Als singer-songwriter is het een hele kunst je te onderscheiden van de middenmoot. Maar als je al zo’n emotie in je stem kunt leggen, is het misschien beter daar volop op in te zetten. Gewoon maar een tip hè, Benjamin Clementine.
Het probleem met de Ghanees-Engelse Benjamin Clementine is niet zijn uitmuntend pianospel. Het is ook niet zijn stem, die dan weer diep gaat en toch nog hoger kan stijgen dan de hoge fa van Minnie Ripertons ‘Loving You’. En het ligt zeker niet aan de emotie die Clementine in zijn keel kan kroppen. Opener ‘Adios’ boeide dus wel. De omineuze cello en de gejaagde pianoarpeggio’s waren een goede intro. De stem van Clementine maakte ook direct indruk.
Toen de man opeens de muziek stillegde om over zijn ontmoeting met engeltjes te praten moesten we even lachen. De trillende falsetto die hij daarna aanboorde was dan wel eigenzinnig, het had iets. Ook op ‘London’ bewees de man niet alleen dat hij kon zingen, maar ook dat hij een gigantisch bereik heeft. Verdere nummers als ‘Cornerstone’, ‘I won’t complain’ of ‘Nemesis’ werden door het zittende publiek ook met een bescheiden applaus onthaald.
Wat scheelde er dan wel met Benjamin Clementines passage? Het probleem zat hem eerder in de theatraliteit waarmee hij dit allemaal deed. Bepaalde zinnen zoals ‘heresy dries my veins’ of ’traversed in tears from the heavens, my heart is a mellow drum’, daar blijf je toch wel even bij hangen. En niet op de goede manier. Ook de cello was, afgezien van de gejaagde strijkerintro, eerder overbodig en te pathetisch. Clementine had er beter aan gedaan helemaal solo op te treden en zijn stem voor zich te laten spreken. En nee, zelfs toen we dachten dat hij Bob Dylan aan het coveren was, zijn we niet naar het hoofdpodium teruggekeerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier