Lokerse Feesten, dag 2: halfslachtige girl power

De mainstage op de tweede dag van de Lokerse Feesten stond in het teken van girl power. Lady Linn, Amy Macdonald en Noémie Wolfs van Hooverphonic probeerden u wakker te houden. En dat lukte af en toe.

Lady Linn (***): nog niet sassy genoeg

Lady Linn stond niet solo op het podium, zoals de affiche deed vermoeden. Bij het verschijnen van ‘High’ begin dit jaar – haar derde album ondertussen – koos ze ervoor de naam in te korten en ‘Her Magnificent Seven’ weg te laten. Toegegeven, dat past inderdaad beter bij een groep die swingjazz inruilt voor elektropop, soul en disco. Opener ‘Remember’ maakte dat al meteen duidelijk met een verrassend bluesy gitaar. Het karaktervolle blazerstrio dat bij ‘Regret’ op het podium verscheen, zou de rest van de avond nog prominent aanwezig zijn, ook als achtergrondkoortje. Ook de andere nummers van ‘High’ waren interessant. Zo was ‘Sassy’ een funky popsong die het midden hield tussen verleiding en brutaliteit, ‘The Beat’ een eerder melancholisch elektropopnummer, ‘Never’ een intieme soulballade – waarbij de zangeres zelf achter de piano plaatsnam – en ‘High’ een bezielde afsluiter. Natuurlijk, ook oudere nummers als ‘It’s alright’, ‘A love affair’ en ‘I don’t want to dance’ passeerden de revue. Maar het publiek bleef verbazingwekkend rustig bij de zwoele zonsondergangklanken, de (soms) chaotisch schallende blazers of de tot noise neigende geluidseffecten van de toetsenist. Lady Linn kon er gelukkig nog mee lachen. Althans ‘gelukkig’, ze had ook af en toe een krachtigere pose à la Beyoncé mogen innemen om écht sassy te zijn.

Amy Macdonald (**): verbazingwekkend middelmatig

Daarna was het de beurt aan de Schotse singer-songwritester Amy MacDonald. Zij kon rekenen op meer toeschouwers die al wat meer gedronken hadden en dus ook voor wat meer sfeer zorgden. Door die ‘gezelligheid’ had ze er duidelijk zin in. Opener ‘4th of July’ zette direct de toon. Die toon was jammer genoeg praktisch nooit vast en soms zelfs ronduit vals. Ook in volgende nummers zoals ‘Spark’ en ‘Slow it down’ compenseerde de zangeres met kracht wat ze technisch niet aankon. Dat zou u kunnen vergelijken met ‘Zombie’ van The Cranberries, maar ook met een kleuter die de volumeknop van de autoradio te pakken krijgt en er wild mee speelt. Verder schenen de songstructuren vastgeroest te zijn. Na vijf nummers begint een simpele vertraging met daaropvolgend slotakkoord wel erg tegen te steken. U zou zelfs gedacht kunnen hebben dat Amy en haar groepsleden de songs gewoon niet opgevuld kregen of niet goed wisten waar het allemaal heen moest. Desalniettemin apprecieerde het publiek haar voorgekauwde en eigenlijk overbodige ‘This is the life’-klonen wel, wat het liet zien met enkele meezingmomentjes, aarzelend geklap en af en toe zelfs een glimlach. Voor zover die er was, vroeg de Criticus zich daarentegen af hoe zo’n middelmatigheid Amy Macdonald zo’n internationale carrière heeft kunnen opleveren.

Hooverphonic (***1/2): Stijlvolle thuismatch

Voor het ‘partyanimal’ op leeftijd Dirk Stoops de mainstage mocht beklimmen om het oudere publiek met wat schijnbaar hoognodige klassiekers wakker te maken, betrad Hooverphonic, dat voor de helft uit het nabijgelegen Sint-Niklaas komt, het podium. De repetitieve gitaarlijnen van Alex Callier en Raymond Geerts zetten ‘Boomerang’ in, maar kregen het publiek niet direct mee. De verschijning van de bevallige Noémie Wolfs slaagde daar al beter in. De distorted lo-fi-gitaren en ijle keyboardklanken van ‘Expedition Impossible’ klonken lekker in de oren, maar konden maar welgeteld vier handen met glowsticks de lucht in krijgen. En dat terwijl de drumlijn gemaakt is om op te klappen. ‘Devil Kind of Girl’ was speelse rock ’n roll die jammer genoeg wat energie miste. Hoogtepunt ‘2Wicky’, dat nog uit de jaren ’90-periode komt waarin Hooverphonic als ‘Hoover’ door het leven ging, bood dan weer variatie in de vorm van slome, groovy triphop en schiep een heerlijk sensuele en stijlvolle noir-sfeer die uit een Bondfilm gegrepen had kunnen zijn. Dat was vooral te danken aan de hese stem van zangeres Wolfs, die soms zelfs tot fluisteren overging. Een ander hoogtepunt was ‘Vinegar and Salt’. De dissonante pianoklanken en de krachtige stem grepen u bij de haren. Even was het Lokerse festivalplein een rokerig café voor gebroken harten die zich terug heel probeerden te drinken. Meezingers als ‘Mad about you’, ‘The world is mine’ en afsluiter ‘Amalfi’ kregen gevolg en enkele eenlingen waagden zich zelfs aan een danspasje of twee. Na de bühne verlaten te hebben, keerden Callier en zijn troepen terug voor de bisnummers ‘The night before’, ‘Sometimes’ en de Ray Davies’-cover ‘This strange effect’. Dat kreeg zelfs de securitybeer met metalsik aan de barricaden aan het meezingen. Al bij al een geslaagde en stijlvolle thuismatch, hoewel het publiek zich nooit liet verbazen.

Sebastian Roth

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content