Alice Cooper @ Koninklijk Circus: Disneyland voor metallo’s

© Yvo Zels

68 is de grondlegger van de Shock Rock al, maar na een carrière van vijf decennia wil Alice Cooper nog steeds van geen wijken weten. Terecht, want zijn theatrale show in het Koninklijk circus vertoonde een hoog entertainmentgehalte en klonk muzikaal op geen enkel moment gedateerd.

DA GIG: Alice Cooper in Koninklijk Circus, Brussel op 21/6.

IN EEN ZIN: Alice Cooper en zijn uitstekende band bewezen dat de tand des tijds op hun seventies-materiaal geen vat heeft en wisten rock en theater andermaal te combineren tot een amusant geheel.

HOOGTEPUNTEN: ‘Halo of Flies’, ‘No More Mr Nice Giuy’, ‘Billion Dillar Babies’, ‘Under My Wheels’, ‘The Ballad of Dwight Fry’, ‘I’m Eighteen’, ‘School’s Out’…

DIEPTEPUNTEN: geen.

QUOTE: “I crossed the ocean / Where no one could see / And I put a time bomb / In your submarine” (uit ‘Halo of Flies’).

Bob Dylan noemde hem ooit “een schromelijk onderschatte songwriter”, maar die boodschap was tijdens de vroege jaren zeventig aan de goegemeente niet besteed. Op een moment dat de wereld nog helemaal in de ban was van de flower power, plantten Vincent Furnier en zijn band een dolk in het hart van de ‘liever lief’-generatie. De optredens van Alice Cooper -de naam verwijst naar een heks uit de zeventiende eeuw- stonden in het teken van dood en geweld. De zanger stoeide met een levende wurgslang op het podium, hakte met een bijl poppen in stukken zodat het nepbloed in het rond spoot en werd aan het eind steevast genadeloos geëxecuteerd. Opvoeders en andere moraalridders spraken er schande van. Dat de muzikanten zich in vrouwenkleren en met zwarte make-up aan het publiek presenteerden, hielp ook al niet: sommige politici riepen zelfs op tot censuur.

Wat rabiate tegenstanders van Alice Cooper destijds ontging, was de humor die achter zijn stage-act schuilging. Het was horror, maar dan van hetzelfde type als in de griezeltent op de kermis. Vaudeville, maar met een surrealistisch randje. ‘West side Story’, maar met betere muziek. De martelscènes waren dermate overdreven dat je ze, zoals in de latere films van Quentin Tarantino, eigenlijk niet meer au sérieux kon nemen. Gelukkig zijn de tijden veranderd. Intussen weet iedereen dat Coop een oersympathieke peer is, die de meeste van zijn dagen op het golfterrein doorbrengt, en vandaag gelden zijn optredens als onschuldig amusement voor het hele gezin. Wat we in Brussel te zien kregen, had iets van een Disneyland voor metallo’s. En neen, daar bedoelen we niets pejoratiefs mee.

Elektrische stoel

Het zwaartepunt van Alice Coopers carrière lag onmiskenbaar in de seventies en dat leek ook de zanger goed te beseffen: zestien van de twintig songs uit de set (covers niet meegerekend) stamden uit het decennium waarin Furnier en zijn maats de ene classic na de andere afvuurden. In het Koninklijk Circus werd hij bijgestaan door een puike vijfkoppige hardrockband, waarvan de leden zijn kleinkinderen hadden kunnen zijn. Coop zag er nog precies uit als in 1972, zijn rauwe, raspende stem klonk nog even krachtig als weleer en net zoals zijn gezellen was hij uiterst beweeglijk op het podium. De energieke sound van het gezelschap putte zoals vanouds uit de Detroit-punk van MC5 en The Stooges, garagerock en proto-metal. De drie gitaristen soleerden strak en efficiënt en deden dat steevast met de linkervoet op de monitor. Tegelijk zorgden ze ervoor dat de songs elkaar tegen een hoog tempo opvolgden.

Alice Cooper @ Koninklijk Circus: Disneyland voor metallo's
© Yvo Zels

Alle verwachte ingrediënten waren aanwezig: het vuurwerk, de verkleedpartijen en een overvloed aan rekwisieten, zoals de op een degen gespietste stapel valse bankbiljetten die tijdens ‘Billion Dollar Babies’ werd uitgedeeld. De car song ‘Under My Wheels’ was gedreven rock-‘n-roll, ‘No More Mr Nice Guy’ pure pop. Na ‘Woman of Mass Destruction’ kreeg de vingervlugge gitariste Nita Strauss een spectaculair solospotje, al hoefden Ryan Roxie en Tommy Henriksen voor haar niet onder te doen. Toch klonk publieksfavoriet ‘Poison’ ons, met zijn meerstemmige koortjes, net iets te gelikt in de oren.

Bekijk hier alle foto’s van Yvo Zels.

Hét hoogtepunt van de avond was zonder twijfel het epische ‘Halo of Flies’, dat in De Tijdloze eigenlijk tussen ‘Stairway to Heaven’ en ‘Child in Time’ hoort te staan, maar door radiomakers bij ons altijd stiefmoederlijk is behandeld. In Nederland daarentegen haalde het nummer, ondanks zijn lengte (8’21), de toptien. De opbouw was nog altijd even geniaal, zelfs de drumsolo van Glen Sobel was dermate goed geïntegreerd dat hij geen moment stoorde. Tijdens ‘Feed My Frankenstein’, waarin hij in een bebloede witte stofjas en met een gasmasker in de schijnwerpers stond, werd Alice Cooper vastgesnoerd in een elektrische stoel en voor de eerste keer ’terechtgesteld’, terwijl een reus op het podium dood en vernieling zaaide. In ‘Cold Ethyl’ manifesteerde Coop zich als een lustmoordenaar en ging hij te keer met een vrouwenpop die, na gebruik, gewoon in een kist met andere stage props werd gekieperd.

Dood en verrijzenis

Tijdens het rustige ‘Only Women Bleed’ ging de zanger even op een gedeukte vuilnisbak zitten, terwijl een balletdanseres/verpleegster -Coopers dochter Calico- het oog verwende. Twee beulen deden Alice een dwangbuis om en op de tonen van ‘The Ballad of Dwight Dry’ werden zijn hoofd en lichaam van elkaar gescheiden door het mes van een guillotine. En zo werd voortdurend gespeeld met het thema van dood en verrijzenis, want even later zorgde de artiest ervoor dat ook enkele van zijn overleden helden en collega’s weer tot leven werden gewekt. Dat gebeurde met een hommage aan Keith Moon van The Who (‘Pinball Wizard’), Jimi Hendrix (‘Fire’), David Bowie (‘Suffragette City’) en Lemmy Van Motörhead (het door bassist Chuck Garric gezongen ‘Ace of Spades’). Wellicht waren deze prima uitvoeringen een voorsmaakje van de coverplaat die al enkele jaren wordt aangekondigd.

De finale was gereserveerd voor ‘I’m Eighteen’, een song over tienerverwarring die in het repertoire van Iggy Pop niet zou misstaan, en een feestelijk ‘School’s Out’, waarbij met confetti gevulde ballons richting toeschouwers werden gemikt. Hilde Crevits zal het niet hebben toegejuicht, maar naar het einde toe maakte Cooper een mash-up van zijn eigen nummer met het thematisch verwante ‘Another Brick in the Wall’ van Pink Floyd. Als enige bis -hoe kan het anders, in een verkiezingsjaar?- werd nog ‘Elected’ opgediept. Daarbij mochten als Trump en Clinton vermomde figuranten draaikontend op het podium paraderen. Maar als we dan toch moeten kiezen, hoeven we niet lang na te denken. Alice Cooper for President. Valt er tenminste écht iets te lachen.

DE SETLIST: The Black Widow / No More Mr Nice Guy / Under My Wheels / Public Animal #9 / Billion Dollar Babies / Long Way To Go / Woman of Mass Destruction / Poison / Halo of Flies / Feed My Frankenstein / Cold Ethyl / Only Women Bleed / Guilty / The Ballad of Dwight Fry / Killer (excerpt)/ I Love the Dead (excerpt) / Under the Bed (excerpt) / Pinball Wizard / Fire / Suffragette City / Ace of Spades / I’m Eighteen / School’s Out (+ Another Brick in the Wall) // Elected.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content