‘Kintsukuroi van Spinvis en Saartje Van Camp @ AB: Hoe littekens ons rijker maken

Spinvis © Piet Goethals

Spinvis, behoort al meer dan een decennium tot de interessantste liedjesschrijvers van het Nederlandse taalgebied. Maar omdat een artiest soms een nieuwe uitdaging nodig heeft, komt hij nu, samen met de Vlaamse celliste Saartje Van Camp, op de proppen met een ‘gedanste opera’.

DA GIG: ‘Kintsukuroi’ van Spinvis en Saartje Van Camp in AB, Brussel op 23/10.

IN EEN ZIN: Deze opera over eenzaamheid, traag helende wonden en de machteloosheid van de mens tegenover de natuur, had best wel potentieel, maar de uitwerking bleef te halfslachtig om ons echt te overtuigen.

Niet dat de vorm van ‘Kintsukuroi’, zoals de voorstelling heet, zomaar uit de lucht kwam vallen. Er gingen uren van brainstorming aan vooraf: het idee voor de productie kreeg geleidelijk vorm tijdens de vele en lange autoritten van en naar optredens. Erik de Jong, alias Spinvis, en Saartje Van Camp, een muzikante uit zijn groep die ook in het toneel actief is, zochten naar een nieuwe manier om een verhaal te vertellen en kozen uiteindelijk voor een multidisciplinaire aanpak waarin dans, muziek, poëzie en theater elkaar aanvullen. “Ik wil mezelf niet eindeloos herhalen”, onderstreepte Spinvis onlangs in een interview. “Bovendien heeft alles wat je voor het eerst doet altijd een speciale waarde”.

Dus werd ‘Kintsukuroi’ een modern sprookje met Japan als decor en twee dansers in de hoofdrollen. Het verhaal is dat van een seismoloog die geniet van de precisie van de metingen waarmee hij de wereld kan verklaren. Wanneer de liefde van zijn leven wordt opgeslokt door de golven van een tsunami, blijft hij onverdroten naar haar op zoek omdat hij zich niet neer kan leggen bij haar dood. In iedere trilling van de aarde meent hij voortaan haar hartslag te horen.

'Kintsukuroi van Spinvis en Saartje Van Camp @ AB: Hoe littekens ons rijker maken
© Piet Goethals

De titel ‘Kintsukuroi’ verwijst naar een Japans begrip dat “restaureren met goud” betekent. Wanneer iemand een porselijnen vaas laat vallen, worden de stukjes weer aan elkaar gelijmd en de breuklijnen met gouden lak bedekt, waardoor het voorwerp nog kostbaarder wordt dan het al was. Bij Spinvis en Van Camp wordt het een metafoor voor mentale littekens: de traumatische ervaringen, die je tijdens je leven oploopt, maken je rijker als mens. ‘Kintsukuroi’ gaat dus over ouder worden, de moeizame aanvaarding van verlies en het omgaan met pijnlijke herinneringen. Pas wanneer de seismoloog als oude man tot het louterende inzicht komt dat hij niet anders kan dan zijn lot te accepteren, worden ook zijn eigen breuklijnen met goud beschilderd.

De tijd stilzetten

In de voorstelling neemt de dynamiek van de beweging het in ruime mate over van het woord. De seismoloog wordt uitgebeeld door Francis Sinceretti, een 72-jarige danser die de door de tijd veroorzaakte ravages als het ware in zijn (nog kwieke) lichaam draagt. Karin Lambrechtse danst de rol van zijn onbereikbaar geworden jonge geliefde. Maar eerder dan de narratieve ontwikkeling van het verhaal aan de dansers over te laten, kozen Spinvis en Saartje Van Camp voor een offstage-verteller. “Ze is niet dood, ze heeft gewoon de tijd stilgezet”, horen we de seismoloog denken. “En door de tijd stil te zetten heeft ze onze liefde behoed voor verval”. Zo krijgen we nog wel meer poëtische, vaak pakkende ontboezemingen te horen. De man is in de ban van “de taal van de aarde” en beschouwt seismologie als taalkunde, als “een vorm van semantiek”. Op haar beurt begrijpt de vrouw “de schoonheid van wiskunde”. Alleen volgen de makers iets te vaak een dubbel spoor dat de kracht van ‘Kintsukiroi’ ondergraaft . Het verbale creëert namelijk afstand en doet afbreuk aan de dramatische spanning van de lichaamstaal.

'Kintsukuroi van Spinvis en Saartje Van Camp @ AB: Hoe littekens ons rijker maken
© Piet Goethals

Spinvis en Van Camp verwijzen in hun composities regelmatig naar vormen en klankkleuren uit de Japanse muziek. De bandleden gebruiken allerlei belletjes en gongetjes en De Jong heeft zich, speciaal voor deze voorstelling, bekwaamd in het bespelen van de koto: een Japans snaarinstrument dat, qua klank, afwisselend aan een gitaar en een harp doet denken. Percussie speelt in de hoofdzakelijk instrumentale stukken een belangrijke rol en dat is niet toevallig: tenslotte heeft Spinvis ooit nog slagwerk gestudeerd. Ook de meerstemmige koorzang ondersteunt de handeling, die overigens niet chronologisch verloopt, maar regelmatig wordt onderbroken door flashbacks, jeugdherinneringen of het door Spinvis vertelde verhaal van de keizer die dermate in de ban is van zijn eigen verbeelding dat hij zelfs met een onzichtbare vrouw in het huwelijk treedt. Maar minstens even veelzeggend in ‘Kintsukuroi’ zijn se stiltes. Een van de mooiste scènebeelden is dat van Sinceretti en Lambrechtse die samen over de dansvloer schuiven, zonder muziek.

Weinig liedjes

Liefhebbers van Spinvis-de-songwriter komen tijdens de voorstelling slechts mondjesmaat aan hun trekken. Er zijn amper twee liedjes te horen waarvan minstens één ,’Goochelaars en geesten’, al jaren bekend is van de gelijknamige cd. De muziek van ‘Kintsukuroi’ is op zich niet slecht, maar ze klinkt veeleer functioneel dan dwingend en is zeker niet van die aard dat we er de cd voor zouden kopen.

Aangezien we een groot respect hebben voor het werk van Spinvis en iedere artiest toejuichen die het aanduft zijn comfortzone te verlaten, zeggen we het niet graag, maar zelf vonden we deze ‘dansopera’ geen onverdeeld succes. Zonder afbreuk te willen doen aan de prestaties van Lambrechtse en Sinceretti, kwam hun bewegingstaal, zeker voor wie de ontwikkelingen in de moderne dans van nabij heeft gevolgd, een beetje kneuterig en oubollig over. Ook structureel deed de voorstelling iets te brokkelig aan. De feestpassage (één van de aangenamere herinneringen van de seismograaf) waarin Spinvis accordeon speelde, stond qua sfeer volkomen haaks op de rest van de voorstelling, en ook het veel te lang aangehouden stukje waarin een zangeres het, toonloos als in een kerkdienst, over “de vrouw onder water” had, klonk ronduit irritant. Een en ander zorgde ervoor dat, althans bij ons, de frustratie het uiteindelijk won van de ontroering.

Toegegeven, deze opera over eenzaamheid, de machteloosheid van de mens tegenover de kracht van de natuur, de ontkenning en uiteindelijke aanvaarding van slecht nieuws, had best wel potentieel. Alleen wist de uitwerking ons voorlopig slechts half te overtuigen. Jammer, maar het is niet anders.

‘Kintsukuroi’ is nog te zien op 30/10 in Oostende (CC De Grote Post) en op 1/11 in Turnhout (De Warande).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content