Ook in tijden van synths en computers zijn er nog altijd bands die, wars van alle modes en trends, blijven zweren bij het oerinstrument van de rock-‘n-roll. Wie een kaartje voor het Built to Spill kocht, kreeg meteen toegang tot ‘Guitar Heaven’. En dus stak er in Antwerpen een zware decibelstorm op.
DA GIG: Built to Spill in Trix, Antwerpen op 24/11.
IN EEN ZIN: Van beknopte, catchy popsongs tot lange, epische gitaarspinsels, Built to Spill speelde een set met een hoge opwindingsgraad.
HOOGTEPUNTEN: ‘Virginia Reel Around the Fountain’, ‘Broken Chairs’, ‘C.R.E.B’, ‘Living Zoo’, ‘Never Be the Same’, ‘Untrustable/Part 2’…
DIEPTEPUNTEN: geen.
QUOTE: Doug Martsch liet op het podium vooral zijn vingers spreken.
Na de afgelaste optredens van Deerhunter en Majical Cloudz in Brussel, dat er al een week als een bezette stad bij ligt, was het een verademing nog eens een regio aan te doen waar ‘slechts’ dreigingsniveau 3 heerste en het gemeenschapsleven onverdroten doorging. Trix stond weliswaar onder politiebewaking, maar de dictatuur van de terreur had er het concertwezen tenminste nog niet lam gelegd. Borgerhout liet zich niet intimideren en daar mochten we blij om zijn. Het Amerikaanse Built to Spill, dat een dag eerder overigens gewoon in Parijs speelde, tekende er voor een even energieke als bevrijdende show die je daarna met opgeladen batterijen de nacht in stuurde.
We hadden dan ook niet met een beginnersclubje te maken. Built to Spill, afkomstig uit Boise, Idaho, weet al ruim 23 jaar stand te houden zonder noemenswaardige radiohits. De enige constante in de groep is zanger-gitarist Doug Martsch, een melancholische veertiger die ook de meeste songs uit zijn pen knijpt. In april verscheen, na een hiaat van bijna zes jaar, ‘Untethered Moon’, de achtste langspeler van het gezelschap. Martsch geeft toe dat hij, na ‘There is No Enemy’ uit 2009, zijn gevoel voor richting enigszins kwijt was. Hij nam sindsdien nog wel een andere plaat op, die hij binnenskamers hield wegens “niet goed genoeg”, maar vandaag klinkt de man weer net zo consistent als we dat van hem gewend zijn.
In Trix liet de kalende artiest zich bijstaan door een compleet nieuwe ritmesectie, met Jason Albertini op bas en Stephen Gere op drums. Het enige andere vertrouwde gezicht op het podium was gitarist Jim Roth. Brett Netson liet dit keer verstek gaan om familiale redenen: volgens Martsch was hij net grootvader geworden.
Onvoorspelbaar
Tijdens zijn haast twee uur durende passage in Antwerpen putte Built to Spill uit zo goed als zijn hele discografie, maar de zanger was wel zo eigenzinnig enkele publieksfavorieten onaangeroerd te laten. Voorspelbaarheid komt sowieso niet in Martsch’ woordenboek voor. Dat verklaart waarom de sets van de groep avond na avond zo drastisch van elkaar verschillen. De aftrap werd gegeven met ‘Strange’, uit het bijna vijftien jaar oude ‘Ancient Melodies of the Future’ en tijdens het eerste half uur ging Built to Spill nog veel verder terug in de tijd, met het springerige ‘Distopian Dream Girl’ (uit ‘There’s Nothing Wrong With Love’) en het zinnenprikkelende ‘Time Trap’ (uit ‘Keep It Like A Secret’).
Bij Doug Marsch kun je rustig stellen dat zijn elektrische gitaar het verlengstuk is van zijn ziel. Want het zijn vooral zijn expressieve solo’s die ieder concert van Built to Spill tot een belevenis maken. Zeker, ’s mans speelstijl is beïnvloed door J. Mascis van Dinosaur Jr en diens grote voorbeeld Neil Young, met wie Martsch zijn hoge nasale zangstem gemeen heeft. Toch heeft hij meer dan genoeg eigenheid in huis om niet als een acoliet te worden weggezet.
Stel dat de muzikant morgen wakker wordt en vaststelt dat hij zijn spraakvermogen kwijt is, dan nog kun je er donder op zeggen dat hij via de snaren zal blijven communiceren. Met een arsenaal pedaaltjes weet hij zijn instrument alle denkbare geluiden te ontlokken, al verliest hij zich nooit in gratuite effectjagerij. Zijn capriolen staan altijd ten dienste van het materiaal: de ene keer beknopte, catchy popsongs, de andere keer met zorg opgebouwde, epische nummers zoals ‘Untrustable/Part 2’, die een reis door een steeds wisselend landschap suggereren.
Ongedurig
Uiteraard werd in Trix met een zekere regelmaat geput uit het nieuwe ‘Untethered Moon’. ‘Living Zoo’, over het dierlijke in de mens, en ‘On the Way’ stuiterden een eind weg, het op ingenieuze motiefjes drijvende ‘C.R.E.B.’ bleek nú al een classic in wording en ook ‘Never Be the Same’, met een basloopje dat weggelopen leek uit en Al Green-song, zou in een rechtvaardige wereld, minstens drie maal daags uit iedere transistorradio knallen. Maar occasioneel vielen er tijdens de set ook rustpunten te noteren, zoals ‘The Wait’ en het fraaie ‘Stab’, al school er in dat laatste zoveel ongedurigheid dat het toch weer met een explosie eindigde. Tussendoor waagde Built to Spill zich aan geslaagde covers van David Bowie (‘Up the Hill Backwards’) en The Halo Benders, een nevenproject dat Doug Martsch er ooit op na hield met Calvin Johnson van The Beat Happening (het ronduit fantastische ‘Virginia Reel Around the Fountain’).
Tijdens de bissen volgden nog een stormachtig ‘So’ en één van de absolute piekmomenten van de set: het lang uitgesponnen maar geen seconde vervelende ‘Broken Chairs’, waarin Martsch in ‘gitaristiek’ opzicht nog eens de puntjes op de i zette. Goed, hipsters zullen wellicht neerkijken op het tijdeloze idioom waar Built to Spill zich van bedient, maar tegen de emotionaliteit en de opwindingsgraad van zijn concert in Trix viel volstrekt niets in te brengen. Wat maar weer eens bewijst dat je ook met scherp kunt schieten, zonder dat er gewonden hoeven te vallen.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Strange / Living Zoo / Distopian Dream Girl / Time Trap / Untrustable/Part 2 (About Someone Else) / On the Way / The Wait / Up The Hill Backwards / In Your Mind / C.R.E.B. / Gone / Stab / Never Be The Same / Virginia Reel Around The Fountain / ? // So / Broken Chairs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier