Flying Horseman @ Handelsbeurs: Gitaren als woekerende slingerplanten

Het Antwerpse Flying Horseman bracht met ‘City Same City’ onlangs zijn uitstekende derde cd uit. Die stelt de groep dezer dagen voor op allerlei binnenlandse podia. En zoals we konden vaststellen in een goed gevulde Handelsbeurs, is dat een wurgend intense gebeurtenis.

DA GIG: Flying Horseman in Handelsbeurs, Gent op 8/11.

IN EEN ZIN: Een concert als een koortsdroom waaruit je, paradoxaal genoeg, met tegenzin ontwaakte.

HOOGTEPUNTEN: ‘Walking’, ‘Lucille’, ‘Landlord’, ‘America is Dead’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

BESTE QUOTE van Bert Dockx: “Doorgaans zeg ik niet veel tijdens concerten, maar één ding wil ik wel kwijt: het is erg fijn weer eens in Gent te spelen. Want dit is de eerste plek waar we, na Antwerpen, een publiek vonden.”

Zanger-gitarist Bert Dockx, ook actief bij Dans Dans, is zonder twijfel een van de interessantste figuren die de jongste jaren in de Belgische muziekscene zijn opgestaan. Met platen als ‘Wild Eyes’ en ‘Twist’ verwierf zijn band Flying Horseman een cultstatus, maar alles wijst erop dat het gezelschap met de dubbelaar ‘City Same City’ hard op weg is om door te stoten naar een breder publiek. Geen geringe prestatie, want Flying Horseman maakt even omineuze als broeierige nachtmuziek, van het type dat je niet meteen met de mainstream associeert.

Dockx mag als paardenmenner nog steeds de zweep hanteren, zijn sextet groeide in de loop der jaren uit tot een (h)echte groep, die in creatief opzicht veel bijdraagt tot de songs. In Gent werd alvast behoorlijk strak gemusiceerd en viel op hoezeer de leden van Flying Horseman op elkaar waren ingespeeld. Met uitzondering van ‘One Note Song’, kwamen alle nummers uit ‘City Same City’ voorbij, precies in dezelfde volgorde als op de plaat. Niet onlogisch, want samen vertellen ze een verhaal waarin een afbrokkelende relatie (“I lost you like a tree in a forest”) wordt weerspiegeld door het verval van een stad (“This city needs a helping hand”).

Sluipweggetjes

Eén en ander wordt verpakt in rusteloze, epische songs die afwisselend verwijzen naar knagende blues, snijdende rock en sombere postfolk. Of vaker nog: een mix van ál deze genres, gespeeld met de attitude van doorgewinterde jazzcats die nooit de meest vanzelfsprekende weg van A naar B kiezen, maar bij voorkeur allerlei sluipweggetjes opzoeken.

Opener ‘City’ riep beelden op van slangen die door het stof kronkelen en van uitgehongerde roofdieren die, tegen de wind in, hun prooi besluipen. De gitaren hielden, net als later in het schuimbekkende ‘We Are Free’, hun kompas op de West-Afrikaanse woestijn gericht, terwijl Bert Dockx zich een weg croonde door de klamme grootstadsjungle en drummer Alfredo Bravo er subtiele roffels tegenaan gooide. De zussen Maieu, bedrijvig op keyboards en allerlei percussietuigen, huilden met hun ijle stemmen dan weer op de mooist denkbare manier naar de maan.

‘We Care’, aangedreven door een onstuimig ritme dat deed denken aan dat van Nick Caves ‘Tupelo’, steunde op een trefzekere baslijn van Mattias Cré, een psychedelisch orgeltje en kregelige gitaren. Opvallend trouwens hoe vernuftig Dockx en Milan Warmoeskerken met hun respectieve verrichtingen op de snaren een veelkleurig vlechtwerk wisten te produceren. In ‘Return’ contrasteerde de relatieve onschuld van een xylofoontje heftig met de spanningsbogen die door de andere instrumenten werden opgeroepen. En ook in ‘Lucille’ grepen de catchy gitaarmotiefjes als woekerende slingerlanten om zich heen.

Prikkeldraad

Dat Flying Horseman in staat is ingehouden en met veel gevoel voor nuance te spelen, bleek uit trage, dromerige songs als ‘Walking’ en ‘Stories’. Maar net zo vaak werden in de Handelsbeurs innerlijke demonen uitgedreven en duivels ontbonden. Het in roestige prikkeldraadriffs gewikkelde ‘Hardcore’ -kolkend, om de haverklap deraillerend- zette de toeschouwers op het verkeerde been door afwisselend te vertragen en te versnellen. ‘Landlord’ klonk zelfs nog huiveringwekkender: door een denkbeeldig raam zagen we op hoogspanningskabels een zwerm zwarte kraaien neerstrijken, terwijl de groep aan een soundtrack bouwde vol geknetter van statische elektriciteit en explosies van landmijnen. Vaak beperkten de muzikanten zich tot louter ‘bruitage’, maar ook dat miste zijn effect niet.

De enige wat oudere nummers in de set, werden tot de bissen opgespaard. Eerst kregen we ‘Twist’, de wilde verklanking van een “sweet apocalypse”, en tot slot plukte Bert Dockx uit zijn solo-ep ‘Navigate’ het fraaie ‘America is Dead’, dat van een lyrische gitaarinleiding was voorzien en waarin Loesje en Martha Maieu op vocale wijze enkele spoken tot leven wekten.

Een concert als een koortsdroom waaruit je, paradoxaal genoeg, met tegenzin ontwaakte. Klapwiekt Flying Horseman ergens in uw buurt, ga dan zeker kijken. En moet u van ver komen, ga dan ook. Want deze band is de verplaatsing méér dan waard.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: City / We Care / Walking / Return / Lucille / Sleeping Room / Landlord / We Are Free / Hardcore / Stories / Same City // Twist / America is Dead.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content