Van minimalisme naar maximalisme: dat is de weg die Iron and Wine de jongste tien jaar heeft afgelegd. Aanvankelijk was het de folky one man band van de Amerikaanse singer-songwriter Sam Beam, maar in Brussel bleek die inmiddels te zijn uitgegroeid tot een geraffineerd poporkest.
DA GIG: Iron and Wine in Koninklijk Circus, Brussel op 3/6.
IN EEN ZIN: Sam Beam presenteerde zijn songs dit keer in weelderige arrangementen, maar desondanks maakte hij het meeste indruk wanneer hij in zijn eentje op het podium stond.
HOOGTEPUNTEN: ‘Grass Widows’, ‘Monkeys Uptown’, ‘Such Great Heights’, ‘Naked As We Came’, ‘Sodom, South Georgia’, ‘Upward Over the Mountain’, ‘Peace Beneath the City’, ‘The Sea And The Rhythm’…
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE van Sam Beam over de song ‘Naked As We Came’: “‘Ben je wel zeker dat je die song zo wil noemen’, vroeg iemand van de platenfirma destijds. Maar kan ik het helpen dat de meeste mensen een zieke geest hebben?”
Van minimalisme naar maximalisme: dat is de weg die Iron and Wine de jongste tien jaar heeft afgelegd. Aanvankelijk was het de folky one man band van de Amerikaanse singer-songwriter Sam Beam, maar in Brussel bleek die inmiddels te zijn uitgegroeid tot een geraffineerd poporkest.
“It’s OK, you can dance in your chair”, lachte Sam Beam, verwijzend naar het feit dat hij in het Koninklijk Circus voor een zittend publiek speelde. De Texaanse zanger, die opgroeide in Florida en South Carolina en zijn baan als hoogleraar aan een filmschool opgaf om zich voltijds aan zijn muziek te wijden, begon zijn carrière ooit met introverte Americanasongs. Die verrieden niet alleen het oog van een beeldende kunstenaar, maar gaven ook blijk van een literair talent, verwant aan dat van Raymond Carver of Flannery O’Connor.
De jongste jaren heeft de sound van Iron and Wine echter een spectaculaire gedaanteverwisseling ondergaan. Op platen als ‘Kiss Each Other Clean’ (2011) en het onlangs verschenen ‘Ghost On Ghost’ zitten de liedjes verpakt in uitgekiende arrangementen waarin steeds meer echo’s uit jazz, r&b en funk opduiken. Helaas gaat die uitbreiding van het instrumentarium gepaard met een gepolijste easy listeningproductie en tast die overdosis Mr Proper soms de zeggingskracht van de songs aan.
Wij zagen het Belgische concert van Iron and Wine dus met gemengde gevoelens tegemoet, maar gelukkig wisten de nieuwe nummers live meer te overtuigen dan op de jongste cd. De opvallend spraakzame en geestige Beam liet zich dit keer begeleiden door een twaalfkoppige band waarin, naast drie backingzangeressen, ook drie strijkers, drie keurig in het pak gehesen blazers, een bassist, een drummer en een toetsenman figureerden. Het was een line-up die enigszins herinnerde aan Van Morrisons Caledonia Soul Orchestra uit de zeventien.
Sam Beam en zijn orkest serveerden een honderd minuten durende set, goed voor 22 songs, die voor een derde uit nieuw materiaal bestond, maar tegelijk een mooie dwarsdoorsnede bood van zijn hele oeuvre en regelmatig ruimte liet voor verrassingen.
Vingerknippend
De nummers werden elegant ingekleed en versierd met trompet- en saxsolo’s. Het resultaat was gelaagde, psychedelische folkjazz waarin occasioneel latijnse accenten werden aangebracht. Opener ‘New Mexico’s No Breeze’ leunde qua vibe aan bij Lambchop. Het grote verschil is echter dat je Sam Beam, in tegenstelling tot Kurt Wagner, een echte zanger kunt noemen. ‘Carousel’ klonk een beetje barok, terwijl de funky toeters in ‘Kingdom of the Animals’ pijltjes afschoten richting New Orleans.
Toch gingen de muzikanten nooit met de songs op de loop: ieder detail had zijn functie, ook al zorgde dat in ‘Tree By The River’ voor verwarring, toen weemoedige violen het opnamen tegen handclaps en een vingerknippend ritme. ‘Grass Widows’, voorzien van een donkere klankkleur en jazzy piano-uitweidingen, en ‘Belated Promise Ring’, met stotterende kopers en een zoemend orgeltje, wisten je als toeschouwer moeiteloos mee te slepen. Toch waren er momenten waarop er iets teveel seventies softpop à la Jim Croce, Bread, America en The Eagles in het klankbeeld dreigde te sluipen.
Dat was blijkbaar ook Sam Beam niet ontgaan, want op een gegeven moment stuurde hij het grootste deel van zijn band de coulissen in om enkel met pianist en strijkers het fraaie ‘Monkeys Uptown’ (één van de vier nummers uit ‘Kiss Each Other Clean’) nieuw leven in te blazen. Ook het van The Postal Service geleende ‘Such Great Heights’ deed zijn voordeel met die warme, intimistische aanpak.
Vervolgens bouwde Beam een kort akoestisch solosetje in, dat hij aankondigde als “Iron and Wine in buffetstijl”. Voor de fans van het eerste uur was dit wellicht het memorabelste gedeelte van de show. Vooral de aankondiging dat de zanger enkele verzoekjes zou spelen, werd in de zaal op de nodige geestdrift onthaald. ‘Naked As We Came’ en ‘Sodom, South Georgia’ (allebei uit de cd ‘Our Endless Numbered Days’) kregen sobere, subtiele uitvoeringen mee. Ook het oudste nummer uit de set, ‘Upward Over The Mountain’, uit het Iron and Wine-debuut ‘The Creek Drank The Cradle’, dreef op soepele, folky fingerpicking.
Danspasjes
Het laatste deel van het concert werkte Beam met zijn voltallige band af. De blazers, die één voor één gekke danspasjes hadden ingeoefend, lonkten almaar vaker naar jazz en kregen in ‘Caught In The Briars’ en ‘Your Fake Name Is Good Enough For Me’ iets te vaak de gelegenheid om te freewheelen. Zelfs hielden we in ieder gevak meer van het twinkelende ‘Jezebel’, het donkere, uit het hok van ‘The Shepherd’s Dog’ ontsnapte ‘Peace Beneath the City’, de door Motown bestoven softsoul van ‘Lean Into the Light’ en, onze favoriet uit de nieuwe cd, ‘Low Light Buddy of Mine’.
Als enige bis had Sam Beam nog een hypnotiserende soloversie van ‘The Sea and The Rhythm’ in petto. Dit tot grote vreugde van de oudere fans, die het vroege werk van Iron and Wine verkiezen boven het recente.
Natuurlijk is het begrijpelijk dat een artiest, na tien jaar, wel eens wat anders wil proberen, en zelf hebben we de meegebrachte toeters en bellen zelden als storend ervaren. Maar eigenlijk vragen Beams songs weinig opsmuk en bleek in Brussel dat ’s mans vertelkunst zoveel effectiever is wanneer je aandacht niet wordt afgeleid door muzikale tierlantijntjes.
Beam bedankte het publiek tot tien maal toe “for being a lot of fun”. Die bescheidenheid siert hem, maar ere wie ere toekomt: ook zelf had hij menigeen een aangename avond bezorgd.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: New Mexico’s No Breeze / Carousel / Kingdom of the Animals / Tree By The River / Grass Widows / Godless Brother in Love / Belated Promise Ring / Baby Center Stage / Monkeys Uptown / Such Great Heights / Naked As We Came / Sodom, South Georgia / Upward Over The Mountain / Caught In The Briars / Jezebel / Grace For Saints And Ramblers / Peace Beneath The City / Passing Afternoon / Low Light Buddy Of Mine / Lean Into The Light / Your Fake Name Is Good Enough For Me // The Sea And The Rhythm.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier