Lokerse Feesten Dag 3: Alice Cooper & Life Of Agony

De eerste metaldag van de Lokerse was een Feest.

Op naar verluidt algemeen publiek verzoek gingen de immer breeddenkende programmatoren van de Lokerse Feesten dit jaar zo ver om een strikte metaldag in te lassen. En hup, dat leidde meteen maar tot de langste avond van de tien, met zés namen op de affiche (Eppo Janssen mocht na vijf bands nog platen draaien). We vermoedden dat het vaste voorprogramma van klinkende naam Life Of Agony nu eenmaal overál het vaste voorprogramma diende te wezen, maar goed: voor ons niet gelaten. Zolang het daar aan de Grote Kaai maar geen tweede Rock Package Deal wordt, zoals op dat andere gerenommeerde festival dat precies een maand geleden de zomer had aangekondigd.

En dus mocht het Britse Panic Cell de festiviteiten wat vroeger dan gebruikelijk op een Lokerse Feestendag openen.Wat zouden we u toch graag mededelen dat het viertal ons aangenaam wist te verrassen met zijn melodieuze thrash. Of anders wel dat het ons geloof in clichéloze metal a kick in the nuts gaf. Of misschien dat we die versie van Seals ‘Crazy’ dringend aan onze iTunesbibliotheek moeten toevoegen. Maar dat zou nu eenmaal niet eerlijk zijn tegenover al diegenen die wél een beetje hun best deden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zoals Anthrax bijvoorbeeld. Zanger Joey Belladonna was onlangs voor de naar schatting 21e keer toch maar weer tot de befaamde New Yorkse thrashband toegetreden (al geloof je dat pas echt als je ‘m op dat podium ziét), en wel voor een reeks shows die aan de classic Among The Living is opgehangen. Wat kortademigheid van de wispelturige oude krijger was zowat het enige wat we daar tegen in konden brengen (hoewel: ter hoogte van de geluidstoren viel ons toch ook op dat het geluidsvolume vanavond niet bepaald op ‘platwalsen die handel’-niveau was afgesteld; en dat voor het platwalsgenre bij uitstek). Nu ja, evergreens als Joe Jacksons ‘Got The Time’, ‘Madness’, de driftig meegescandeerde Trust-cover ‘Antisocial’ en uiteraard prijsbeest ‘Indians’ (mét Belladonna’s aloude vedertooi, uiteraard) deden hun werk naar behoren. ’t Is te zeggen: een moshpit creëren voor de jongsten, en goedkeurend gegrom ontlokken van de oudsten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Zanger Jacoby Shaddix, met Papa Roach lange tijd verantwoordelijk voor het onnodig oppoken van tienerweltschmertz over de grenzen heen, meldde ons in Lokeren langs de neus weg dat zijn groep al tien jaar bestaat. Daar stonden we toch even van te kijken. Ten eerste omdat we nauwelijks konden geloven dat de Californiërs die tijdsspanne hebben overbrugd zonder veel songs te schrijven die iemand ouder dan 25 óók een beetje weet te pruimen. En ten tweede omdat Shaddix er volgens de groepsbiografie liefst zeven jaren afknijpt. Wellicht begint hij pas te rekenen vanaf de doorbraak naar de mainstream – u kunt nu metal-oprispingen zoals ‘Last Resort’, ‘Lifeline’ en Broken Home’ ongetwijfeld van begin tot eind meefluiten, zelfs als dat nooit uw bedoeling was. Vanzelfsprekend passeerden al die nummers in Lokeren de revue, en stond je er als 25-plusser vooral naar te kijken. Soit. Wij wisten, mits wat gepor, Shaddix’ vlekkeloze luchtsprongen nog wel te appreciëren. Wie ons kent, gewaagt dan al snel van een goeie bui.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Die begon met het aantreden van Life Of Agony zowaar nog méér te glimmen. Alleen al omwille van zanger Keith Caputo: kort van stof én van lengte, maar wat een stem, wat een onverdacht beléven van de eigen muziek. Caputo heeft genoeg miserie doorploeterd om in muziek – melodieuze, doorleefde hardcore, meer bepaald – een bondgenoot en een reddingsboei te zien, en het is dát gevoel dat de optredens van hem en zijn groep boven dat van zo veel andere onruststokers uittilt. Life Of Agony nam eerder dit jaar in ‘onze’ Ancienne Belgique de live-cd/-dvd 20 Years Strong – River Runs Red op, en kwam die show in Lokeren nog eens dunnetjes overdoen. Dunnetjes? Tja, ook Life Of Agony was qua publieksreactie enkel op de voorste rijen aangewezen. Want wát werd er op driekwart van het terrein toch weer wat afgekletst. Gezellig causeren terwijl iemand wat verderop de ene suicidal song na de andere uit zijn longen jaagt: het schiep op zijn minst een wringende situatie.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het deed ons nuchter besluiten dat de meesten zich waarschijnlijk gewoon aan Alice Cooper en zijn ‘Theatre Of Death’-show kwamen vergapen. Niet dat er zich de voorbije jaren geen andere gelegenheden hadden voorgedaan: in zijn niet aflatende drang om platen te blijven maken en dus ook rond de globe te toeren, had deze zestiger en oer-shockrocker rockhoofdsteden als Dessel, Roeselare en Zottegem nochtans niet links laten liggen.

Maar goed, voor rocktheater komt een mens al eens de deur uit, en theatraal was het alleszins. De hele collectie van de London Dungeon leek wel meegereisd: van guillotines en galgen tot dwangbuizen en beulenkappen. Na zeven moorden op het podium staakten we het tellen (we onthielden wél dat knap geënsceneerde doorspietsen van een gemaskerde schandknaap, Coopers eigen onthoofding – hij ging zelf overigens een stuk of vier keren barbaars het hoekje om – en uiteraard de boreling die tijdens ‘Billion Dollar Babies’ een kopje kleiner werd gemaakt. Een pòp, dat spreekt.

In tegenstelling tot begin jaren zeventig, toen wat hij deed ongezien en grensverleggend was, draait het bij Alice Cooper niet langer om ontaarding en decadentie. Niet langer zijn zijn concerten voer voor sociologen, die er een cynisch afwijzen van de naïeve sixtiesidealen in zien. Neen, vandaag staat Alice Cooper – die zich omringd weet door een goed gesmeerd stel jonge rockers – voor good old entertainment. Gelukkig gold dat ook voor de muziek. Met de openingshattrick ‘School’s Out’, ‘No More Mr. Nice Guy’ en ‘I’m Eighteen’ leek hij de setlist wel achterstevoren af te lezen. Daarna: veel sleazy, degelijke tot doordeweekse glamhardrock, met ‘Poison’ als voorspelbare uitschieter. De slotakkoorden werden aan ‘Elected’ en nog maar eens ‘School’s Out’ besteed, en daarmee was de eerste metaldag van de Lokerse alsnog een Feest.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Kurt Blondeel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content