EuroSonic 2013, deel 2: Trixie Whitley maakt indruk

© Belga

Ook tijdens de slotdag van EuroSonic struikelde je letterlijk over de jonge bandjes en artiesten, die allemaal op zoek waren naar een internationaal publiek. Uiteraard zullen veel van die beloften weer geruisloos verdwijnen, maar met Trixie Whitley zagen we alvast een blijver aan het werk.

Wie in Groningen zijn eigen festivalparcours wilde uitstippelen, stond voor een moeilijke opdracht. Want door de veelheid aan podia en simultane optredens, stond je vaak voor verscheurende keuzes. Omdat we niet op twee plaatsen tegelijk konden zijn, lieten we de concerten van de onlangs door 4AD ingehaalde Indians, de Berlijnse krautrockers van Camera, het Schotse Chvrches en de Ierse Villagers met tegenzin aan ons voorbij gaan. Ook de meeste Belgische groepen, die op veel belangstelling van buitenlandse muziekprofessionals konden rekenen, lieten we, wegens al vaker gezien, noodgedwongen links liggen. Wat we dan wèl uit het overweldigende aanbod pikten? U leest het hieronder.

TRIXIE WHITLEY

Hooggespannen verwachtingen voor de Gents-Amerikaanse Trixie Whitley die, na honderden optredens en een plaat met Daniel Lanois en Black Dub, op 11 februari eindelijk haar solodebuut ‘Fourth Corner’ uitbrengt. We zagen haar in Groningen tweemaal aan het werk: één keer solo in een platenzaak, en één keer in de Stadsschouwburg, waar ze zich liet begeleiden door haar van dEUS bekende oom Alan Gevaert op bas en Frederik Van den Berghe op drums. Trixie voelt zich een beetje ongemakkelijk op showcasefestivals en had telkens met technische problemen te kampen, maar haar soulvolle zangstijl en haar bluesy, soms naar abstractie neigende gitaarspel maakten niettemin indruk. In ‘Gradual Return’ en het in haar eentje gebrachte ‘Oh, the Joy’ kreeg je het gevoel dat ze de strijd aanbond met een stel innerlijke demonen. Ook wanneer ze aan de piano plaatsnam (‘Pieces’, ‘Breathe You’) klonk ze gedreven en intens. Mocht vader Chris Whitley dit nog hebben meegemaakt, dan zou hij ongetwijfeld trots zijn geweest.

PALMA VIOLETS

Het Britse blad NME bombardeerde hun single ‘Best of Friends’ al tot beste track van het voorbije jaar en de BBC gaf hen een plek op haar Sound of 2013-lijstje. Je voelt de hype dus al van ver aankomen: de Londense Palma Violets zijn ’this year’s Vaccines’, het bandje dat weer eens de rock-‘n-roll moet redden. Dat werd enkele jaren geleden ook al geroepen over The Libertines en Arctic Monkeys, maar aangezien hipsters en media vooral de trein niet willen missen, liep de Vera-club afgeladen vol. En ja hoor, zanger-gitarist Sam Fryer en bassist-zanger Chilli Jesson beschikten over de branie en de attitude, de energie en de achteloze nonchalance waar talloze Britse groepen hun ’15 minutes of fame’ uit puren. Palma Violets speelden luid en rammelend, combineerden rafelige riffs met een psychedelisch orgeltje uit opa’s garage, maar nieuw of prikkelend klonk het nérgens. Op ‘Best of Friends’ na hoorden we tijdens EuroSonic geen echt memorabele songs voorbij komen. Afwachten dus of hun debuut-cd ‘180’, uit op 25 februari, ons alnog op andere gedachten brengt.

EWERT AND THE TWO DRAGONS

Het Leuke aan EuroSonic is dat het programma ook plaats ruimt voor groepen uit Europese landen die minder gemakkelijk aandacht krijgen. Zo mochten Ewert and the Two Dragons, het belangrijkste exportproduct uit Estland, er al voor de tweede keer aantreden. Het Baltische gezelschap heeft, met zijn tweede cd ‘Good Man Down’ dan ook een opmerkelijke internationale veroveringstocht achter de rug, wat in Groningen beloond werd met een EBBA-award. Ewert Sundja en zijn vrienden schrijven uitstekende songs, die het midden houden tussen indie en folkrock: voornamelijk akoestisch, met fraaie, meerstemmige samenzang en intrigerende ritmen. Live wordt het kwartet aangevuld met drie blazers, die de liedjes soms een barok tintje geven. Ewert and the Two Dragons speelden al enkele keren in ons land, maar hebben net nog dat ene zetje nodig dat hen bij ons tot een mainstream-act kan doen uitgroeien. Subtieler dan Mumford & Sons en talloze andere Britse combo’s die je dag in dag uit op de radio hoort. Dus, yep, er broeit wat in Talinn.

ELEPHANT

Bij het horen van de term ‘dreampop’ denk je meteen aan Beach House. Maar ook het Britse duo Elephant, dat zijn naam onleent aan een cd van The White Stripes, past in het hokje. Een zacht voor zich uit mijmerende zangeres, ijle synths, een sierlijk uitwaaierend gitaartje, een drummachine: in songs als ‘Golden’, ‘Ants’ of ‘Skyscrapers’ konden alle ingrediënten probleemloos worden afgevinkt. Het verschil is dat Elephant (live een kwartet) occasioneel ook putte uit de shoegaze- en girl grouptradities en niet vies was van wiegende popdeuntjes. Niet alles was briljant: op het podium durfde de muziek wel eens te kabbelen, maar het groeipotentieel wás er en de fragiele stem van Amelia Rivas, een dame met Franse roots, suggereerde alvast het nodige mysterie. Na enkele singles en de ep ‘Assembly’ zien we de eerste langspeler van dit slurfdier dus toch met een zekere nieuwsgierigheid tegemoet.

FENSTER

Het Berlijnse trio Fenster debuteerde eind 2011 met ‘Bones’, een veelzijdige cd waarop zijn minimalistische lofi-songs en intieme slaapkamerpop werd verpakt in ongewone instrumentaties en aangevuld met verrassende geluidseffecten. Centraal staan de Duitse Jonathan Jarzyna en New Yorkse JJ Weihl, die allebei zingen, verantwoordelijk zijn voor de songs en om de haverklap van instrument verwisselen. Fenster maakt melodieuze slowcore met folk- en garage-invloeden die nu eens gedomineerd worden door grooves, dan weer door dromerige gitaar- of banjoloopjes, xylofoons, muziekdozen en man-vrouwdialogen. Fenster toonde zich de verbindende schakel tussen Mazzy Star en Galaxie 500, maar schrok er niet voor terug zijn weemoedigste liedjes van frivole handclaps te voorzien.

BROKEN TWIN

De Deense Majke Voss Romme bracht onlangs, onder het pseudoniem Broken Twin, de ep ‘Hold on to Nothing’ uit: een verzameling persoonlijke, soms wat desolate fluisterliedjes over het moeizame proces van het volwassen worden. Live klonken de nummers soberder en afgeklovener dan op de plaat. Dat komt omdat de chanteuse, die ook keyboards speelde, op EuroSonic enkel op viool en electronica werd begeleid door haar van Under Byen bekende levensgezel Nils Gröndahl. De set baadde overwegend in tristesse en melancholie en door de introspectieve teneur van de songs leek het soms alsof Broken Twin in zijn eigen luchtbel opereerde. Maar met ‘Out of Air’ en het van Tim Hardin geleende ‘Reason to Believe’ wist het duo uit Aarhus toch naar de keel te grijpen.

Dirk Steenhaut

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content