Big Thief ging in de Botanique ongestraft met ons hart aan de haal

Big Thief

Big Thief schreef één van de onwaarschijnlijkste succesverhalen van de jongste jaren, met als sleutelwoorden: onverzettelijkheid en een niet te stuiten arbeidsethiek. In een uitverkochte Botanique toonde het viertal dat je ook met verstilde indiefolk een groot publiek kunt aanspreken.

DA GIG: Big Thief in de Orangerie van Botanique, Brussel op 28/5.

IN EEN ZIN: Een set vol intense en dromerige folkrocksongs-met-weerhaakjes.

HOOGTEPUNTEN: Cattails, Orange, Real Love, Shark Smile, Mythological Beauty, Contact…

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE van Adrianne Lenker: ‘I can’t believe you didn’t leave’ (nadat het publiek minutenlang om een bis was blijven schreeuwen).

Sinds Big Thief in 2016 debuteerde met Masterpiece is het gezelschap bijna onafgebroken op tournee geweest. De leden van het kwartet hebben dezer dagen zelfs geen vaste verblijfplaats meer.

Maar waar de meeste muzikanten in zo’n situatie elkaar doorgaans naar het leven beginnen te staan, heeft het voortdurende rondreizen zangeres Adrianne Lenker en haar vrienden net nog dichter bij elkaar gebracht. Ze voelen elkaar zo goed aan dat ze zich niet langer als een groep beschouwen, maar als een organisme. En ook al is hun aanhang enorm gegroeid, tot nu toe weten ze moeiteloos aan de verleiding te weerstaan hun muziek gestroomlijnder of lichter verteerbaar te maken.

Op hun pas verschenen derde langspeler U.F.O.F. klinken de songs zelfs nog zachter, intiemer en meditatiever dan voorheen. De plaat werd live opgenomen in een blokhut in het landelijkste gedeelte van Washington en dat is geen toeval, want Big Thief is gefascineerd door de natuur en het bovennatuurlijke. In de songs worden voortdurend dieren opgevoerd, van honden en duiven tot kevers en wormen, maar er zit ook een uitgesproken mystieke component in. Adrianne Lenker zoekt verbinding met het kosmische en voert daarbij een lange rij personages op, die allemaal facetten van haar eigen persoonlijkheid symboliseren. Tegelijk laat ze in haar teksten, waar ze regelmatig seksuele en andere trauma’s aanraakt, veel ongezegd.

Met haar spookachtige liedjes zoekt ze steevast het spanningsveld op tussen verbergen en onthullen, tussen droefenis en extase, en tracht ze een universele waarheid te puren uit haar persoonlijke belevenissen. Een kruising tussen Joni Mitchell en Emily Dickinson, noemde een Amerikaanse journalist haar al.

Eenvoud

In Brussel opende Big Thief met het titelnummer uit haar jongste plaat en pleitte ze ervoor het onbekende te omarmen. Eén van de grote troeven van het kwartet is zijn vermogen tot zelfbeheersing. De groepsleden beseffen zeer goed wanneer ze niet moeten spelen, al klonken ze in de Botanique veel minder ingehouden dan op hun platen.

Tijdloos aandoende indie-folksongs als Cattails, een ode aan de vluchtigheid van alles, met Adrianne Lenker op een akoestische 12-string, en het uiterst sober gebrachte Orange, waren pakkend in hun eenvoud. Mary had zelfs iets van slepende alt.country.

Maar net zo vaak speelde Big Thief met complexe details en gelaagdheden. In Real Love neigde het viertal bijvoorbeeld naar een jazzy grilligheid die herinnerde aan die van inmiddels verdwenen bands als Karate of Firehose.

Big Thief
Big Thief© Yvo Zels

Bovendien voegde gitarist Buck Meek regelmatig flarden grofkorrelige noise en feedback aan de nummers toe (zie: Paul of het door rammelende Velvet Undergound-gitaren aangedreven Shark Smile). Ook het stevige Shoulders was meer rock dan folk en occasioneel suggereerden de snijdende gitaarsolo’s zelfs een postpunk-incarnatie van Crazy Horse.

Zo reisde Big Thief in Brussel op en neer tussen wanhoop en kwetsbaarheid, tussen woede en sereniteit. Mythological Beauty (uit het twee jaar oude Capacity) en Masterpiece waren duidelijk publieksfavorieten: één voor één nummers om jezelf volledig in te verliezen. Bassist Max Oleartchick en drummer James Krivchenia bleken perfect in het plaatje te passen (ook al zat de laatst genoemde soms iets te luid in de mix) en droegen bij tot de meerstemmige zangpartijen.

Oerschreeuw

Toch was vanaf de eerste noten duidelijk dat Adrianne Lenker -haast onherkenbaar door haar inmiddels gemillimeterde kapsel- de weg wees, ook op momenten dat haar gezellen een beetje in het duister stonden te tasten. De frontvrouw toonde zich overigens een uitstekende gitariste, die niet bang was om buiten de lijntjes te kleuren, en vaak ‘vierkant’ speelde waar een minder begaafde collega voor ‘rond’ zou kiezen. Uit het solospotje van Buck Meek konden we dan weer afleiden dat de man niet bepaald een toonvaste zanger was. Van hem heeft Lenker voorlopig geen concurrentie te duchten.

De bevrijdende oerschreeuw van Contact was nog niet weggestorven of Big Thief verdween, na een klein uurtje, al van het podium. Maar dat was niet naar de zin van de toeschouwers, die nog minutenlang om méér bleven roepen. Toen de groep, een beetje schoorvoetend, alsnog terugkeerde, verzocht Adrianne Lenker de zaallichten aan te knippen, zodat ze de gezichten van de aanwezigen kon zien.

De avond eindigde uiteindelijk met het nog onuitgebrachte en onkarakteristiek geestige Spud Infinity. Met zinsneden als ‘Everybody knows how to dance, even with just one finger’ had je het eerder van een Loudon Wainwright of een John Prine verwacht, maar na een set vol intense en dromerige songs-met-weerhaakjes kon een beetje luchtigheid beslist geen kwaad.

Big Thief: met óns hart gingen ze alvast ongestraft aan de haal.

DE SETLIST: U.F.O.F. / Mythological Beauty / Paul / Shoulders / Real Love / Mary / Cattails / Shark Smile / Lorraine / Masterpiece / Orange / Pareidolia (Buck Meek Solo) / Contact // Unknown / Spud Infinity

Lees ons interview met Big Thief: ‘Voor mijn ontwikkeling heb ik met mijn vader moeten breken’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content