Primavera Sound, dag 3: Billenkoek voor Erdogan

Het geluid van de lente, zo zou je de Primavera Sound kunnen vertalen. Als iemand daar aanspraak kan op maken is het Nao, Britse popdiva in wording. Onze man ter plaatse zag ook Dungen, Steve Gunn, Titus Andronicus, Radiohead, The Avalanches en The Last Shadow Puppets. Het relaas van dag drie van het Catalaanse muziekfestival.

We arriveren te laat – in de binnenstad blijven hangen aan de tapas en de cava – voor de set van Dungen, het psychedelische rockcombo uit Zweden. Enkel de laatste twee songs op de setlist pikken we nog nipt mee. Nou, ‘nipt’. Die laatste twee songs waarmee het kwartet hun openingsset afsluit zijn samen goed voor een dikke 20 minuten gitaarvertier en bonuspunten progrock.

De versleten Stratocaster waaruit de gitarist elegante feedback en ronkende riffs knijpt oogt alsof het instrument ooit Woodstock én de eerste editie van Rock Werchter overleefde. In het bruine, daim jasje dat rond de schouders van zanger/toetsenist hangt moet ooit een flinke luizenkolonie gewoond hebben. Als Coldplay Ikea is, dan is Dungen vintage seventiesdesign. De fakkel die Tame Impala uit handen gaf, is bij deze bende neo-hippies in goede handen.

Primavera Sound, dag 3: Billenkoek voor Erdogan
© Wouter Van Vaerenbergh

Bij Titus Andronicus zijn hippies ver, ver weg. Op het t-shirt van zanger/gitarist Patrick Stickles vormen een omgedraaide crucifix en de A van anarchisme samen LA. Met zijn woeste baard en dito haardos lijkt de frontman een Charles Manson-kloon, zoals er wel meer rondlopen op het festivalterrein.

Titus Andronicus zijn punks, maar niet je doordeweekse punks. Hun meest recente, en volgens sommigen laatste, plaat is The Most Lamentable Tragedy (2015), een rockopera van 93 minuten, 23 songs lang, waarin Stickles thema’s als paranoia, vervreemding en manische depressie in Shakespeareaanse coupletten ramt.

We ontdekten Titus Andronicus op dit eigenste festival, 3 jaar geleden, toen Stickles als een springveer over het podium stuiterde – Iggy Pop tot de derde macht, zoiets – en de band uit New Jersey met zeven muzikanten het podium vulde. De zanger heeft er sindsdien wilde haren bij, maar lijkt ingeboet aan energie en waanzin.

Al bij al toch een stevige, solide set, waarin warempel plaats bleek voor een getrouwe cover van de Ramones’ Blitzkrieg Bop. Iemand moet het doen!

Het podium waar de naam van Pitchfork Media op prijkt is het minst dankbare op het festival. Zicht op zee voor de muzikanten, maar dus ook de bijhorende bries waardoor het geluid alle kanten uitwaait. Aan Steve Gunn de twijfelachtige eer om hier zijn splinternieuwe plaat – ze ligt sinds gisteren bij de platenboer –Eyes On The Lines voor te stellen. Een bescheiden meesterwerk, al zeggen we het zelf.

Primavera Sound, dag 3: Billenkoek voor Erdogan
© Wouter Van Vaerenbergh

Hij is zijn eigen roadie, Steve Gunn, een gewone jongen die ongewoon goed gitaar kan spelen. Finckerpicking, zoals de grote folk- en bluesgitaristen het deden of doen, en hij zelf al sinds 2005 op z’n, vaak instrumentale, soloplaten demonstreert. Daarnaast kluste Gunn ook bij in de groep van Kurt Vile, en sinds het album Way Out Weather – op #8 in onze album top 10 van 2014 – zijn daarvan de naweeën hoorbaar.

Eyes On The Lines is een verdomd knappe gitaarplaat, maar Gunn en co. hadden gerust wat harder op de pedalen kunnen stampen tijdens hun passage in Barcelona. Ook de tamelijk vlakke stem van Gunn blijkt live een zwakke schakel in zijn kosmische folkrock. Wat meer effectjes door de microfoon? Meer solo’s spelen, minder mond open doen? Ach, als hij nog eens naar Belgenland afzakt gaan we gewoon opnieuw kijken.

Het geluid van de lente, zo zou je de Primavera Sound kunnen vertalen. Als iemand daar aanspraak kan op maken, is het Nao, Britse popdiva in wording. ‘Neiyo’, spreekt de 28-jarige Londense het zelf uit. Oefen maar, want u zal nog van de dame horen komende zomer(s).

Ooit zagen we Grimes en Jessie Ware hier aan het werk op hetzelfde podium, toen de scheuten van hun muziekcarrière nog maar pas kwamen piepen. Met twee knappe ep’s en enkele uitstekende singles – check Inhale Exhale, Fool To Love, en het nieuwe Girlfriend – op zak zou het niet verbazen dat Nao eenzelfde lot als haar voorgangers beschoren is. Ze had in elk geval zichtbaar meer vertrouwen getankt sinds haar optreden in de Charlatan, enkele maanden geleden. Nao’s voorjaartournee was dan ook van de UK, de EU tot de VS helemaal uitverkocht. ‘Future r&b’ kan je haar muziek noemen, maar evengoed hyperhedendaagse pop. Samen met een bassist, gitarist en drummer smijt de kleine dynamo al haar troeven – Stem! Krullenbol! Heupen! Schattigheid! – in de strijd, en wij noteerden: komt goed.

Primavera Sound is ontdekken, door en van jong en oud. Voor en op het podium. Neem nu Selda Bagdan, 68 lentes jong en al een poos uit de fleur van haar leven. Die beleefde de Turkse in de jaren ’70, toen ze met een gitaar en een klok van een stem het politieke geweten van Turkije vertolkte. In de jaren ’80 vloog ze zelf achter de tralies voor haar politieke en maatschappijkritische psychedelische folkrock. Een kranige tante is het, die iemand als huidig Turks president Tayyip Erdogan een portie billenkoek zou verkopen, mocht ze veertig jaar kunnen afdingen van haar gezegende leeftijd.

Ze staat er nog steeds, als een fiere bomma, omringd door een jonge groep muzikanten die nog steeds intens resonerende songs als Seydan Sizindir vanonder het stof halen.

Deze mens wordt blij van zulke dingen. Turkse, psychedelische folk, op een mooie avond in Barcelona, omringd door lachende gezichten. Pintje erbij. Good times.

Primavera Sound, dag 3: Billenkoek voor Erdogan
© Wouter Van Vaerenbergh

En dan is het de beurt aan Radiohead. Ooit – in 1994, om precies te zijn – zong Thom Yorke voor het eerst ‘I want to be someone, or I’ll explode’, in de song Talk Show Host, een b-kantje van Street Spirit. De frontman van Radiohead zingt het vanavond opnieuw. Thom Yorke heeft dus 12 jaar de tijd gehad om iemand anders te worden. Of te exploderen. Geen van beide is effectief gebeurd.

Eerlijk: we zijn niet de grootste Radioheadfans.

Ergens rond Kid A (2000) begonnen we af te haken. Aan het einde van hun set spelen Yorke en company Idiotheque uit die plaat. Een keerpunt was dat, 16 jaar geleden.

Keerpunten waren ooit het forte van Radiohead, een groep die tot op heden (nog maar) negen langspelers uitbracht, maar het voelen er meer. Ze willen underdogs zijn, en zitten misschien daarom zo slecht in hun vel van megagroep. Dode muziek, noem ik het. Uit het tijdperk van de dinosauriërs die eind jaren ’90 langzaam maar zeker begonnen uit te sterven. Stadiongroepen, ze stellen niks meer voor. Het verhaal is al lang geschaakt door de rappers. De innovatie is gestopt bij… ja, bij Radiohead, zeker? ‘No alarms and no suprises’, kweelt Thom Yorke in de verte. Ik zou het niet beter kunnen zeggen.

‘Ambition makes you look pretty ugly’, zong Yorke ooit, in 1997 om precies te zijn. Vanavond zingt hij het uitgedost in zwarte lederen broek en zwarte lederen jas. Moet daar uitleg bij?

Radiohead kwam, zag en deed wat het blijkbaar moest doen. Een paar hitjes spelen, veel neuzelen en héél af en toe laten horen waarom ze ooit de rockmuziek heruitvonden. Ik hoop dat Yorke een folkplaat maakt, of een slechte jazzplaat. Alles om die verdomd professionele lethargie uit z’n lijf te krijgen. Of dat hij een voorbeeld neemt aan Jonny Greenwood, die vorig met het Indische orkest The Rajasthan Express een originele, puike plaat ver buiten z’n comfortzone opnam. Be someone else, beste Thom. Voor je implodeert.

Oh ja, Creep stond ook op de setlist.

Kleine volksverhuizing na Radiohead, richting podium aan de overkant, waar The Last Shadow Puppets hun opwachting maakten. De bromance van Miles Kane en Alex Turner lokte minder volk dan het elders aan de bak komende Animal Collective, maar dat lieten beide heren niet aan hun hart komen. Eén cello en drie violen mogen de barokke arrangementen op hun twee albums, The Age of The Understatement (2007) en Everything You’ve Come To Expect (2016), onderstrepen, en daarmee bleef ruim voldoende plaats over voor de respectievelijke ego’s van de heren Turner en Kane.

De frontman van Artic Monkeys toonde zich van z’n meest arrogante en gladde kant, Miles Kane plooide tijdens het zingen z’n gezicht in de meest dramatische grimassen, en de heren dolden maar wat graag met de meisjes op de eerste rij. Rocksterretje spelen, zoals Elvis deed toen ie gouden smokings begon te dragen. Vreemd.

Ergens tijdens de vijfde song, en de zoveelste geforceerde tics van het op zichzelf geilende duo haakten we af. Twee woorden voor de Last Shadow Puppets: Viva Las Vegas!

Drie woorden, excuseer.

Primavera Sound, dag 3: Billenkoek voor Erdogan
© Wouter Van Vaerenbergh

Mochten deze tweede, officiële Primavera-dag afsluiten: The Avalanches! Jawel, zestien jaar na hun debuut Since I Left You verscheen hebben de sampletovenaars een opvolger voor die plaat klaar, en in Barcelona geven ze hun tweede comebackshow. Dat zou wat worden!

Het werd een fletse dj-set van twee zatte Australiërs die een technobeat onder Stevie Wonder mixten. En Let’s Dance van David Bowie draaiden. Een kotfeestje op grote schaal. Benieuwd naar de plaat.

Laten we deze dag onder de Barcelonese lentezon klasseren als een overgangsrit. Vandaag verwachten we meer vuurwerk: onder meer Brian Wilson, Venom, Ty Segall, PJ Harvey, Orchestre Baobab, Chairlift, Parquet Courts, Boredoms, Action Bronson en Julia Holter staan op het programma. Gelukkig niet allemaal tegelijkertijd. Vamos!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content