Onlangs bracht Benjamin Gibbard, frontman van de indierockband Death Cab For Cutie, zijn allereerste soloplaat Former Lives uit. En die kwam hij in zijn eentje voorstellen tijdens een intiem concert in de Botanique.
DA GIG: Ben Gibbard in de Orangerie van Botanique, Brussel op 4/11.
IN EEN ZIN: Ben Gibbard putte materiaal uit zijn hele carrière en bewees met zijn solo-aanpak dat goede songs ook in hun naaktste vorm moeiteloos overeind kunen blijven.
HOOGTEPUNTEN: ‘Title and Registration’, ‘Cath’, ‘Grapevine Fires’, ‘Couches in Alleys’, ‘405’, ‘The District Sleeps Alone Tonight’ …
DIEPTEPUNTEN: geen.
BESTE QUOTE: “Kan iemand misschien die rookmachine afzetten? Ze lijkt me totaal overbodig en ze maakt nogal veel lawaai. Ik speel sowieso al niet erg luid en dat voortdurende ‘ge-pssss’ brengt me maar uit mijn concentratie.”
Former Lives is de eerste cd die Gibbard uitbrengt sinds de teloorgang van zijn romance met actrice en zangeres Zooey Deschanel. Wie in de twaalf songs op zoek wil naar smeuïge bedgeheimen, kan zich de moeite echter besparen, want het gaat om materiaal dat om diverse redenen nooit een plek vond in het repertoire van Death Cab en in sommige gevallen al acht jaar geleden werd geschreven.
Former Lives is een gevarieerd werkstuk waar niet echt een lijn in zit: een verzameling makkelijk in het oor liggende, mainstream-indieliedjes vol ingehouden emoties. Er staat weliswaar een duet met Aimee Mann op, maar verder bespeelt Ben Gibbard dit keer zo goed als alle instrumenten zelf. Toch heeft de 36-jarige zanger geen grote solo-ambities: naar zijn zeggen is Death Cab For Cutie gezond en wel en kan het tien jaar duren voor hij nóg eens iets uitbrengt onder zijn eigen naam.
Zoals bekend draagt Gibbard als songwriter het hart op de tong. Zijn nummers getuigen van een voorliefde voor mineurakkoorden en handelen over de complexiteit van relaties, maar lijden soms een beetje onder hun cleane vormgeving en hun niet altijd even uitdagende inhoud. Niettemin was het optreden in de Botanique voor de fans een buitenkans om de zanger eens in zijn eentje aan het werk te zien. Vreemd dus dat hij de orangerie slechts voor de helft wist te vullen, terwijl hij met zijn reguliere band doorgaans in veel grotere, uitverkochte zalen speelt.
Eenvoud
Ben Gibbard, een nette jongen in ruitjeshemd die oogde alsof hij recht uit een aflevering van The Waltons kwam gestapt, hield het sober, met een akoestische gitaar en een vleugelpiano als enige rekwisieten. Op het podium gebeurde weinig spectaculairs: de zanger speelde zijn liedjes, het publiek luisterde, zó eenvoudig kan het leven soms zijn.
De set, die zo’n anderhalf uur duurde, werd, net als Former Lives, a capella ingezet met ‘Shepherd’s Bush Lullaby’. In de loop van de avond zouden, kriskras verspreid over de speellijst, nog zes andere songs uit de nieuwe langspeler volgen. Het naar Buddy Holly knipogende ‘Oh Woe’ en ‘Something Rattling (Cowpoke)’ -dit keer zonder mariachiband- neigden enigszins naar country, terwijl ‘Dream Song’, de recente single ‘Teardrop Windows’ en ‘Broken Yolk in Western Sky’ vooral Gibbards goed ontwikkelde popsensibiliteit onderstreepten.
Oudere fans, op zoek naar herkenningspunten, werden ruimschoots op hun wenken bediend. Dank zij de soloformule hoefde Ben Gibbard met niemand rekening te houden en had hij de vrijheid te spelen wat er bij hem opkwam. Dat verklaart waarom de concerten tijdens de huidige tournee iedere avond grondig van elkaar verschillen. De zanger sneed iedere fase uit zijn carrière aan en serveerde daarbij alvast een flinke hap uit het oeuvre van Death Cab For Cutie.
Hij putte uit iedere cd van de groep sinds We have the Facts and We’re Voting Yes en het voordeel van die afgekloven versies was dat je, als toeschouwer, nu eindelijk ongestoord alle subtiliteiten en nuances in de teksten kon volgen. ‘Title and Registration’ ,’Cath’ en ‘Grapevine Fires’ werden op verrukte kreetjes onthaald, ook al maakte Gibbard in het laatste een fout en moest hij opnieuw beginnen. “Het bewijs dat niets menselijks mij vreemd is”, merkte hij schalks op.
Kerouac
Later, aan de piano, diepte de artiest ook ‘Unobstructed Views’ en het mijmerende ‘Soul Meets Body’ op. Tussendoor verraste hij met een grondig verbouwde cover van ‘Everything Flows’, oorspronkelijk van Teenage Fanclub. Tijdens zijn huidige tournee staan overigens soms ook nummers van Blur of Damien Jurado op het programma. ‘Where Our Destination Lies’ was Ben Gibbards bijdrage tot de soundtrack van de film ‘Arthur’, ‘The Dream of Evan and Chan’ was de vrucht van een samenwerking met DNTEL en ‘These Roads Don’t Move’ en ‘Couches in Alleys’ werden geschreven voor ‘One Fast Move Or I’m Gone’, een plaat met songs over de beatnikschrijver Jack Kerouac, die Ben Gibbard enkele jaren geleden opnam met Jay Farrar van Son Volt.
Naar het einde toe kwam de zanger zelfs op de proppen met twee parels van The Postal Service, een indietronicaduo dat hij een klein decennium geleden vormde met Jimmy Tamborello. Vooral ‘The District Sleeps Alone Tonight’ viel bij het publiek in goede aarde.
In Brussel bewees Ben Gibbard dat goede songs ook overeind blijven wanneer ze van al hun ornamenten worden ontdaan en in hun naaktste vorm worden gepresenteerd. Jammer dat ‘I Will Follow You Into The Dark’ dit keer niet op de setlist voorkwam. Maar voor de rest: geen klachten.
Dirk Steenhaut
DE SETLIST: Shepherds’s Bush Lullaby / Steadier Footing / Oh, Woe / These Roads Don’t Move / Title and Registration / Dream Song / Cath / Where Our Destination Lies / Grapevine Fires / (This Is) The Dream of Evan and Chan / Something’s Rattling (Cowpoke) / Couches in Alleys / You Can Do Better Than Me / Duncan, Where Have You Gone? / Unobstructed Views / Everything Flows / Blacking Out The Friction / Soul Meets Body / Teardrop Windows / A Lack of Color / Broken Yolk In Western Sky / Such Great Heights // 405 / The District Sleeps Alone Tonight.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier