het even dromerige als uitgesponnen ‘Wakin On A Pretty Day’. Samen met Jesse Trbovich weefde hij een veelkleurig maar transparant snaartapijt waarop het, met een beetje fantasie, heerlijk wegzweven was.
In ‘Jesus Fever’, een rauwe rocker, waarin we echo’s van The Velvet Underground ontwaarden, dreef drummer Vince Nudo het tempo op en schoof Rob Laakso zijn bas opzij, zodat er drie gitaren naar de frontlinie werden gestuurd. Die truc zou in de loop van de avond trouwens veelvuldig worden herhaald.
Tijdens ‘Was All Talk’ demonstreerde Kurt Vile voor het eerst zijn soepele fingerpickingtechniek. In het aan Crazy Horse refererende ‘KV Crimes’ toonden The Violators zich dan weer van hun potigste kant. De muzikanten kwijtten zich uitstekend van hun taak, maar de lijzige, monotone voordracht van de zanger -in ons notitieboekje lezen we: een plattelandsversie van Lou Reed- belette dat je helemaal door de songs werd meegezogen. Vile leek zich te hebben teruggetrokken in zijn eigen wereldje en creëerde daardoor, wellicht ongewild, een zekere afstandelijkheid. De nummers klónken wel goed, maar slaagden er zelden in je echt bij je nekvel te grijpen. ‘On Tour’, ‘Girl Called Alex’, ‘Ghost Town’, ze gleden van je af als water van een eend.
Vrij van ballast
Toen zijn gezellen in de coulissen verdwenen en Kurt Vile in zijn eentje een akoestisch ‘Snowflakes Are Dancing’ inzette, klonk het resultaat, in al zijn intimiteit, plots veel dwingender. Met ‘Peeping Tom’ (“I don’t wanna change, but I don’t wanna stay the same”) leidde die aanpak zelfs tot één van de hoogtepunten van de avond. Gelukkig zorgde de band daarna voor extra reliëf in het noisy ‘Hunchback’ en de nog forsere uitsmijter ‘Freak Train’, een feest van luide, vervormde gitaren, viscerale krautrockdrums en de scheurende sax van Jesse ‘Turbo’.
De toegiften werden sober en simpel gehouden. Tijdens de duoversie ‘Baby’s Arms’ kregen Vile en Laakso enkel ruggensteun van een drummachine en met ‘He’s Alright’, een oude single die ook als ‘hidden track’ op ‘Child Prodigy’ staat, gaf de zanger nog eens aan hoe bezwerend hij kan overkomen, zodra hij zich van alle overtollige ballast ontdoet.
Muzikaal viel er op dit concert van Kurt Vile and The Violators weinig op te merken. Alleen: bijzonder opgewonden of geïnspireerd raakten we er niet van. Daarvoor boden de heren live net iets te weinig meerwaarde tegenover hun platen. Hopelijk brengen ze op Pukkelpop dus iets méér leven in de brouwerij.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Walkin’ on a Pretty Day / Jesus Fever / Was All Talk / KV Crimes / On Tour / Shame Chamber / Girl Called Alex / Ghost Town / Snowflakes Are Dancing / Peeping Tomboy / Hunchback / Freak Train // Baby’s Arms / He’s Alright.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier