Boomtown, Dag 1: Sterren gaan, sterren komen

Zelfs in de afsplitsing stadsfestivals is Boomtown één van de kleinere broertjes op de Vlaamse stamboom zomerfestivals. Maar hun mouw zit vol troeven. Een kleine, maar heel fijne line-up, en als locatie de Kouter, het mooiste, Gentse plein van de hele wereld. De spits werd er afgebeten op een zonnige nationale feestdag.

Wie het plein van Boomtown betreedt doet dat onder de woorden ‘sterren komen’. Dit zijn de eerste Feesten zonder de Gentse stadsheld van Gorki, maar vanuit het hiernamaals zal Vos vast en zeker beamen dat het goed zit.

Dat was althans onze gedachte bij de verschijning van Chantal Acda, die u kent van Isbells, of Sleepingdog, of Marble Sounds, of gewoon van zichzelf. De naar Vlaanderen uitgeweken Nederlandse schaaft al enkele jaren aan wat men tot ver buiten Leuven een behoorlijk indrukwekkend oeuvre mag noemen. In september komt daar een hoofdstuk bij met The Sparkle in our Flaws, een plaat waaruit Acda deze avond, naar eigen zeggen, enkele songs ‘ging proberen spelen’.

Ze werd daarbij geflankeerd door een vijfkoppige band, met onder meer Alan Gevaert (dEUS, Trixie Whitley) op bas, echtgenoot Eric Tielemans op drums (de zuinigste slagwerker, en de stilste cymbalen, ter wereld), en een meneer op viool die luistert naar de naam Peter Broderick.

Broderick is het type multi-instrumentalist die met een microfoon, een sampler en een kaasschaaf meer bereikt dan Kanye West met negen producers, een aanwinst voor iedere groep die zich gelukkig prijst met zijn aanwezigheid. Vraag maar aan Efterklang, M. Ward, Horse Feathers of Nils Frahm.

Brodericks interventies op viool en melodica, of gewoon beatboxend in de microfoon, slaand op een tafel, lieten speelsheid en verrassing bloeien in de songs van Acda, die (misschien al te) vaak de kaart van de melancholie trekt. Toen Duyster te Studio Brussel er de stekker uit trok in juni stuurde ze ter bedanking een bos bloemen naar Ayco. Moet daar een tekeningetje bij?

Desalniettemin, Chantal Acda zorgde op Boomtown voor de mooiste minuten gemusiceerde stilte tot nu toe op deze Feesten, en elke Gentenaar weet hoe kostbaar die zijn. 18 september, noteer die datum.

Andere koek bij Great Mountain Fire. Mogen we kort zijn?

‘Hey, Belgium!’, riep zanger Thomas de Hemptinne ergens aan het begin tegen de Kouter. Beetje vreemd, toch, voor een Brusselaar. Toch?

Akkoord, Brussel heeft meer internationale allure dan Wingene, maar een hippe zonnebril op je neus geeft je niet de permissie om je afkomst te vergeten. Toch? GMF is, net als hun thuishaven, een bont allegaartje, en daar is niks mis mee. Alleen bespeurden we chemie noch sterke songs op het podium. Ergens tussen Vampire Weekend, Phoenix en Mano Negra bleek nog parkeerplaats vrij. Maar dat is nog geen reden om er te blijven staan.

‘Belgium, dit is de laatste nummer’, riep de zanger bij het, jawel, laatste nummer. Gent stond er bij en keek er naar.

Wat GMF probeert is waar Unknown Mortal Orchestra in slaagt. Funk, rock en psychedelica circa 1967-68 tot een geloofwaardig geheel smelten.

In 2007, acht jaar geleden, was de wandelende drugszombie Sly Stone op bezoek op Gent Jazz; het ‘necessary evil’ waar UMO-frontman Ruban Nielson vanavond over zong, bleek de achillespees van Sly z’n family affair. De funk is fun, tot de naalden in het ritme steken.

‘Fuzzy in hi-fi! Of super-fi, voor mijn doen’, noemde Nielson z’n nieuwe album, en gelijk heeft ie. Fuzzy, zo klonk de eerste helft van UMO op de Kouter, maar behalve de koppeltjes met een ‘Life Is Music’-badge op de revers trok niemand er zich wat van aan.

Ergens tussen d’Angelo en Jamie Lidell loopt een Nieuw-Zeelandse breuklijn. Niks schokkend, maar wel plezant. Eind dit jaar mag u singles als Multi-Love en Can’t Keep Checking My Phone bovenaan ons lijstje zien wedijveren met Kendrick Lamar en co. Amen.

Wanneer de bezoekers van Boomtown het plein verlaten doen ze dat onder de woorden ‘sterren gaan’. En Vos zag dat het goed was. Amen.

Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content