Paul Simon wordt 80: ‘Ik wil onder geen beding de eeuwige tweede zijn’

Zijn songcatalogus hoeft nauwelijks onder te doen voor die van Dylan, Cohen of McCartney. Maar in stilistisch opzicht is Paul Simon, die vandaag tachtig wordt, net een tikje veelzijdiger. Al zes decennia wordt zijn werk gekenmerkt door rusteloosheid en ambitie. En toch: ‘Ik heb niets uitgevonden’.

Simon, die opgroeide in Queens, New York in een familie met joods-Hongaarse roots, begon zijn muzikale carrière op zijn zestiende, toen hij met Art Garfunkel het duo Tom & Jerry vormde. Beide schoolmakkers lieten zich inspireren door de Everly Brothers en de doo-wopgroepjes die in hun buurt de straathoeken onveilig maakten. In 1957 scoorden ze zelfs een hitje met Hey Schoolgirl, een single waarvan 150.000 stuks over de toonbank gingen. Aan de universiteit studeerde Garfunkel vervolgens architectuur, terwijl Simon voor Engelse letterkunde koos en aan de slag ging bij een muziekuitgeverij, waar hij liedjes voor anderen bedacht. Tegelijk schuimde het duo de plaatselijke folkclubs af en trok het de aandacht met zijn fraaie close harmony-zang. Na een auditie voor Columbia sleepten de heren in ’64 zelfs een platencontract in de wacht.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hun langspeeldebuut Monday Morning, 3 A.M., verschenen onder de naam Simon & Garfunkel, met slechts twee stemmen en één akoestische gitaar, klonk nog vrij conventioneel en veroorzaakte in commercieel opzicht weinig rimpels. Toch bevatte de plaat met het poëtische The Sound of Silence al een nummer dat tot een geheide classic zou uitgroeien. Maar eerst trok Simon naar Engeland waar hij in zijn eentje in koffiehuizen en op folkzolders optrad. Hij nam er zijn sobere eerste solo-lp The Paul Simon Songbook op, waar artiesten als Billy Bragg en Jake Bugg later veel van zouden opsteken.

Zonder medeweten van de auteur had producer Tom Wilson The Sound of Silence van bas, drums en elektrische gitaar voorzien, zodat het kon meedeinen op de immens populaire folkrockgolf, veroorzaakt door The Byrds. Het bleek een prima gok: de nieuwe versie van de single schoot naar de eerste plaats van de Amerikaanse hitlijsten en plots had de 22-jarige Paul Simon, die voordien hooguit 25 dollar per optreden ving, een miljoen dollar op zijn bankrekening staan.

Bevrijding

Prompt werd Garfunkel weer opgetrommeld en tussen 1966 en ’70 zou het duo uitgroeien tot Amerika’s populairste en toegankelijkste folk-act. Simons persoonlijke maar melodieuze folkpopliedjes werden zowel gesmaakt door tieners als door hun ouders. Homeward Bound, I am a Rock en, vooral, het voor de film The Graduate geschreven Mrs. Robinson bezorgden Simon & Garfunkel een heuse sterrenstatus.

De platen volgden elkaar in hoog tempo op en met Bridge Over Troubled Water, vandaag goed voor 25 miljoen verkochte exemplaren, bereikte het duo omstreeks 1970 zijn artistieke hoogtepunt. Het werd meteen zijn laatste wapenfeit: Garfunkel, die te zien was in films als Catch-22 en Carnal Knowledge, was aan een succesrijke acteurscarrière begonnen en ook Simon was aan een nieuwe uitdaging toe.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

‘Artie kwam het best uit de verf in ballades, terwijl ik meer uptemponummers wilde schrijven’, legt Paul Simon uit. ‘Ik trok naar Jamaica en begon met ska te experimenteren. Het feit dat ik niet langer voor een duo hoefde te schrijven, voelde aan als een bevrijding. Eindelijk kon ik me helemaal overgeven aan het ritme’.

Vanaf 1972 ging hij voorgoed solo, al zou hij later met Art Garfunkel nog wel occasioneel het podium delen. Een gratis rëunieconcert in Central Park in september ’81 lokte 400.000 toeschouwers en hun allerlaatste show in Rome, in 2004, werd zelfs door 600.000 fans bijgewoond. Maar Simon, die voor alle liedjes verantwoordelijk was, besloot voortaan onder zijn eigen vlag te opereren. Dit tot grote frustratie van Garfunkel, die in een interview uit 2015 zijn oude makker uitschold voor ‘eikel’ en ‘idioot’. De laconieke reactie van Simon: ‘Artie worstelt met zijn demonen. Ik vind het treurig dat hij, op dit punt in zijn leven, nog altijd zo boos is’.

Mysterie

Met een discografie die in de voorbije zestig jaar slechts negentien platen opleverde, de vijf met Art Garfunkel inbegrepen, is Paul Simon zeker niet de productiefste songwriter van zijn generatie. ‘Ik ben een trage werker’, geeft hij toe. Maar hij staat wel bekend als een bedreven ambachtsman, als een meester van de precisie, die net zo lang aan zijn songs blijft schaven tot ieder onderdeel perfect op zijn plaats staat. ‘Sommige liedjes hebben me inderdaad twee jaar van schrijven en herschrijven gekost. Telkens vraag ik me af: zijn ze wel interessant, intrigerend en onderhoudend genoeg? Een goede song moet helder zijn, maar tegelijk een graad van mysterie bevatten’.

Desgevraagd gunt de zanger je graag een blik in zijn interne keuken: ‘Ik hou een boekje bij waarin ik dingen noteer die me van pas kunnen komen: losse zinnetjes, gedachten, namen, metaforen. Ik lees ook veel, en die lectuur dringt niet zelden door tot wat ik schrijf. Zo leg ik een verzameling referenties aan die me het werken vergemakkelijken. Voor de rest komt het erop aan te vertrouwen op je onderbewuste en te wachten tot al die verschillende ingrediënten tot iets kristalliseren dat betekenis heeft. De eerste regel is meestal de moeilijkste. Daarna schrijft het verhaal als het ware zichzelf’.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Paul Simon schrijft over relaties, spiritualiteit, vergankelijkheid, ecologie, sociale onrust en de veranderende manier waarop het klimmen van de jaren hem naar de wereld doet kijken. Sommigen, die slechts oppervlakkig vertrouwd zijn met zijn solowerk, doen het wel eens af als te beschaafd, te filosofisch of te bezadigd, maar ze gaan dan wel voorbij aan Simons nooit aflatende exploratiedrang. Het is geen toeval dat zijn werk is opgenomen door artiesten van divers pluimage als Aretha Franklin, Bob Dylan, Lemonheads, Buffalo Tom, Patti Smith, Yes, Disturbed of Chromatics.

Geen droogstoppel

‘Vaak word ik ten onrechte afgeschilderd als uitermate serieus’, vindt Simon, die stand-up comedians als Lenny Bruce tot zijn grote voorbeelden rekent. ‘De ironie van een Dylan is me vreemd, maar ik ben zeker geen droogstoppel. Er zit behoorlijk wat humor in mijn songs. Als ik op het podium sta, wil ik de mensen amuseren, hun avond een beetje opvrolijken. Wat ik doe is waardeloos als het niet entertainend is’.

Lang voor de globetrotters David Byrne en Peter Gabriel toonde Paul Simon al belangstelling voor muziek uit andere culturen. Zo experimenteerde hij op Bridge Over Troubled Water met Afrikaanse grooves in Cecilia en Peruviaanse folk in El Condor Pasa. In 1972 ging hij de reggaetoer op met Mother and Child Reunion en liet hij calypso doorsijpelen in Me and Julio Down By the Schoolyard. Hij stoeide met gospel op de lp Live Rhymin‘, met salsa in Late in the Evening (’74), met zydeco en Zuid-Afrikaanse Township jive op Graceland (’86), met Afro-Braziliaanse polyritmiek op The Rhythm of the Saints (’90) en met flamenco op Stranger to Stranger (2016). Die openheid maakt zijn oeuvre tot een referentiepunt voor talloze jongere collega’s, van Vampire Weekend tot Damon Albarn.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Graceland, met een verkoop van zestien miljoen stuks op de teller Simons populairste solo-lp, vormt zonder twijfel het kantelpunt uit zijn carrière. Het blijft één van de invloedrijkste platen uit de laat-twintigste eeuw. De muziek klinkt opgewekt en swingend en zit boordevol levenslust. ‘Vaak focust de luisteraar op de inhoud van mijn teksten, maar de muziek komt altijd eerst’, aldus de zanger. ‘De woorden worden uitgelokt door het ritme en de klank. Voordien componeerde ik mijn songs altijd op gitaar. Graceland zou mijn muzikale aanpak echter voorgoed veranderen. Vanaf nu construeerde ik eerst de backingtracks, waar ik in een later stadium een lied overheen schreef. Ook leerde ik samenwerken met muzikanten uit andere culturen, die vaak niet eens Engels spraken. Dat dwong me aandachtiger te luisteren’.

Politiek

Toch zorgde Graceland ook voor controverse. Zo werd Paul Simon ervan beschuldigd de culturele en economische boycot van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime te hebben verbroken. ‘Flauwekul’, vond hij. ‘Ik geloof niet dat de boycot in het leven was geroepen om zwarte muzikanten de toegang te ontzeggen tot de internationale muziekmarkt. Hij diende net om onze morele verontwaardiging uit te drukken over discriminatie op grond van huidkleur. Als je actieradius van zwarte Zuid-Afrikaanse artiesten beperkt, worden ze het slachtoffer van een dubbele apartheid. Ik was bevriend met en werd volop gesteund door Miriam Makeba en Hugh Masekela, betaalde de muzikanten met wie ik werkte twee keer zoveel als in de V.S. en de opnamen van Graceland waren een aangename ervaring voor iedereen die erbij betrokken was. Die plaat had niets met politiek, maar alles met muziek te maken’.

In tegenstelling tot een generatiegenoot als Bob Dylan heeft Paul Simon zich nooit als protestzanger geprofileerd: ‘Showbusiness en politiek met elkaar vermengen is geen goed idee, omdat het ene het andere trivialiseert’. Wel levert de zanger in zijn songs vaak zijdelings commentaar op maatschappelijke verschijnselen die hem dwars zitten: armoede, censuur, de dwalingen van het Amerikaanse rechtssysteem. Het nog vrij recente Wristband is bijvoorbeeld een allegorie voor de geïnstitutionaliseerde ongelijkheid tussen geslachten, rassen of sociale klassen. Simon is trouwens een democraat in hart en nieren. In het verleden steunde hij actief de presidentscampagnes van George McGovern, Al Gore en Bernie Sanders.

Paul Simons honger naar nieuwe klanken, woorden en melodiestructuren viel ook na de eeuwwisseling nauwelijks te stillen. Zijn nieuwsgierigheid naar de meest uiteenlopende stijlen leidde tot samenwerkingen met jazzmuzikanten als Toots Thielemans, Herbie Hancock, Bill Frisell en Joe Lovano. Op Surprise (2006) mocht Brian Eno voor elektronische soundscapes zorgen, op Stranger to Stranger sloot Simon allianties met de Italiaanse dance-producer Clap! Clap!, de hedendaags klassieke componist Nico Muhly en het avantgarde-ensemble yMusic. Hij bediende zich zelfs van het excentrieke instrumentarium van Harry Partch.

Herhalingsoefeningen

‘Als muzikanten van mijn generatie zich tevreden stellen met ongeïnspireerde herhalingsoefeningen, kun je er donder op zeggen dat geen mens meer naar hen zal luisteren’, onderstreept Paul Simon. ‘Zodra iemand als ik, die al jaren deel uitmaakt van de mainstream, met nieuw materiaal komt aanzetten, kan het dus maar beter relevant en genietbaar zijn’.

Toch veranderde niet alles wat hij aanraakte per se in goud. De film One-Trick Pony uit 1980, waarvoor Simon het scenario en de soundtrack schreef en waarin hij ook als acteur te zien was, werd een commerciële flop. Zijn Broadwaymusical The Capeman (’97), die door theatercritici genadeloos werd neergesabeld, was zo verlieslatend dat hij al na drie maanden werd afgevoerd. En de onvermijdelijke vergelijkingen met leeftijdsgenoot Bob Dylan vallen steevast in zijn nadeel uit. ‘Ik heb er de pest aan de eeuwige tweede te zijn’, liet hij zich wel eens ontvallen. Pijnlijk dus dat er, toen hij in 2011 Dylan uitnodigde voor een duet op zijn lp So Beautiful or So What, geen enkele reactie kwam.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Hoewel Paul Simon ooit één van de drukst bijgewoonde concerten uit de geschiedenis gaf (Central Park, New York in 1991 voor 750.000 toeschouwers), kondigde hij drie jaar geleden aan voorgoed met toeren te stoppen. ‘Het reizen wordt te vermoeiend en het valt me steeds moeilijker mijn vrouw (zangeres Edie Brickell, DS) en mijn kinderen wekenlang te moeten missen. De dood van gitarist Vincent Nguini, die dertig jaar deel uitmaakte van mijn band, heeft mijn beslissing nog bespoedigd’.

Wie Simon ooit heeft ontmoet, zal het bevestigen: ondanks zijn imposante staat van dienst is hij de bescheidenheid zelve: ‘Hoe meer ervaring je opdoet, hoe beter je beseft wat je precies wil uitdrukken. Zo heb ik voor al mijn platen minstens één keer geprobeerd mijn eigen versie van Mystery Train te schrijven. Sinds ik zelf muziek begon te maken, heb ik nooit wat anders gedaan dan te reproduceren wat ik zelf mooi vond. Dus neen, ik heb niets uitgevonden. Ik heb hooguit links en rechts enkele bouwstenen geleend en ze op mijn manier op elkaar gestapeld. Dat is alles’.

De quotes van Paul Simon zijn afkomstig uit een eigen interview, verschenen in De Morgen, en voorts uit Uncut, American Songwriter, Rolling Stone, Variety, The Telegraph, Spin en Billboard.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content