Foals @ Vorst Nationaal: Dansen en zweten

(archieffoto) © Koen Keppens

Van cultband tot arena-act, in enkele jaren tijd: het is slechts weinigen gegeven. Maar net als Alt-J zijn de heren van Foals erin geslaagd zich uit de underground los te weken en recht de mainstream in te duiken. Live staat het kwintet uit Oxford gelukkig nog steeds garant voor een opwindende show.

DA GIG: Foals in Vorst Nationaal, Brussel op 23/2.

IN EEN ZIN: Het Britse kwintet liet op het podium al zijn duivels los, masseerde de dansspieren en ontketende een futuristische punkfunkstorm die niemand overeind liet.

HOOGTEPUNTEN: ‘Olympic Airways’, ‘My Number’, ‘Mountain At My Gates’, ‘Providence’, ‘Spanish Sahara’, ‘Late Night’, ‘Inhaler’, ‘Two Steps, Twice’.

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE van Yannis Philippakis, net voor het laatste bisnummer: “Come on, let’s blow this place up”.

Foals in Vorst Nationaal? Een misrekening, zo bleek, want op de avond zelf kwamen slechts 2.300 toeschouwers opdagen. Er zat voor de organisatoren dus niets anders op dan, middels enkele kunstgrepen, de zaal zo klein mogelijk te maken, om alsnog zoiets als een clubsfeer te creëren.

Toegegeven, ook wij trokken met gemengde gevoelens naar het concert. Want waar Foals ten tijde van ‘Antidotes’, hun fantastische debuut, nog een pikant soepje brouwden met ingrediënten uit mathrock, punkfunk, artpop en indie-disco, klonken ze op hun vierde cd, het afgelopen zomer verschenen ‘What Went Down’, behoorlijk gestroomlijnd. Dat lag zeker voor een deel aan de ruimtelijke en iets te gladde productie van James Ford, een man die ook al met Florence & The Machine en Mumford & Sons in de studio kampeerde. Maar ook in muzikaal opzicht daagde de groep uit Oxford, die op een plaat als ‘Total Life Forever’ nog volop had geëxperimenteerd met mimimal techno, krautrock en tropical prog, nauwelijks meer uit, alsof ze bang was geworden om haar groeiende fanbase van zich te vervreemden.

Jammer, want Foals hebben al twee nominaties voor de prestigieuze Mercury Music Prize op zak. Bovendien waren het net hun viscerale, soms zelfs primitieve trekjes die hun muziek zo aantrekkelijk maakten. Tijdens de opnamen van hun vorige cd, ‘Holy Fire’, lieten ze zelfs runder- en schapenkarkassen aanrukken, omdat ze, in de geest van de Haïtiaanse voodoo, de beenderen als percussietuigen wilden gebruiken.

Futuristische funk

Op het podium van Vorst werden onze twijfels echter vanaf het openingsnummer de kop ingedrukt. Aan zelfvertrouwen hadden Foals alvast geen gebrek. “We’re gonna have a fucking good time”, beloofde frontman Yannis Philippakis en met ‘Snake Oil’ ­-onweerstaanbaar basmotiefje, gruizige neo-bluessound- zette zijn band er meteen de beuk in. De set was nog geen kwartier bezig toen de band met het stuiterende ‘My Number’ de danslustigen al uitgebreid op hun wenken bediende. Hier viel geen speld tussen te krijgen. Ook de futuristische, hoekige funk van ‘Providence’ of ‘Mountain at My Gates’, de West-Afrikaans aandoende groove van Birch Tree’ en de tribale beats in het voor de rest tamelijk zweverige ‘Give It All’ kregen het publiek moeiteloos in beweging. “Lets’ get some moisture into the room”, stelde Phillipakis voor. In mensentaal: “We zijn vastbesloten er een zweterige bedoening van te maken”.

Dat de groep, occasioneel aangevuld met een zesde man op synth en percussie, daartoe enkele nerveuze nummers uit ‘Antidotes’ in stelling bracht, hielp natuurlijk. Want de urgente ritmen, de borrelende elektronica en de vaak verbluffende interactie tussen de gitaren van Jimmy Smith en zijn zingende collega in nummers als ‘Olympic Airways’ (een knipoog naar de jonge Talking heads) en ‘Balloons’ joegen het adrenalinegehalte in de zaal serieus de hoogte in.

Kangoeroe

Het veerkrachtige ‘Red Socks Pugie’ was zo dartel als een kangoeroe en flirtte zelfs even met ska. Maar net wanneer het allemaal nogal hectisch dreigde te worden, bouwden de heren van Foals enkele fraaie rustpunten in: het even dromerige als intense ‘Spanish Sahara’, versierd met onderhuids tollende elektronica, en ‘Late Night’, dat door Yannis Philippakis nogal cryptisch werd opgedragen aan “all the astronauts and waffle makers”. Smith schakelde hier over op piano, terwijl de zanger de geest van J.J. Cale uit zijn snaren plukte.

Met het overweldigende ‘Inhaler’ vermochten Foals het nog eens uitgebreid de dansspieren te masseren en de toeschouwers vóor het podium in een kolkende mensenmassa te transformeren. Ook met ‘What Went Down’ werd een bescheiden storm ontketend: het was een song als een wervelwind waarin een agressieve tekst werd gekoppeld aan massieve Stooges-riffs.

In ‘Two Steps, Twice’ lieten Foals nog een laatste keer al hun duivels los. Voor Philippakis was dit het signaal om het publiek in te duiken en zijn kunsten als crowdsurfer te demonstreren. Op hun jongste plaat mogen Foals dan al minder briesen en steigeren dan verhoopt, op het podium blijven ze venijnige trappen uitdelen. Mochten ze komende zomer op één van de grote festivals opduiken, neem dan voor de veiligheid maar best een helm mee.

DE SETLIST: Snake Oil / Olympic Airways / My Number / Birch Tree / Give It All / Mountain At My Gates / Balloons / Providence / Spanish Sahara / Red Socks Pugie / Late Night / A Knife In The Ocean / Inhaler // What Went Down / Two Steps, Twice.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content