Paradise City wordt stilaan volwassen: ‘Een paar jaar geleden lokte je met duurzaamheid geen bezoekers’

Gilles De Decker en Dimitri Verschueren © Wouter Van Vaerenbergh

Dit weekend kunnen elektronicafans en foodies weer afzakken naar Perk voor Paradise City. Een gesprek met de organisatie van de paradijselijke driedaagse over vis, vrouwen en de beste line-up die ze ooit hebben samengesteld.

De voorbije drie edities leek Paradise City zich vooral te profileren met culinaire hoogstandjes en duurzaamheid. Dat is dit jaar niet anders: het gefilterde kraantjeswater vloeit rijkelijk in de herbruikbare bekers, single use plastic is er ook na Mei Plasticvrij persona non grata, het menu is zo goed als volledig vegetarisch en kamperen kun je er doen in een gerecycleerd tentje.

Maar meer dan ooit gaat het in de schaduw van het kasteel van Ribaucourt dit jaar over de muziek. Op de affiche prijken onder anderen de Franse technolegende Laurent Garnier en de Duitse houseproducer DJ Koze, meteen de twee grootste acts in de, weliswaar niet al te omvangrijke, geschiedenis van het festival. Een logisch gevolg van de groei van het festival, zegt Gilles De Decker, die samen met Dimitri Verschueren het festival organiseert.

Tegelijk is het ook een slimme zet, nu alle grote festivals inzetten op lekker eten en duurzaamheid en dus op het terrein van kleinere, innovatieve concepten als Paradise City komen. Herbruikbare bekers worden straks gemeengoed, Rock Werchter pakte onlangs nog uit met een eigen waterzuiveringsinstallatie en Dour experimenteert met alternatief vervoer.

‘Wij zijn altijd in de eerste plaats een muziekfestival geweest voor de liefhebber van warmere elektronische muziek’, zegt De Decker stellig. ‘Ik denk ook niet dat we de line-up meer hebben uitgespeeld dan de voorbije jaren. Wat wel zo is, is dat we door te groeien in beeld zijn gekomen bij de grote bookers, die in ons een goed alternatief zien voor de gevestigde dancefestivals. Voor artiesten die alles al gezien hebben zijn we een welkome afwisseling. En zo kun je ineens Laurent Garnier boeken, ook omdat hij openstaat voor onze ecologische boodschap.’

Gilles De Decker en Dimitri Verschueren
Gilles De Decker en Dimitri Verschueren© Wouter Van Vaerenbergh

Zijn jullie bezig met jullie positie binnen het festivallandschap, waarin jullie niet meer alleen staan op het gebied van totaalbeleving en duurzaamheid?

DE DECKER: Misschien zijn wij daar te weinig mee bezig en denken we niet genoeg als marketeers. We volgen in de eerste plaats ons instinct, zonder blind te zijn voor wat er rondom ons gebeurt. Het is geweldig om te zien dat ook de grote festivals de stap naar duurzaamheid zetten. Een festival is vandaag ook zichtbaar trots op de inspanningen die het doet voor het milieu en het klimaat, terwijl je een paar jaar geleden geen bezoekers lokte met duurzaamheid. Dat neemt niet weg dat het festivallandschap in zijn geheel nog veel werk heeft om te staan waar wij staan op dat gebied. Logisch, want we zijn een kleiner festival.

En wat beleving betreft: op elk festival is die anders. Tomorrowland is in dit land zowat de top qua beleving, maar die kan niet meer verschillen van degene die wij proberen aan te bieden op Paradise City. Het is vooral een kwestie van een bepaalde doelgroep te vinden en na te denken hoe je die wil blijven bedienen.

Onder meer door Best Kept Secret, waar 40 procent van de acts vrouwelijk of gemengd was, zijn de genderverhoudingen op festivalaffiches ook deze zomer weer stof tot discussie. Paradise City heeft 11 vrouwelijke of gemengde acts op een totaal van 53, ongeveer 20,7 procent is dat. Zijn jullie bewust bezig met deze kwestie?

DE DECKER: De afgelopen jaren kregen we, terecht, opmerkingen dat we te weinig vrouwen programmeerden. Sindsdien doen we extra ons best om getalenteerde vrouwelijke acts te zoeken, en die vinden we ook. Maar daar quota of percentages op gaan plakken lijkt ons wat te extreem.

Nog in de nasleep van Best Kept Secret riep Maarten Keulemans, wetenschapsredacteur van De Volkskrant, het festival op om volledig vegetarisch te gaan. ‘Een festival waarvoor per twee bezoekers één dier dood moet is niet meer helemaal van deze tijd.’ Jullie gaan vleesloos, maar bieden wel een beperkte hoeveelheid vis aan. Waarom?

DE DECKER: Omdat we het niet eens zijn met de stelling dat enkel vegetariërs het verschil maken. Bewustmaking is ook belangrijk. Veel van onze bezoekers eten vlees, en graag. Aan hen willen we tonen hoe lekker vegetarisch eten kan zijn, maar bieden we ook duurzaam gevangen vis aan. Ik eet zelf trouwens ook weleens vlees, maar veel minder dan de gemiddelde Belg. Zo kan het dus ook.

Wat brengt de toekomst voor Paradise City?

DE DECKER: De koers die we nu volgen, die van rustige en organische groei, willen we blijven aanhouden. Dat geldt ook voor het terrein, dat we ook dit jaar wat hebben vergroot. Aan het kasteel is een eiland dat we dit jaar voor het eerst gebruiken en zo heeft het domein nog heel veel troeven die we vandaag nog niet benutten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content