Artiest - Drain Gang
Locatie - Botanique
Zo apathisch de rappers van Drain Gang zich opstelden, zo gewillig smulde het publiek van hun ijzige, afstandelijke hiphop die met één been in de alternatieve popmuziek stond.
Qua naambekendheid kan Drain Gang nog niet tippen aan boybands als One Direction en BTS, maar het Zweedse collectief spreekt een even geobsedeerde niche aan. Tickets voor hun show gingen in amper een uur de deur uit. Aan de zaal was een aparte wachtrij opgesteld speciaal voor hun merchstand, want Drain Gang staat erom bekend ook veel met mode bezig te zijn. In het Brusselse kon je meteen zien wie naar de hoofdstad was gekomen voor de melancholische rappers (Hint: het was iedereen die eruit zag als een animepersonage).
Die boybandachtige verafgoding van Drain Gang kan enigszins verrassend lijken wanneer je hun muziek luistert. De kille synths, deprimerende teksten, extreme autotune en apathische uitstraling van de groepsleden zijn andere koek dan wat Backstreet Boys destijds bracht. Toch deelt Drain Gang enkele trekjes met de jongensgroepen van weleer. Zo heeft elk lid zijn eigen functie binnen het collectief: Bladee is de leider van het groepje, Ecco2k is de sensuele jongen en Thaiboy Digital de stoere. Bovendien hecht de groep zoals gezegd ook veel belang aan hun outfits. En de laatste jaren is het geluid van Drain Gang wat toegankelijker geworden, met steeds meer knipogen naar pop en dance die de zwartgallige hiphop van wat kleur voorzien.
Jumpstyle
Dat laatste kwam ook naar voren in hun keuze van voorprogramma. Opwarmer van dienst was de Zweedse dj Varg²™, vroeger gewoon Varg, tot hij aangeklaagd werd door een metalband met dezelfde naam. Hij vroeg Bladee en Ecco2k al meermaals om op zijn tracks te zingen, dus voor de fans was hij geen onbekende naam. Aanvankelijk leek het er ook op alsof Varg wat makkelijk probeerde te scoren bij het Drain-publiek, door voornamelijk zijn samenwerkingen met Bladee te draaien. Ook Afghanistan van boezemvriend Yung Lean werd in een hardcoreversie op het publiek afgevuurd.
Gelukkig bleek gaandeweg dat Varg meer van plan was. Zijn stijl wordt vaak omschreven als ‘techno voor mensen die niet van techno houden’, maar in de Botanique koos hij radicaal voor de kaart van de hardcore. Doorheen de set mochten de beats per minute steeds hoger en de beats steeds vettiger, en er sloop zelfs een streepje jumpstyle in de set. Hoogtepunt was een chaotische herwerking van Last Resort van Papa Roach, waarmee de spieren klaargestoomd werden om rond te springen tijdens Drain Gang.
Spoken op het podium
Ook de hoofdact liet er geen gras over groeien. Zonder veel poespas kwamen de rappers samen met dj Whitearmor het podium op en zetten ze Western Union in, meteen een van hun hardere nummers. Wie op voorhand niet wist hoe de rappers eruit zien, zal in de Botanique niet veel wijzer geworden zijn. Qua lichtshow werd er vooral voor veel stroboscopen gekozen en de artiesten bewogen zich als schimmen over het podium terwijl ze hun atmosferische hiphop voor zich lieten spreken.
Ecco2K toonde zich nog het meest als een sensueel feestbeest, terwijl Bladee en Thaiboy Digital hun apathische zelf bleven. Ze stelden zich wel iets energieker op dan op hun albums, maar ook niet veel meer. Ook aan publieksinteractie werd ook niet gedaan. Aan een moordend tempo joeg het collectief er zo’n kleine dertig nummers door, zonder even pauze te houden om het publiek te danken.
Niet dat dat iemand iets kon schelen. Zo apatisch het er soms op het podium aan toe ging, zo euforisch was het publiek in de zaal. Elk nummer werd op luid gejoel onthaald, nummers als Obedient en Be Nice 2 Me nodigden uit tot zweterige moshpits, en minstens de helft van de nummers werd woord voor woord meegezongen. Veel moeite moest Drain Gang niet doen om op handen gedragen te worden. Het publiek mocht dan wel kleiner zijn dan dat van pakweg Harry Styles, qua intensiteit moest het niet onderdoen.
Gevarieerde apathie
Om zo’n minimalistische show te doen werken, moet je fundering erg goed zitten. De grote kracht van Drain Gang is dat elk groepslid een gemeenschappelijke sound deelt, maar er elk z’n eigen ding mee doet. Zo zorgde Ecco voor de meest emotionele momenten, met bijvoorbeeld het betoverende In the Flesh, het smachtende Calcium of met Drain-anthem Peroxide. De stoere Thaiboy zorgde met bangers als I’m Fresh dan weer voor de hardste moshpits. Bladee, die met voorsprong de meest uitgebreide discografie van de drie heeft, zorgde ook voor de meeste afwisseling. Zo was Who Goes There een ijskoude hiphopknaller, terwijl Girls Just Wanna Have Fun (helaas, geen Cyndi Lauper-cover) als een feeëriek popnummer klonk. En met God, een samenwerking met dancepopproducer Mechatok, zorgde hij ook voor de meest dansbare beat. Mocht je nog niet overtuigd zijn dat Drain Gang met één been in de hedendaagse popmuziek staat: als afsluiter brachten Bladee en Ecco een herwerking van hun eigen Vanilla Sky, gemixt met Stay van The Kid Laroi. Die laatste maakt momenteel furore met een opgekuiste, hypercommerciële variant op de emorap waarvan Drain Gang zichzelf pionier mag noemen.
Nieuwe zieltjes zal Drain Gang in de Botanique niet gewonnen hebben. Niet alleen omdat de tickets meteen de deur uit waren en er dus enkel grote fans naar hun idolen kwamen kijken, ook omdat de show simpelweg te afstandelijk en ontoegankelijk was om ongelovigen te converteren. Wie op voorhand echter al helemaal mee was in het Drain Gang-verhaal, kreeg een sneltrein vol emotionele en euforische nummers over zich heen. Bovendien is die apathie zo’n essentieel deel van hun sound, dat we het niet anders hadden willen zien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier