Noa Lee en Rosa Butsi: van samen studeren naar samen in de AB spelen
Ze hebben samen gedroomd van succes, ze hebben elkaars gebroken hart gelijmd, ze debuteerden zowat tegelijk (maar apart), en binnenkort delen Nina Kortekaas en Roos Denayer met hun bands Noa Lee en Rosa Butsi de affiche in Brussel.
Sinds hun eerste dag op het Gentse jazzconservatorium, dik tien jaar geleden, gaan pianiste Nina Kortekaas (28) en gitariste Roos Denayer (30) als boezemvriendinnen door het leven. Examens, optredens, livesessies, plaatopnames, YouTube-filmpjes: als er instrumenten in de buurt waren, dan zongen en speelden ze zij aan zij.
Toch zetten ze als zangeressen en liedjesschrijvers elk in hun eigen groep de bakens uit. Van het kwartet Noa Lee verscheen vorig najaar Airship, met rijkgeschakeerde, door synths en piano gedragen indiepop. Vijf weken later stuurde Rosa Butsi, een trio, met Fruitful Days jazzy singer-songwriterliedjes de wereld in. Beide platen geven blijk van talent en diep persoonlijke invalshoeken, naast muzikale bijzonderheden die je niet alleen aan hun jazzopleiding kunt toeschrijven. Kortekaas deed de voorbije jaren ervaring op bij Admiral Freebee en Eefje de Visser en vervoegde vorig jaar Portland als tijdelijke vervangster van Sarah Pepels. Roos Denayer kon u op het podium dan weer bij Douglas Firs aantreffen.
Ik heb met Eefje de Visser al voor veel volk gespeeld. Portland in de AB ging ook super. Ik vraag mij wel af of we dat met Noa Lee ooit zullen bereiken.’ – Nina Kortekaas
Roos Denayer: Die eerste dag op het conservatorium herkende ik Nina meteen: ik had haar enkele maanden daarvoor al eens ontmoet op Imagine, een wedstrijd voor jonge muzikanten. Het jaar ervoor, in 2012, had zij gewonnen met haar toenmalige band Viktor, die nu kwam spelen tijdens de juryberaadslaging. Ik was daar met mijn gitaar aan het sleuren toen Nina naar mij toe kwam: ‘Zal ik u helpen?’ Ik dacht: wow, Nina van Viktor helpt mij! (lacht)
Elf jaar later zit je hier met Nina van Viktor een dubbelinterview te geven.
Denayer: Als je mij aan het conservatorium had verteld dat wij ooit zouden samenzitten voor Knack Focus? No way dat ik dat had geloofd.
Nina Kortekaas: We hebben toen anders wel veel ‘we’re gonna rule the world’-grapjes gemaakt. (lacht)
Denayer: Ambitie is iets wat zich steeds weer verlegt. Eigen liedjes schrijven, dan optreden, een eerste ep, daarna een lp… Op dit punt wil ik graag dat de shows van Rosa Butsi uitverkopen. Al denk ik dat er een limiet op staat. Ik wil de afstand met het publiek niet te groot laten worden – niet dat daar momenteel al gevaar voor is. Ik heb graag dat iedereen bij het concert betrokken is en ik ook de achterste persoon in de zaal kan zien. Voor het Sportpaleis zou ik niet direct tekenen. Maar de AB? Zeker!
Nina, jij weet alvast hoe je die zaal moet inpakken sinds je er vorig jaar je vuurdoop als frontdame ad interim van Portland beleefde.
Kortekaas: Vlak voor ik het podium op ging, dacht ik: fuck, ik ben hier short-term-invalster, wat gaat dat geven? Het was bovendien uitverkocht. Nu, ik had met Eefje de Visser al wel voor veel volk gespeeld. Eefje is echt een queen. Haar set-up is sowieso al heel cool, maar op Pinkpop 2022 kwam er plots nog een grote ronde spiegel bij die licht in het publiek reflecteerde, als een zon. En ik: what the fuck? (lacht) We hadden dat niet gerepeteerd, ik had dat ding nog nooit gezien. Zenuwachtig dat ik was. Maar: fun times! Ook Portland in de AB ging super. Ik vraag mij wel af of we dat met Noa Lee ooit zullen bereiken.
Waarom is het een goed idee om gevestigde groepen zoals Portland of Douglas Firs te vervoegen wanneer je tezelfdertijd naar je eigen debuutplaat toewerkt?
Kortekaas: Je doet er ervaring op grote podia mee op. Als lid van zo’n band moet je de persoon vooraan upliften, en dat is in elke groep anders. Ik vind het ook fijn om in een muzikale wereld van iemand anders te stappen. Dat geeft keiveel inspiratie. Eefje en Portland deden bijvoorbeeld try-outs. Dat concept kende ik niet, dus ik zou er nooit op gekomen zijn om die ook voor Noa Lee te boeken.
Denayer: Bij Douglas Firs heb ik vooral veel gitaar bijgeleerd. Ook al die pedalen waren onbekend terrein voor mij. Veel meer dan het verschil tussen reverb en fuzz kende ik niet. Als mijn delayknopje niet ver genoeg naar links of rechts staat, dan zegt Gertjan (Van Hellemont, frontman en gitarist van Douglas Firs, nvdr.) mij dat direct. (lacht) Het originele plan was dat ik tijdens de Heart of a Mother-tour van Douglas Firs met Rosa Butsi het voorprogramma zou doen en bij hen de twee nummers zou meezingen die ik ook op de plaat doe. Maar dat werden almaar meer nummers, tot Gertjan zei: kom er maar helemaal bij.
In welke mate heeft het jazzconservatorium bepaald waar jullie vandaag staan?
Kortekaas: Op mijn ideeën en hoe ik ben, heeft die studie geen invloed gehad. Maar de techniciteit, de muziek die ik heb leren kennen, de ‘kilometers’ die je aflegt door zo veel samen te spelen: dat heeft me tot de muzikant gemaakt die ik nu ben. De leerkrachten waren streng, maar dat heeft me juist doen groeien.
Denayer: Ik had vóór het conservatorium een zevende jaar kunsthumaniora gedaan. Bij die toelatingsproef had ik al te horen gekregen: je kunt goed zingen, maar het wordt zwemmen of verdrinken. (lacht) Mijn theoriekennis was zo goed als onbestaande. Ook aan het conservatorium werd ik soms met de grond gelijkgemaakt. Als test, om te kijken of ik zou afhaken of net harder werken. Maar inderdaad, je groeit daarin. Ik heb een tijdlang gedacht: ik word bebopzangeres. (lacht) Een keiharde Charlie Parker-fase. Dat ik op mijn eerste ep met Rosa Butsi scat, is nog zo’n staartje van het conservatorium. Een Kenny Wheeler-periode heb ik ook gehad, waarin het niet ingewikkeld en harmonisch genoeg kon zijn. Omdat ik het eindelijk doorhad. (lacht)
Pasten jullie de leerstof meteen toe in jullie eigen muziek?
Denayer: Neen, integendeel: je blokkeert totaal. Als je de composities die je moet spelen, vergelijkt met wat je zelf maakt, denk je: dit is echt belachelijk. (hilariteit) Zo’n vier jaar lang heb ik niks durven te schrijven. Daarna maakte ik geleidelijk aan weer liedjes. Over mijn katten en chocolade. (lacht) Ik wilde niet vervallen in de clichés over liefde en gevoelens. Nu, ik had ook nog nooit een heartbreak of zo meegemaakt. En kijk nu: Fruitful Days staat vol heartbreaksongs.
Waarom deden we die Bon Iver-cover ook alweer op de wc? Vanwege de akoestiek? Zo crazy, die coronatijd!’ – Roos Denayer
Die je bent beginnen te schrijven tijdens corona.
Denayer: Ik kwam net uit een heel ongezonde relatie. Toen ik daar eenmaal van verlost was, kwam het er allemaal uit. De lockdown was daarvoor ideaal. Nina schreef toen ook veel. We waren elkaars knuffelcontact en lieten onze nummers aan elkaar horen.
Op het internet circuleert een filmje van Rosa Butsi, ‘featuring Nina Kortekaas (vocals/mental support)’, waarin jullie met z’n tweeën Re: Stacks van Bon Iver coveren. Op het toilet.
Denayer: Zo crazy was die coronatijd dus! Waarom deden we dat ook alweer op de wc? Vanwege de akoestiek? En die mental support… Ik denk dat Nina al mijn verhalen heeft aanhoord en meebeleefd, en omgekeerd.
Kortekaas: Ja, tijdens mijn intense relatiebreuk kon ik altijd naar jou bellen om mij met de voetjes op de grond te zetten. Of om mij in te prenten dat het helemaal niet zo fout was wat ik had gezegd.
Denayer: Ik zie mezelf nog staan aan het raam, kijkend naar mijn tuintje, denkend: ze hebben Nina weer goed te pakken gehad. (lacht)
Kortekaas: We vangen elkaar goed op. It’s for life.
Gebruiken jullie songs om een klaarder zicht te krijgen op zo’n troebele situaties?
Denayer: Ja. Time gaat over het diepe verdriet om die breuk, terwijl ik wel zeker wist dat ik uit die relatie weg moest. Ook Shoulders Knees is een soort therapie. Dat nummer vat voor mij die absurde sfeer waarin ik zocht naar een logica om iets wat verkeerd was toch voor mezelf of de buitenwereld te verantwoorden.
Kortekaas: Bij mij is vooral Silver heel persoonlijk. Dat gaat over onzekerheid en angst. Mijn gemoed beweegt zich in lange golven, op en neer. Plots voel ik dan: godverdoeme, ik zit weer in de put. (lacht) Vroeger bleef ik daarop doormalen. Vandaar: ‘Restless thoughts in a crippled mind.’ Ondertussen weet ik dat dat wel weer overgaat. Elke keer als ik dat nummer speel, valt er een last van mijn schouders. Elephant gaat dan weer over iemand die mijn diepste woede kon triggeren. Terwijl ik niet zo snel boos word. Dat nummer is bijna een ballad, maar in die tekst moest er mij veel van de lever.
Opvallend: jullie kozen allebei een persoonsnaam als groepsnaam.
Kortekaas: Noa Lee is de naam van mijn nichtje, het dochtertje van mijn zus. Toen zij vijf jaar geleden werd geboren, was ik net aan mijn eerste eigen demo’s begonnen, in duo met Robbe (Broeckx, drummer in Noa Lee, nvdr.).
Denayer: Mijn Hongaarse grootmoeder heette Rosa Butsi. Ik heb haar nooit gekend, maar van mijn ooms en tantes heb ik veel verhalen gehoord. Op haar vijfde is ze in een Belgisch pleeggezin beland, omdat haar moeder in het arme Hongarije geen toekomst voor haar zag. Zo heeft Rosa hier haar leven opgebouwd. Ze ontmoette mijn opa, een Denayer, en ging in zijn kledingwinkel in Halle werken. Maar ze kwam niet overeen met haar schoonmoeder. Supercool als Rosa was, begon ze dan maar haar eigen winkel. Ze organiseerde modeshows, trad daarin op, en in het atelier achterin werd er altijd tweestemmig gezongen. Toen ik dat allemaal te weten kwam, dacht ik: waw, en van haar stam ik af! (lacht)
Airship en Fruitful Days
Allebei verschenen bij Polymoon.
Rosa Butsi + Noa Lee
Op 27.01 in Ha Concerts, Gent. Alle info: haconcerts.be
Op 31.03 in de AB Club, Brussel. Alle info: abconcerts.be
Nina Kortekaas
Geboren in Brasschaat op 2 oktober 1995.
Studeert piano aan de jazzconservatoria van Gent en Brussel.
Springt als pianiste en zangeres onder andere in bij Eefje de Visser, Admiral Freebee, The Radar Station en (sinds vorig jaar) Portland.
Doceert piano aan het Kask.
Frontvrouw van Noa Lee, een kwartet met drummer Robbe Broeckx, bassist Boris Van Overschee en gitarist Sebastian Leye.
Debuteert in oktober 2023 met Airship, geproduceerd door Pieterjan Coppejans (Eefje de Visser).
Roos Denayer
Geboren in Halle op 21 januari 1994.
Studeert zang aan het jazzconservatorium van Gent.
Speelt als gitariste en zangeres in de groepen UMM en Appamada vooraleer ze tot de liveband van Douglas Firs toetreedt.
Frontvrouw van Rosa Butsi, een trio met bassiste Trui Amerlinck en drummer Jordi Geuens.
Wint de talentenjacht Sound Track in 2020.
Debuteert in december 2023 met Fruitful Days, geproduceerd door Nicolas Rombouts (Dez Mona).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier