Connan Mockasin @ ABBox: Kunnen maar niet willen

Hij kreeg al schouderklopjes van Radiohead en werkte samen met Charlotte Gainsbourg, maar eigenlijk vertoeft Connan Mocksasin het liefst in zijn eigen universum. Helaas ging zijn AB-show glorieus de mist in.

DA GIG: Connan Mockasin in ABBox, Brussel op 30/1.

IN EEN ZIN: Al te vaak klonk de muziek richtingloos en gedesoriënteerd, alsof Mockasin ’s nachts ergens in een woestijn was gedropt en nu maar zijn weg moest zien te vinden met een onklaar geraakt kompas.

HOOGTEPUNTEN: I’m the Man that Will Find You’, ‘It’s Choade My Dear’ en ‘I Wanna Roll With You’

DIEPTEPUNTEN: Stukken en brokken van bijna alle andere nummers.

BESTE QUOTE: “Ik heb al vaker met jullie samen gezongen. Ik weet dus dat jullie hier in Brussel goeie stemmen hebben. Mannelijke en vrouwelijke. Al een idee wat ik jullie nu ga vragen?”

Hij kreeg al schouderklopjes van Radiohead en werkte samen met Charlotte Gainsbourg, maar eigenlijk vertoeft Connan Mocksasin het liefst in zijn eigen universum. Helaas kwam de excentrieke Nieuw-Zeelander in de AB zo gemakzuchtig voor de dag, dat zijn show glorieus de mist in ging.

Zoals Obélix ooit in een bad met toverdrank viel, kreeg Connan Mockasin -of Connan Tant Hosford, voor wie al eens in zijn paspoort heeft geneusd – kort na zijn geboorte een overdosis hallucinogenen in zijn bloedbaan gespoten. Tenminste: die indruk krijg je wanneer je de geblondeerde en volledig in het wit geklede muzikant op het podium ziet staan. De dertigjarige kiwi uit Wellington leeft duidelijk in een andere werkelijkheid dan de meeste stervelingen en dat maakt, tot op zekere hoogte, ook zijn charme uit.

Mockasin debuteerde in 2011 met ‘Forever Dolphin Love’, een even speelse als bevreemdende plaat waarop hij flarden psychedelia, progrock, lounge, spacejazz en r&b aan elkaar laste tot een retrofuturistische trip waar je hoofd binnen de kortste keren van aan het tollen ging. De artiest gedroeg zich in de studio als een kind in een snoepwinkel, liet zijn creativiteit en exploratiedrang door niets of niemand afremmen en riep met klank een surrealistische wereld op die voor die in ‘Alice in Wonderland’ niet hoefde onder te doen. Op opvolger ‘Caramel’, vorig jaar opgenomen in een hotelkamer in Tokio, werden de extremen in zijn muziek zo mogelijk nog sterker in de verf gezet.

Heliumstem

Tijdens zijn concert in de AB nam Connan Mockasin regelmatig een slok van een fles wijn, maar naar zijn onwereldse glimlach te oordelen, had hij wellicht ook al andere chemische substanties achter de kiezen. Hij liet zich bijstaan door een vierkoppige band, wat meteen in een ontspannen, ietwat spaced-out geluid resulteerde. De artiest kwam op, keek op zijn spiekbriefje en informeerde of er een zekere Lucy in de zaal was. Zat hij met zijn hoofd al “in the sky with diamonds”? De korte intro, die nergens naartoe ging, suggereerde alvast van wél. Met het traag voortkabbelende, zij het wat contourloze ‘Do I Make You Feel Shy?’, gaf Mockasin aan dat hij niet alleen een geestesgenoot is van prettig gestoorde figuren als Ween en Ariel Pink, ook het werk van Prince is blijkbaar niet onopgemerkt aan hem voorbij gegaan. Want in ‘Why Are You Crying?’, waar kunstmatig gesnik haast onmerkbaar overging in orgastisch gehijg, herinnerde zijn in acid blues gedrenkte gitaarspel al net zo nadrukkelijk aan de periode van ‘Purple Rain’.

Het gulle gebruik van vervormingsapparatuur kon helaas niet verhullen dat Connan Mocksin eigenlijk voor geen meter kan zingen. ’s Mans onvaste heliumstem en zijn achteloze theatraliteit begonnen ons na een poosje dan ook behoorlijk op de zenuwen te werken. Wat op zijn cd’s nog sensueel en verleidelijk klonk, kreeg op het podium een dermate hoog cartoongehalte dat we in ons boekje bij herhaling het woord ‘potsierlijk’ neerkrabbelden.

‘It’s Choade My Dear’ was zweverige pop die haast net zo licht uitviel als de kleurige ballonnen die vanuit de zaal naar het podium werden gedreven, al moet gezegd dat de drummer en de bassist hun uiterste best deden om hun frontman met beide voeten op de grond te houden. ‘I’m The Man That Will Find You’ (in Brussel getransformeerd in ‘I’m The Man That Will Fuck You’) diende zich aan als zacht wiegende funk, ‘I Wanna Roll With You’ werd op een triphopbeat geplant en het door een ijl orgeltje aangezwengelde ‘Caramel’ bleek catchy genoeg om de toeschouwers aan het zingen te krijgen. Al te vaak klonk de muziek echter richtingloos en gedesoriënteerd, alsof Mockasin ’s nachts ergens in een woestijn was gedropt en nu maar zijn weg moest zien te vinden met een onklaar geraakt kompas.

Nonchalance

Tijdens de bissen verscheen een Japanse deerne ten tonele die de artiest, net als op de jongste plaat, ad nauseam bedankte voor zijn artistieke prestatie (“Thank you , Connan”, x 1000) en met hem een beetje dolde onder een witte bedsprei. De avond werd besloten met het lang uitgesponnen, proggy ‘Forever Dolphin Love’. Mockasins gitaarspel deed hier opvallend abstract aan en stak zelfs snaarvirtuozen als Robert Fripp en Sonny Sharrock naar de kroon.

Maar ondanks die occasionele opflakkeringen van genialiteit, ging zijn set te vaak gebukt onder een aan slordigheid grenzende nonchalance. De Nieuw-Zeelander stond op het podium met een je m’en foutisme dat ons aan wijlen Kevin Ayers deed denken. Frustrerend, zeker omdat Connan Mockasin eerder al met een live-cd bewees tot zoveel méér in staat te zijn. Willen maar niet kunnen is in artistieke kringen een vaak voorkomend euvel. Mockasin daarentegen gaf je het gevoel dat hij het wel kón, maar het om één of andere duistere reden niet wilde. Een tenenkrommende vorm van gemakzucht die, vreemd genoeg, bij een deel van het publiek zelfs in goede aarde viel. Maar dat zal wel aan die afgeprijsde paddo’s hebben gelegen.

Dirk Steenhaut

DE SETLIST: Intro / Do I Make You Feel Shy? / Faking Jazz Together / It’s Choade My Dear / Why Are You Crying? / Caramel / I’m The Man That Wil Find You / ? // It’s Your Body 5 / I Wanna Roll With You / Forever Dolphin Love.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content